Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser01] ,
2. [eiser02] ,
3. [eiser03] ,
4. [eiser04] ,
1.Het verdere verloop van de procedure
- het tussenvonnis van 18 februari 2022 en de daarin genoemde processtukken;
- het aanvullend deskundigenbericht van 30 mei 2023;
- de rolbeslissing van 20 juni 2023;
- de akte uitlaten van [eiser01] ;
- de antwoordakte van Tennet.
2.De verdere beoordeling
- niet kan worden vastgesteld dat [eiser01] schade lijdt door storingen van de GPS-apparatuur;
- uitgangspunt voor de waardedaling van de percelen is de oppervlaktes van de onbeteelbare grond en de grond met beperkingen vermenigvuldigd met een percentage aan waardedaling;
- Verhagen (de deskundige) moet een toelichting met onderbouwing geven op de door hem gehanteerde oppervlaktes;
- [eiser01] mag reageren op de notitie van partij-deskundige De Bakker van 15 augustus 2021;
- Verhagen moet een nadere toelichting met onderbouwing geven voor de oppervlakte rondom de masten die volgens hem niet beteelbaar is;
- Verhagen moet nader toelichten en onderbouwen waar het percentage van 20% op is gebaseerd;
- Verhagen moet een deugdelijke berekening maken van de gekapitaliseerde inkomensschade van [eiser01] ;
- [eiser01] heeft aanspraak op de redelijke kosten om de schade en de aansprakelijkheid vast te stellen en de redelijke buitengerechtelijke incassokosten op grond van artikel 96 lid 2 onder b en c BW. De buitengerechtelijke kosten zullen worden toegewezen conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten;
- [eiser01] moet de facturen van Bakker Rentmeesters en betaalbewijzen overleggen;
- [eiser01] moet de werkzaamheden van Bakker Rentmeesters categoriseren en vermelden welke kosten Tennet al heeft betaald. Uitgangspunt is een uurtarief van € 150,- exclusief btw.
op de zeer lange periode dat de betreffende strook hinder ondervindt van de aanwezigheid van de hoogspanningsverbinding en de mate waarin een derde gegadigde (koper) in de koopsom genoegdoening zoekt voor de belemmerde strook”.
Het percentage waardedaling is een schatting, een verwachting van de reactie van een derde gegadigde (koper) van een perceel, belast met een verbinding als deze. De opdracht aan deskundige biedt geen ruimte om dat binnen bepaalde marges aan te duiden. Zoals in het rapport omschreven is in de markt het waardeverschil niet aantoonbaar vast te stellen op basis van vergelijkingsgegevens. Uit de verhoudingen van een belaste strook ten opzichte van een geheel perceel of een gehele kavel is geen aantoonbaar, vast percentage vast te stellen.
- [eiser01] kan zich niet verenigen met de inhoud van het aanvullende advies;
- Verhagen heeft niet gereageerd op de opmerkingen van [eiser01] over het contant maken van de jaarlijkse inkomensschade vanaf 2017;
- [eiser01] wordt door de wijze van berekenen van de jaarlijks te vergoeden inkomensschade twee keer tekort gedaan, omdat Verhagen vanaf 2017 ten onrechte een bedrag aan rente van vrijkomend kapitaal aftrekt en een te lage kapitalisatiefactor toepast (7,12 daar waar gerekend zou moeten worden met een factor van ten minste 10). [eiser01] verzoekt de jaarlijkse inkomensschade vast te stellen conform zijn reactie op het concept rapport van 17 mei 2023.
- de afspraken tussen LTO en Tennet zijn achterhaald;
- Verhagen is niet gebonden aan deze afspraken.
- ongeacht of Bakker Rentmeesters al dan niet facturen stuurt en ongeacht of [eiser01] deze al dan niet betaalt, lijdt [eiser01] schade in zijn vermogen die vergoed moet worden;
- [eiser01] moet de kosten van Bakker Rentmeesters voor de verrichte werkzaamheden vergoeden op basis van tussen hen gemaakte afspraken;
- het is te doen gebruikelijk dat pas aan het einde van de zaak wordt gefactureerd en is het is algemeen geaccepteerd dat gemaakte deskundigenkosten worden vergoed op basis van urenspecificaties;
- Tennet is bekend met deze manier van werken en gaat daar in de dagelijkse praktijk mee akkoord. [eiser01] legt ter onderbouwing van zijn stelling facturen met urenstaten over van Bakker Rentmeesters in een tweetal andere, vergelijkbare dossiers
- de minnelijke fase tot aan starten gedoogplichtprocedure: 23 september 2014 tot en met 1 juni 2016;
- de fase tussen het minnelijke traject en de start van de juridische procedure: 2 juni 2016 tot en met 19 oktober 2017;
- de fase van de juridische procedure tot nu: 20 oktober 2017 tot en met 12 maart 2021 + p.m.
