ECLI:NL:RBROT:2023:12110

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
AWB-23_1061
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag energietoeslag voor uitwonende student en categoriale uitsluiting van studenten

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiseres, een uitwonende student, tegen de afwijzing van haar aanvraag om een eenmalige energietoeslag. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen met het besluit van 10 juni 2022. Het college handhaafde deze afwijzing in het bestreden besluit van 8 februari 2023, ondanks het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie. Eiseres heeft beroep ingesteld en nadere gronden ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 24 november 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van het college en W. van Leeuwen aanwezig waren, maar eiseres zelf niet.

De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht is, omdat eiseres als student recht heeft op studiefinanciering en daarom niet tot de doelgroep van de energietoeslag behoort. Eiseres betoogde dat de uitsluiting van studenten in strijd is met het discriminatieverbod van het EVRM, maar de rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken die de categoriale uitsluiting van studenten rechtvaardigen. De rechtbank concludeert dat het college de aanvraag terecht heeft afgewezen, maar constateert ook motiveringsgebreken in het bestreden besluit. Desondanks wordt het beroep ongegrond verklaard, en het college moet het griffierecht aan eiseres vergoeden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/1061

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 december 2023 in de zaak tussen

[naam] , uit Rotterdam, eiseres

en

het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, het college

(gemachtigde: mr. D.J.J. Straver).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een eenmalige energietoeslag.
1.2.
Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 10 juni 2022 afgewezen. Met het bestreden besluit van 8 februari 2023 op het bezwaar van eiseres is het college, in afwijking van het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie, bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3.
Eiseres heeft beroep ingesteld. Het college heeft hierop gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
Eiseres heeft bij brief van 10 november 2023 nadere gronden ingediend.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 24 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen namens het college: de gemachtigde en W. van Leeuwen. Eiseres was niet aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiseres is een uitwonende student en ontvangt studiefinanciering op grond van de Wet Studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). Eiseres heeft op 2 mei 2022 een aanvraag ingediend voor de energietoeslag. Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat eiseres als student recht heeft op studiefinanciering en daarom niet behoort tot de doelgroep van de energietoeslag.
3. Eiseres heeft aangevoerd dat zij als huishouden met een laag inkomen en stijgende energiekosten aan alle eisen voldoet om in aanmerking te komen voor de energietoeslag. Eiseres stelt dat de uitsluiting van studenten van het recht op de energietoeslag in strijd is met het discriminatieverbod zoals neergelegd in artikel 14 van het EVRM en artikel 1 van het twaalfde protocol bij het EVRM. Individuele bijzondere bijstand is geen redelijk alternatief. Eiseres verwijst onder meer naar de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 5 augustus 2022, ECLI:NL:RBGEL:2022:4263 en de rechtbank Amsterdam van 14 februari 2023, ECLI:NL:RBAMS:2023:726. Toen eiseres de aanvraag (op 2 mei 2022) deed, gold de regel over de uitsluiting van studenten nog niet, zoals blijkt uit informatie op de website van de gemeente op 2 mei 2022. Het is niet juist dat die regel later is toegevoegd. Het college heeft volgens eiseres ten onrechte nagelaten deze bezwaargrond te behandelen.
4. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage, die bij deze uitspraak hoort.
5. In de uitspraken van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 2 oktober 2023 (ECLI:NL:RBROT:2023:9079 en ECLI:NL:RBROT:2023:9080) is – samengevat – het volgende overwogen. Het uitsluiten van studenten van het recht op de eenmalige energietoeslag is niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Verweerder heeft voldoende onderbouwd dat, voor wat betreft de woonsituatie en de stijging van de energiekosten, de situatie van studenten als groep niet vergelijkbaar is met de situatie van de groep lage inkomens in het algemeen. De categoriale uitsluiting van studenten is legitiem, doelmatig en proportioneel.
6. De rechtbank ziet in wat eiseres heeft aangevoerd, geen aanleiding om tot een ander oordeel te komen. De rechtbank oordeelt daarom dat het college de aanvraag om een eenmalige energietoeslag terecht heeft afgewezen. Voor de motivering van dit oordeel verwijst de rechtbank naar de uitspraken van 2 oktober 2023. Daaruit volgt ook dat van een schending van artikel 14 van het EVRM of artikel 1 van het twaalfde protocol bij het EVRM geen sprake is. De rechtbank overweegt verder dat de Beleidsregels op 19 mei 2022 zijn gepubliceerd en, op grond van artikel 4, terugwerken tot 15 maart 2022. Dat betekent dat het college terecht de aanvraag van 2 mei 2022 op grond van de Beleidsregels heeft beoordeeld. Dat begin mei 2022 de informatie op de website van de gemeente niet de uitsluiting van studenten vermeldde, maakt dit niet anders.
7. Het college is echter in het bestreden besluit ten onrechte niet op de bezwaargrond over de op 2 mei 2022 geldende regels ingegaan. Dat levert een motiveringsgebrek op. Daarnaast heeft het college, evenals in de zaken van de genoemde uitspraken van 2 oktober 2023, de categoriale uitsluiting van studenten, en daarmee de afwijzing van de aanvraag van eiseres, pas in het verweerschrift voldoende gemotiveerd. Ook dit is een motiveringsgebrek. De rechtbank ziet echter aanleiding om deze gebreken met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht te passeren, nu aannemelijk is dat eiseres door deze motiveringsgebreken niet is benadeeld.
8. De rechtbank merkt nog het volgende op. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de afwijzing proportioneel is omdat de individuele bijzondere bijstand de eventuele nadelige gevolgen van de uitsluiting voor de energietoeslag ondervangt (zie hierover ook de genoemde uitspraken van 2 oktober 2023). Niet bekend is of eiseres een aanvraag om individuele bijzondere bijstand heeft gedaan. In het geval zij dat alsnog doet, zal het college daarover een besluit moeten nemen, waartegen bezwaar en beroep openstaan.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. De rechtbank zal vanwege de motiveringsgebreken in het bestreden besluit bepalen dat het college het door eiseres betaalde griffierecht aan haar dient te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 50,- aan eiseres moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Veling, rechter, in aanwezigheid van R.P. Evegaars, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 20 december 2023.
De griffier is
verhinderd te tekenen
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage

Participatiewet
Artikel 35, vierde lid
In afwijking van het eerste lid kan tot en met 30 juni 2023 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had.
Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Rotterdam 2022
Artikel 2, eerste lid
Het college kan het huishouden dat in de maand januari van het jaar 2022 over inkomen beschikt, dat niet meer bedraagt dan 140% van de op het huishouden van toepassing zijnde bijstandsnorm, genoemd in artikel 21 of 22 van de wet, op aanvraag een energietoeslag ter hoogte van € 1.300,- toekennen.
Artikel 2, vijfde lid, aanhef en onder c
Uitgesloten van de toekenning van de energietoeslag is de persoon van het huishouden die op de aanvraagdatum studiefinanciering ontvangt op grond van de Wet Studiefinanciering 2000.