In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonstad Rotterdam en R. Kollen, die optreedt als bewindvoerder over de goederen van de onderbewindgestelde [gedaagde01]. Woonstad heeft de ontbinding van de huurovereenkomst geëist op grond van ernstige overlast die door [gedaagde01] zou zijn veroorzaakt. De huurder, [gedaagde01], huurt sinds 30 juli 2013 een woning in Rotterdam en heeft volgens Woonstad sinds 2015 herhaaldelijk overlast veroorzaakt, waaronder geluidsoverlast en drugshandel vanuit de woning. Ondanks een gedragsaanwijzing die in 2018 is ondertekend, is de overlast volgens Woonstad niet verminderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overlast door [gedaagde01] onaanvaardbaar is en dat hij tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen als huurder. De rechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en de bewindvoerder veroordeeld om de woning binnen één maand na betekening van het vonnis te ontruimen. De proceskosten zijn voor de bewindvoerder q.q. en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.