Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 16 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en, daarnaast, tot een geldboete van € 7.500,=, subsidiair 150 dagen hechtenis.
4.Ontvankelijkheid officier van justitie
the proceedings as a whole were not fair".
5.Waardering van het bewijs
- ten aanzien van feit 1: niet kan worden vastgesteld dat de verdachte cocaïne heeft opgehaald. Onder de verdachte of in de loods zijn geen verdovende middelen aangetroffen. Daarom dient vrijspraak te volgen.
- Ten aanzien van feit 4: met uitzondering van de kilo cocaïne die in de woning van de verdachte is aangetroffen, zijn er verder nergens verdovende middelen aangetroffen. Uit de chatberichten kan niet zonder meer worden afgeleid dat het steeds om verdovende middelen gaat, te meer nu niet alle chatberichten zijn ontsleuteld en daardoor de context ontbreekt. Dat maakt het berichtenverkeer onbetrouwbaar, zodat de berichten ook om die reden niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd. De verdediging bepleit daarom ook vrijspraak voor het onder 4 ten laste gelegde.
en
6.Strafbaarheid feiten
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straf
9.In beslag genomen voorwerpen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
21 (eenentwintig) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 2: een personenauto Mercedes Benz Viano, kenteken [kenteken02] ;