Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 2, 3, 4 primair en 5 subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest;
- oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel ex artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, waarbij het de verdachte verboden wordt contact te hebben met aangevers, met bevel dat iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van ten hoogste één week, met een maximum van zes maanden;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 01-052907-21.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten en strafbaarheid van de verdachte
mishandeling
mishandeling
zware mishandeling
poging tot zware mishandeling
6.Motivering straf
7.Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
8.Vordering tenuitvoerlegging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van vijftien (15) maanden;
vijf (5) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
[slachtoffer02]niet-ontvankelijk in de vordering voor het meer of anders gevorderde;
[slachtoffer01]te betalen een bedrag van € 5.000,- (zegge: vijfduizend Euro) bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[slachtoffer01]te betalen
€ 6.675,15,- (zegge: zesduizend en zeshonderdvijfenzeventig Euro en vijftien Eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
68 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van
[slachtoffer02]te betalen
€1.664,75 (zegge: duizend en zeshonderdvierenzestig Euro en vijfenzeventig Eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
26 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 3 december 2021 van de politierechter in Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van 90 dagen.