ECLI:NL:RBROT:2023:11682

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
ROT 23/194
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van proceskosten na intrekking van beroep tegen urgentieverklaring

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 14 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een verzoekster en de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond (SUWR). De verzoekster had eerder bezwaar gemaakt tegen een beslissing van de verweerster, maar na een tussenuitspraak van de rechtbank op 8 september 2023, waarin verweerster werd opgedragen om motiveringsgebreken te herstellen, heeft verweerster op 9 november 2023 een nieuwe beslissing genomen. In deze beslissing werd aan verzoekster een urgentieverklaring toegekend. Hierop heeft verzoekster op 30 november 2023 haar beroep ingetrokken en verzocht om verweerster te veroordelen in de proceskosten van het beroep.

De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster het beroep heeft ingetrokken omdat verweerster aan haar is tegemoetgekomen. Het verzoek om proceskostenvergoeding is als kennelijk gegrond toegewezen. De rechtbank heeft verweerster veroordeeld tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan verzoekster, gebaseerd op de door een derde verleende rechtsbijstand. Daarnaast is verweerster verplicht om het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door rechter A. Dingemanse in aanwezigheid van griffier H. Sabanovic en is openbaar uitgesproken. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, waarbij zij binnen zes weken een verzetschrift kunnen indienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 23/194

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 december 2023 in de zaak tussen

[naam verzoekster], uit [woonplaats], verzoekster

(gemachtigde: mr. J. Verheij),
en

Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond (SUWR), verweerster

(gemachtigde: [naam]).

Inleiding

1.1.
Voor het verloop van de bezwaar- en beroepsprocedure (tot en met 8 september 2023) verwijst de rechtbank naar haar tussenuitspraak van die datum (ECLI:NL:RBROT:2023:8150). In deze tussenuitspraak heeft de rechtbank verweerster in de gelegenheid gesteld om binnen zes weken na verzending van de tussenuitspraak de geconstateerde motiveringsgebreken in de beslissing op bezwaar van 9 december 2022 (het bestreden besluit) te herstellen, met inachtneming van wat in de tussenuitspraak is overwogen.
1.2.
Op 9 november 2023 heeft verweerster een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, en aan verzoekster een urgentieverklaring toegekend.
1.3.
Verzoekster heeft op 30 november 2023 het beroep schriftelijk ingetrokken en verzocht om verweerster te veroordelen in de proceskosten van het beroep. De rechtbank doet zonder zitting uitspraak op dit verzoek. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank stelt op basis van de gedingstukken vast dat verzoekster het beroep heeft ingetrokken omdat verweerster aan haar is tegemoetgekomen. Het verzoek wordt als kennelijk gegrond toegewezen.
3. De rechtbank veroordeelt verweerster in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Voor een door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand moet verweerster € 1.674,- aan verzoekster betalen (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op zitting). De waarde van 1 punt bedraagt € 837,- en de wegingsfactor is 1.
4. De rechtbank wijst erop dat verweerster verplicht is het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184,- te vergoeden. [2] . Verzoekster moet zich hiervoor dan ook tot verweerster wenden.

Beslissing

De rechtbank veroordeelt verweerster tot betaling van € 1.674,- aan proceskosten aan verzoekster.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A. Dingemanse, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 december 2023.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, in samenhang met artikel 8:75a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Dit volgt uit artikel 8:41, zevende lid, van de Awb.