Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en een taakstraf voor de duur van tweehonderdveertig uren.
4.Waardering van het bewijs
Walther Pro”, gaat de rechtbank er van uit dat de verdachte de aangever met dit wapen heeft bedreigd.
“wederrechtelijk te dwingen iets te doen”, namelijk het ondertekenen van een contract/document. Anders dan bij een poging tot afpersing op grond van artikel 317 Sr is voor een poging tot dwang op grond van artikel 284 Sr geen oogmerk op wederrechtelijke bevoordeling vereist.
Walther P99’, het type vuurwapen dat ook bij de politie gebruikt wordt. Dit blijkt uit het ambtsedig proces-verbaal van wapenonderzoek van de politie en is niet betwist door de verdediging.
Walther P99” niet geschaard kan worden onder de uitzondering van artikel 3 aanhef en onder a van de Regeling wapens en munitie, zodat het voorhanden hebben hiervan, door personen van 14 jaar en ouder, strafbaar is met verwijzing naar artikel 2 lid 1 Categorie I onder 7º van de Wet wapens en munitie. Gelet hierop doet de vraag of het wapen als aangetroffen bij de verdachte voorzien was van een CE-markering niet meer ter zake.
,doordat hij, verdachte
,die [slachtoffer02] de woorden heeft toegevoegd: "jouw huis, vrouw en kinderen worden al
artikel3 onder b van de Regeling wapens en munitie,
5.Strafbaarheid feiten
1. poging tot een ander door bedreiging met geweld, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
2. poging tot een ander door bedreiging met geweld, gericht tegen die ander, wederrechtelijk dwingen iets te doen;
3.handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
proeftijd, die wordt gesteld op 3 (drie) jaar;
taakstraf voor de duur van 160 (honderdzestig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
154 (honderdvierenvijftig) urente verrichten taakstraf resteert;
77 dagen;
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
€ 400,- (zegge: vierhonderd euro), als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij01] te betalen
€ 400,-(hoofdsom,
zegge: vierhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 400,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
8 (acht) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.