ECLI:NL:RBROT:2023:12165

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10556764 VZ VERZ 23-6732
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen VvE-lid en Vereniging van Eigenaren over besluitvorming en financiële verplichtingen

In deze zaak gaat het om een geschil tussen [verzoeker01], een lid van de Vereniging van Eigenaren (VvE), en de VvE zelf, met betrekking tot besluiten genomen tijdens een VvE-vergadering op 15 mei 2023. [verzoeker01] heeft een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank, waarin hij verschillende eisen heeft geformuleerd die gericht zijn tegen de VvE en Woonbron, de eigenaar van een deel van het complex. De kern van het geschil betreft de financiële gang van zaken binnen de VvE, waaronder de hoogte van de maandelijkse bijdragen en het beheer van het reservefonds. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de meeste verzoeken van [verzoeker01] niet ontvankelijk zijn, omdat ze niet voortvloeien uit een besluit van de vergadering. De rechter heeft ook geoordeeld dat de VvE het recht heeft om het exploitatieresultaat aan het reservefonds toe te voegen, conform het splitsingsreglement. De verzoeken tot vernietiging van besluiten zijn afgewezen, en [verzoeker01] is veroordeeld in de proceskosten. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10556764 VZ VERZ 23-6732
datum uitspraak: 22 december 2023
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoeker01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
verzoeker,
die zelf procedeert,
tegen
VvE [verweerster01],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats01] ,
verweerster,
gemachtigde: mr. W.A.J. Stregels.
De partijen worden hierna ‘ [verzoeker01] ’ en ‘de VvE’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift, ontvangen op 12 juni 2023, met bijlagen;
  • het gewijzigde verzoekschrift, ontvangen op 23 juni 2023, met bijlagen;
  • de e-mail van VvE-leden [naam01] en [naam02] van 11 november 2023;
  • de e-mail van VvE-lid [naam03] , met als bijlage de op de mondelinge behandeling overgelegde stukken.
-
1.2.
Op 27 november 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij was [verzoeker01] aanwezig en namens de VvE mevrouw [naam04] (bestuurder), bijgestaan door de gemachtigde. Als belanghebbenden waren aanwezig de heer [naam05] , de heer [naam06] , de heer [naam07] , de heer [naam03] en de heer [naam08] .

