In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een huurgeschil tussen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen (WSV) en de gedaagden over de afrekening van stookkosten en servicekosten voor de jaren 2019 en 2020. WSV vordert een bedrag van € 2.003,54 van de gedaagden, die dit bedrag betwisten op basis van de juistheid van de afrekeningen. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis bepaald dat WSV voldoende bewijs moet leveren dat de verwarmingsinstallatie en de meetapparatuur correct hebben gefunctioneerd.
WSV heeft vervolgens bewijsstukken overgelegd van onderzoeken uitgevoerd door Ista Nederland B.V. en Mampaey, die bevestigen dat de meetapparatuur correct functioneerde en dat er geen gebreken aan de verwarmingsinstallatie waren. De gedaagden hebben de bevindingen van deze onderzoeken niet gemotiveerd betwist, maar uitten wel twijfels over de uitvoering van de onderzoeken en de informatie die daarin was opgenomen.
De kantonrechter oordeelt dat WSV voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de verwarmingsinstallatie en de meetapparatuur in de jaren 2019 en 2020 juist hebben gefunctioneerd. De gedaagden zijn daarom verplicht om de gevorderde stook- en servicekosten te betalen. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke kosten en proceskosten toegewezen aan WSV, en is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.