In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 september 2023, werd het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [kind01] afgewezen. De ondertoezichtstelling was eerder ingesteld bij beschikking van 17 augustus 2017 en was op 17 augustus 2023 geëindigd. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) had verzocht om een verlenging van zes maanden, terwijl de Raad voor de Kinderbescherming ook een verzoek indiende voor eenzelfde verlenging. Tijdens de zitting op 15 september 2023 was de vader van [kind01] niet aanwezig, maar de moeder was wel aanwezig, bijgestaan door haar advocaat. De kinderrechter oordeelde dat de GI niet had voldaan aan de procesreglementen, waardoor het verzoek niet tijdig kon worden behandeld. Bovendien werd vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor een ernstige ontwikkelingsbedreiging van [kind01]. De moeder had na een incident zelf maatregelen genomen om de veiligheid van haar kind te waarborgen, en de school was actief betrokken bij de situatie. De kinderrechter concludeerde dat de moeder in staat was om een veilige opvoedsituatie te bieden en wees beide verzoeken af.