Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 21 november 2023 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaatsnaam], eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
fictiefinkomen gehanteerd moet worden naar de maximale norm op grond van de Wsf 2000. De commissie adviseerde om uit te gaan van de studiefinanciering waarover eiser
daadwerkelijkbeschikte, voor zover dat lager lag dan het toepasselijke normbedrag studiefinanciering. Het toepasselijke normbedrag voor eiser (student hoger onderwijs) is € 932,87. Het totale inkomen van eiser bedroeg in januari 2022
feitelijkebeschikking over het inkomen van meer dan 140% van de bijstandsnorm. Eiser wijst er verder op dat in de Memorie van Toelichting bij de invoering van artikel 35, vierde en vijfde lid, van de Pw de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen spreekt van “beschikken” en niet van “kunnen beschikken” over inkomen. Eiser meent dat het uitgaan van het daadwerkelijke beschikbare inkomen beter past bij de ratio achter de eenmalige energietoeslag. Wanneer wordt uitgegaan van inkomen dat niet uitgegeven kan worden aan de energierekening, kunnen alsnog financiële problemen ontstaan. Eiser heeft in januari 2022 beschikt over een totaalbedrag van € 1.220,60 (inclusief € 100,- studiefinanciering). Dit is minder dan 140% van de voor eiser geldende bijstandsnorm van