Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de GI
5.Het standpunt van de vader
6.De beoordeling
7.De beslissing
tot 1 april 2024 pro forma;
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 10 november 2023, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling (OTS) van de minderjarige [kind01] besproken. De zaak is aangespannen door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die verzoekt om een verlenging van de OTS voor de duur van een jaar. De ouders van [kind01], de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag, maar zijn niet in staat om gezamenlijk het gezag uit te voeren. De moeder is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling, terwijl de vader en een vertegenwoordiger van de GI wel aanwezig waren.
De kinderrechter constateert dat de ouders sinds kort hulpverlening ontvangen van Enver, maar dat er zorgen zijn over de sociaal-emotionele ontwikkeling van [kind01]. De kinderrechter oordeelt dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk blijft, omdat de ouders nog steeds niet goed met elkaar kunnen communiceren. De kinderrechter besluit de OTS te verlengen, maar voor een kortere duur van zes maanden in plaats van het verzochte jaar. Dit is om te evalueren of de hulpverlening het langdurige patroon van de ouders kan doorbreken.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk één week voor de pro forma datum te rapporteren over de stand van zaken. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.