In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, staat de vraag centraal of er een causaal verband bestaat tussen een gebrekkig balkon en de vochtproblemen die zich hebben voorgedaan in de woningen van de eiser. De eiser, eigenaar van een pand in Rotterdam, heeft huurders die klachten hebben geuit over vochtproblemen. De gedaagde, die eerder eigenaar was van een naastgelegen woning, heeft een balkon laten plaatsen, wat mogelijk de oorzaak van de klachten zou kunnen zijn. Na een onderzoek door de Lekdetectiecentrale (LDC) en een tegenonderzoek door EDL-gevelspecialist, wordt de aansprakelijkheid van de gedaagde betwist. De kantonrechter oordeelt dat het causaal verband tussen het door de eiser gestelde gebrek en de schade niet is komen vast te staan. De gedaagde heeft zijn aansprakelijkheid in eerste instantie erkend, maar kan deze intrekken nu de oorzaak van de schade niet vaststaat. De vordering van de eiser wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.