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
Aanleiding voor deze procedure is een geschil tussen [verzoeker01] en de VvE en – indirect – tussen [verzoeker01] en Woonbron. [verzoeker01] is de rechthebbende tot een appartementsrecht aan de [adres01] in Rotterdam en daarom automatisch lid van de VvE. De VvE heeft een aantal particuliere eigenaren van het complex als leden; daarnaast is Woonbron als eigenaar van een deel van het complex (welke woningen zij verhuurt) lid van de VvE. Woonbron heeft de meerderheid van de stemmen. Bij dit complex gaat het om zogenoemd maatschappelijk verantwoord eigendom. Voor zover voor deze zaak van belang betekent dit dat Woonbron het planmatig onderhoud uitvoert. De VvE-leden betalen maandelijks een bijdrage voor dit planmatig onderhoud. Daarnaast bestaat de VvE-bijdrage uit een bedrag voor de overige kosten die voor rekening van de gezamenlijke leden komen.
2.2.
[verzoeker01] is het – al enige jaren – niet eens met vooral de financiële gang van zaken in de VvE. Hij vindt onder meer dat Woonbron het planmatig onderhoud niet goed uitvoert, dat de maandelijkse bijdrage niet correct is, dat er gelden zijn geïnd die moeten worden terugbetaald en dat de regels over het aanhouden van een reservefonds niet goed gevolgd worden. Deze bezwaren heeft [verzoeker01] eerder in een procedure naar voren gebracht, toen hij door de VvE is gedagvaard omdat hij een achterstand had laten ontstaan in de maandelijkse bijdragen. In die procedure heeft [verzoeker01] een tegenvordering ingediend. Die procedure is geëindigd met een schikking tussen partijen, die is vastgelegd in een proces-verbaal van 10 maart 2023. Deze schikking hield in dat [verzoeker01] de achterstand alsnog zou betalen en dat partijen elkaar na uitvoering van die betaling over en weer finale kwijting verlenen, inhoudende dat zij met betrekking tot het onderwerp van de procedure niets anders van elkaar te vorderen hebben.
2.3.
Op 15 mei 2023 heeft een VvE-vergadering plaatsgevonden. [verzoeker01] heeft na deze vergadering, op 12 juni 2023, een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank. In dit verzoekschrift heeft hij een groot aantal eisen opgenomen, die gericht zijn tegen de VvE en ook tegen Woonbron en die allemaal te maken hebben met de hiervoor genoemde punten. Hij wil dat de kantonrechter beslist op deze eisen. De beslissingen die [verzoeker01] in deze procedure heeft gevraagd, worden hieronder besproken.
Beperkte ruimte in deze procedure: alleen vernietiging van besluiten van 15 mei 2023
2.4.
[verzoeker01] heeft een verzoekschrift ingediend als bedoeld in artikel 5:130 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel geeft een VvE-lid (of andere belanghebbende) de mogelijkheid om de kantonrechter te vragen om een besluit dat is genomen op een VvE-vergadering te vernietigen, binnen de in dat artikel genoemde termijn van een maand. Deze rechtsingang kan niet (tegelijkertijd) worden gebruikt om (ook) andere verzoeken of vorderingen aan de kantonrechter voor te leggen. De verzoeker die vorderingen instelt of verzoeken doet die niet voortvloeien uit een besluit van de vergadering, is niet-ontvankelijk in deze vorderingen en verzoeken.
2.5.
Voor deze zaak betekent dit dat [verzoeker01] niet-ontvankelijk is in zijn verzoeken / vorderingen om de maandelijkse bijdragen te corrigeren, jaarrekeningposten te corrigeren, de maandelijkse component voor planmatig onderhoud (tijdelijk) niet te innen, een reservefonds te vormen volgens de voorwaarden die [verzoeker01] omschrijft en (eventueel) te veel betaalde en/of ten onrechte geïnde bedragen terug te betalen. Al deze eisen heeft [verzoeker01] gebaseerd op het standpunt dat de VvE zich niet houdt aan de geldende regels, maar de handelingen die hij de VvE verwijt, vloeien niet voort uit een vergaderbesluit van 15 mei 2023.
Alleen een uitspraak tussen partijen
2.6.
[verzoeker01] heeft in zijn verzoekschrift ook eisen opgenomen die zich richten tegen Woonstad. Die gaan over de schoonmaakkosten, het plaatsen van een HR-ketel en – als de kantonrechter het goed begrijpt – het uitvoeren van het planmatig onderhoud, hoewel [verzoeker01] heeft gevraagd om ‘verweerder’ te verplichten om het planmatig onderhoud conform schema te verrichten. Woonstad is in deze procedure echter geen partij. Zij is wel belanghebbende, als VvE-lid, maar verzoeken kunnen alleen worden gericht tegen degene die als verweerder in een procedure moet worden aangemerkt. In een verzoekschrift als bedoeld in artikel 5:130 BW is dat de VvE, als een van de leden het verzoek doet. De kantonrechter kan daarom – los van de inhoud van de verzoeken – hier geen uitspraak over doen. [verzoeker01] is niet-ontvankelijk in zijn verzoeken tegen Woonstad. Voor zover de eis tot het verrichten van planmatig onderhoud inderdaad tegen de VvE is ingesteld, geldt daarvoor wat onder het vorige kopje is geoordeeld, namelijk dat die buiten de reikwijdte van een verzoek als bedoeld in artikel 5:130 BW valt.
Proces-verbaal van 10 maart 2023 kan niet worden vernietigd
2.7.
[verzoeker01] vraagt ook om het proces-verbaal van 10 maart 2023 te vernietigen. In dit proces-verbaal zijn afspraken gemaakt over de betaling van de (achterstand in) maandelijkse bijdragen die [verzoeker01] heeft laten ontstaan. In dit proces-verbaal is uitdrukkelijk opgenomen dat dit niet vernietigd kan worden en de kantonrechter kan die afspraak niet opzij zetten. [verzoeker01] wordt ook in deze verzoeken overigens al niet-ontvankelijk verklaard omdat ze ook niet voortvloeien uit een besluit van 15 mei 2023. Het proces-verbaal blijft dus om meerdere redenen in stand en wat [verzoeker01] op basis daarvan aan de VvE heeft betaald, hoeft niet terugbetaald te worden.
2.8.
Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat in het proces-verbaal van 10 maart 2023 is opgenomen dat partijen elkaar over en weer finale kwijting verlenen, wat betekent dat zij met betrekking tot het onderwerp van die procedure niets anders van elkaar te vorderen hebben. Deze afspraak staat eraan in de weg dat [verzoeker01] onderwerpen waarover hij in die procedure een (tegen)vordering heeft ingesteld, in een nieuwe procedure opnieuw aan de orde stelt.
Besluit om de huismeester te handhaven
2.9.
Op 15 mei 2023 is wel een besluit genomen over de huismeester. [verzoeker01] heeft als agendapunt ingebracht het beëindigen van de dienst huismeester. De vergadering heeft tegen dit voorstel gestemd.
2.10.
De kantonrechter wijst het verzoek tot vernietiging van dit besluit af, omdat [verzoeker01] er geen belang bij heeft. Er is een besluit genomen om iets niet te doen (de dienst huismeester beëindigen). Vernietiging betekent echter niet dat het besluit daarmee verandert in het tegenovergestelde besluit om die dienst juist wel te beëindigen. Vernietiging betekent alleen dat de situatie zoals die daarvoor gold weer gaat (of liever gezegd blijft) gelden. In die situatie was er een huismeester en die blijft er dus, totdat de vergadering misschien in de toekomst anders beslist.
Besluit om het exploitatieresultaat aan het reservefonds toe te voegen
2.11.
Tot slot vindt [verzoeker01] dat een besluit om het exploitatieresultaat aan het reservefonds toe te voegen moet worden vernietigd. De VvE heeft bij de mondelinge behandeling verklaard dat de beslissing van de vergadering om het reservefonds conform het advies van de beheerder te verrekenen en het reservefonds van ruim € 35.000,- aan te houden ten behoeve van de liquiditeit van de VvE als besluit – met enige welwillendheid in deze procedure – kan worden gezien als een besluit waarvan [verzoeker01] , gelet op zijn argumentatie, vernietiging wenst. De kantonrechter zal de stellingen van [verzoeker01] daarom ook zo opvatten.
2.12.
[verzoeker01] stelt dat er geen extra gelden aan het bestemmingsfonds mogen worden toegevoegd en dat een positief exploitatieresultaat altijd aan de VvE-leden moet worden uitgekeerd. Dit omdat het reservefonds het karakter van een bestemmingsfonds zou hebben. De kantonrechter volgt [verzoeker01] hierin niet. In het splitsingsreglement is in artikel 4 lid 2 bepaald dat overschotten op de exploitatierekening in mindering worden gebracht op de volgende maandelijkse voorschotbijdragen,
tenzij de vergadering anders beslist. De wet (artikel 5:136 BW) kent niet de beperking waarop [verzoeker01] zich beroept over de manier waarop het reservefonds moet worden gevormd. Dit betekent dat moet worden uitgegaan van wat het splitsingsreglement bepaalt en dat is dat de vergadering mag beslissen om een positief exploitatieresultaat toe te voegen aan het reservefonds. Het besluit dat hierover is genomen op 15 mei 2023 is daarom geldig en er is geen reden om het te vernietigen. Er kan namelijk niet worden gezegd dat de vergadering dit besluit in redelijkheid niet had kunnen nemen. Ook dit verzoek wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
2.13.
[verzoeker01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 289 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van de VvE tot vandaag vast op € 264,- aan salaris voor de gemachtigde. Voor kosten die de VvE maakt na deze uitspraak moet [verzoeker01] een bedrag betalen van € 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In deze beschikking hoeft hierover niet apart te worden beslist. [1]
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.14.
Deze beschikking wordt wat de proceskostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verklaart [verzoeker01] niet-ontvankelijk in de volgende verzoeken:
- de VvE te verplichten de oneigenlijk doorbelaste kosten te corrigeren en de te veel betaalde VvE-bijdrage over de afgelopen jaren terug te betalen;
- de VvE te verplichten de maandelijkse bijdragen te verlagen tot het correcte bedrag;
- de VvE te verplichten tot het corrigeren van de in het verleden opgevoerde jaarrekeningposten ‘huismeester’;
- Woonstad te verplichten het te veel in rekening gebrachte bedrag voor schoonmaak terug te betalen aan de VvE;
- Woonstad te verplichten de toegezegde HR-ketel kosteloos te plaatsen in het appartement van [verzoeker01] ;
- de VvE te verplichten het planmatig onderhoud te verrichten conform schema;
- de VvE te veroordelen tot het niet innen van de component planmatig onderhoud in de maandelijkse bijdragen, totdat er noodzaak is om het reservefonds aan te vullen tot het wettelijk minimum;
- de VvE te verplichten het reservefonds te vormen / financieren uit de component ‘planmatig onderhoud’ in de maandelijkse bijdragen;
- de VvE te verplichten een reservefonds aan te houden van minimaal 0,5% van de herbouwwaarde van het complex;
- de VvE te veroordelen om aan [verzoeker01] de extra geïnde bijdragen voor de financiering van het reservefonds terug te betalen;
- het proces-verbaal van 10 maart 2023 te vernietigen;
- de VvE te verplichten om aan [verzoeker01] terug te betalen wat hij heeft betaald op basis van het proces-verbaal van 10 maart 2023;
3.2.
wijst de volgende verzoeken van [verzoeker01] af:
- het besluit tot het instellen van een huismeester (althans: het besluit om die dienst niet te beëindigen) te vernietigen;
- de VvE te verplichten om het aan het reservefonds toegevoegde exploitatieresultaat terug te betalen aan [verzoeker01] ;
3.3.
veroordeelt [verzoeker01] in de proceskosten, die aan de kant van de VvE tot vandaag worden vastgesteld op € 264,-;
3.4.
verklaart deze beschikking wat de veroordeling onder 3.3 betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
51909

Voetnoten

1.Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853