Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- mevrouw G. Fontijne, werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam, schuldhulpverlening.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft een verzoekschrift ingediend waarin hij vroeg om toelating tot de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 4 december 2023 zijn zowel de verzoeker als een vertegenwoordiger van de Kredietbank Rotterdam gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen, en dat er onvoldoende gronden zijn voor afwijzing van het verzoek. Daarom is de verzoeker toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Echter, het verzoek van de verzoeker om een eerdere ingangsdatum voor de schuldsaneringsregeling is afgewezen. De rechtbank overweegt dat de verzoeker niet heeft voldaan aan de verplichtingen om fulltime te werken of om zijn inkomen boven het vrij te laten bedrag af te dragen aan de gezamenlijke schuldeisers. In plaats daarvan heeft hij zijn inkomen afgedragen aan de beslaglegger. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling vastgesteld op 8 december 2023, met een looptijd van achttien maanden, eindigend op 8 juni 2025.
De rechtbank heeft ook de bevoegdheid om deze procedure te openen vastgesteld, aangezien het centrum van de voornaamste belangen van de verzoeker in Nederland ligt. De rechter-commissaris is benoemd en er zijn verdere instructies gegeven aan de bewindvoerder met betrekking tot de afhandeling van de schulden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.