Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 augustus 2023, met bijlagen;
- de e-mail en brief van BUMMC met bijlagen;
- de e-mail van [eiser01] met aanvullende bijlagen;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigden van partijen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 september 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een werknemer, aangeduid als [eiser01], en zijn werkgever, Between Us Media Marketing Consultants B.V. (BUMMC). De werknemer had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en was werkzaam als consultant. Hij verzocht de rechter om schorsing van een concurrentiebeding, zodat hij kon beginnen bij een ander adviesbureau, [bedrijf01]. De werkgever verweerde zich tegen deze eis en stelde dat het concurrentiebeding noodzakelijk was ter bescherming van haar bedrijfsbelang.
De kantonrechter oordeelde dat de werknemer spoedeisend belang had bij zijn verzoek, maar dat het concurrentiebeding niet onbillijk was. De rechter overwoog dat de werknemer voldoende mogelijkheden had om elders werk te vinden, ook buiten de concurrentie van BUMMC. De rechter concludeerde dat het belang van BUMMC bij handhaving van het concurrentiebeding zwaarder woog dan het belang van de werknemer bij schorsing ervan. De primaire eis tot schorsing van het concurrentiebeding werd afgewezen, evenals de subsidiaire eis tot vergoeding van kosten door BUMMC.
De kantonrechter stelde de proceskosten vast op € 793,-, die door de werknemer aan BUMMC moesten worden betaald. Dit vonnis benadrukt de belangenafweging die rechters maken bij geschillen over concurrentiebedingen en de mogelijkheden voor werknemers om hun arbeidskeuze te maken zonder onredelijke beperkingen.