- het rapport berust op een onjuist (juridisch) fundament en kan niet zonder meer worden gevolgd. Verhagen miskent dat de schade zoveel mogelijk concreet moet worden begroot;
- er is feitelijk nagenoeg geen onbeteelbare oppervlakte aangezien [eiser01] zijn gewassen teelt tot aan de mastvoet. Hooguit 751 m² zou als onbeteelbaar moeten worden aangemerkt;
- Verhagen legt niet uit hoe hij aan de moeilijker beteelbare oppervlaktes komt en maakt niet inzichtelijk waarom en in welk opzicht die oppervlaktes moeilijker beteelbaar zijn. Er is geen sprake van relevante beperkingen in de bewerkingsmogelijkheden (zie ook de notitie van De Bakker);
- het gehanteerde percentage van 20% is onbegrijpelijk, in het geheel niet onderbouwd en in ieder geval te hoog. In het rapport van Wageningen Universiteit en Research waar Verhagen naar verwijst staat dat de aanwezigheid van een hoogspanningsverbinding geen aantoonbaar waarde-effect heeft op agrarische grond. Enig waardeverschil zou voorstelbaar kunnen zijn bij een kopersmarkt, maar Verhagen stelt niet vast dat hiervan sprake is;
- onduidelijk is waarom de jaarlijks terugkerende inkomensschade in één keer via een kapitalisatie moet worden afgerekend.
- Verhagen heeft nagelaten de inkomensschade concreet (op basis van de concrete, in het verleden daadwerkelijk behaalde resultaten van [eiser01] ) te berekenen;
- Verhagen onderbouwt niet waarom hij uitgaat van 10% vermindering in opbrengst.
- de wijze van schadebegroting, waarbij rente over vrijkomend kapitaal in mindering wordt gebracht op inkomensschade vanaf de peildatum, is een sinds jaar en dag beproefde en geaccepteerde methode die navolging verdient. De definitieve schadeloosstelling komt weliswaar pas geruime tijd na de peildatum tot uitkering, maar het door die vertraging geleden nadeel wordt gecompenseerd door de verschuldigde rente;
- uit de afspraken tussen LTO en Tennet blijkt dat de door Verhagen aangehouden strook van 15 m² veel te ruim is. [eiser01] beteelt de grond feitelijk zelfs binnen een strook van 3 m²;
- aangezien de kosten van Bakker Rentmeesters niet aan [eiser01] in rekening zijn gebracht en niet daadwerkelijk zijn betaald, leidt een korting hierop niet direct tot financieel nadeel bij [eiser01] ;
- [eiser01] onderbouwt niet in welk opzicht de gespecificeerde uren zijn aan te merken als kosten ter vaststelling van de schade en de aansprakelijkheid, althans als redelijke buitengerechtelijke incassokosten;
- de kosten van Bakker Rentmeesters zijn uitzonderlijk hoog, er wordt voor diverse verrichtingen objectief bezien veel tijd in rekening gebracht en dubbel gedeclareerd, namelijk voor zowel [eiser01] als Van der Wel;
- voor de werkzaamheden van Bakker Rentmeesters is maximaal een vergoeding van
- [eiser01] heeft aanspraak op rente vanaf de datum van inwerkingtreding van de gedoogbeschikking, zowel over de waardevermindering als over de inkomensschade als deze wordt gekapitaliseerd;
- [eiser01] moet worden veroordeeld in de proceskosten.
De aanwezigheid van […] een bovengrondse verbinding en/of een hoogspanningsmast heeft op landelijke schaal geen aantoonbaar waarde-effect op het grondprijsniveau van agrarische grond. In twee situaties waarin op landelijke schaal wél een significant verschil tussen de verdeling van prijzen in de testset en de prijzen in de referentieset is aangetoond, blijkt de verklarende waarde van de aanwezigheid van de onderdelen van de hoogspanningsverbinding gering te zijn.
de schaarste in de markt c.q. het gebrek aan aanbod” [9] . Hier tegenover staat volgens Verhagen dat wel degelijk sprake is van beperkingen op het gebied van beregenen, afdruipend water en schaduw en het feit dat de hoogspanningsverbinding de eerste beperkende factor van betekenis is [10] . Omdat Verhagen de waardedaling van de moeilijker beteelbare grond niet nauwkeurig kan bepalen en zijn inschatting te hoog voorkomt, gelet op de onderbouwing die hij geeft, schat de kantonrechter de waardevermindering in op 15%. Dit komt neer op een bedrag van € 13.952,- (10.900 m² x € 1,28) aan waardedaling van de moeilijker beteelbare grond.
- € 0,50 per vierkante meter voor het onderhoud van de onbeteelbare oppervlakte;
- € 0,40 per vierkante meter aan opbrengstderving op de moeilijker beteelbare oppervlakte (-/- 10%);
- 3% rente aan vrijkomend kapitaal en
- een kapitalisatiefactor van 7,12.