Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 30 maart 2023, met producties;
- het antwoord met voorwaardelijke eis in reconventie met één productie;
- de brief van 11 oktober 2023 van de gemachtigde van [persoon01] met aanvullende producties;
- het antwoord in (voorwaardelijke) reconventie;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Staatsbosbeheer;
- de 10 foto’s die de gemachtigde van Staatsbosbeheer, zoals besproken tijdens de zitting per e-mailbericht van 26 oktober 2023, aan de pachtkamer en de wederpartij heeft gestuurd.
2.De feiten
Zone I
Advies: ambitieniveau aanpassen en eventueel aanvullend onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden van afgraven en diepploegen of het gebied gebruiken voor de KRW inrichting.
3.Het geschil
- primair de pachtovereenkomst te beëindigen op grond van artikel 7:391 of 7:370 lid 1 onder c en/of onder d BW en het tijdstip van de ontruiming vast te stellen per 31 december 2023;
- subsidiair de pachtovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:377 BW;
- primair en subsidiair [persoon01] te veroordelen tot ontruiming van de percelen binnen één maand na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat [persoon01] in gebreke blijft, met een maximum van € 100.000,-;
- [persoon01] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- Staatsbosbeheer te veroordelen aan hem een door de pachtkamer vast te stellen voorschot te voldoen en een bankgarantie van 10% van het voorschot volgens Rotterdams model te stellen door een first class Nederlandse bank als borg, alsmede Staatsbosbeheer te veroordelen tot een door de pachtkamer vast te stellen schadeloosstelling in de zin van artikel 7:377 lid 3 BW over de tijd, die [persoon01] bij niet ontbinding ingevolge de pachtovereenkomst nog op de percelen had kunnen blijven, met rente;
- te bepalen dat [persoon01] de percelen niet hoeft te ontruimen voordat het gevorderde en het voorschot is betaald en genoemde zekerheid is gesteld;
- Staatsbosbeheer te veroordelen in de proceskosten en de nakosten, met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.