Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- verzoeker;
- Mevrouw [naam01] , werkzaam bij de Kredietbank Rotterdam (hierna: schuldhulpverlening).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die in een financiële noodsituatie verkeert, heeft een verzoekschrift ingediend om in aanmerking te komen voor deze regeling. Tijdens de zitting op 25 oktober 2023 werd de verzoeker gehoord, samen met een vertegenwoordiger van de Kredietbank Rotterdam, die betrokken is bij de schuldhulpverlening. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in een toestand verkeert waarin hij niet in staat is om zijn schulden te betalen, en dat hij zich inspanningen moet getroosten om baten voor de boedel te verwerven. De verzoeker is momenteel bezig met een opleiding tot ervaringsdeskundig, die naar verwachting in mei 2024 zal worden afgerond. De rechtbank heeft besloten om de verzoeker voor een periode van twee jaar toe te laten tot de schuldsaneringsregeling, ondanks dat het volgen van een opleiding doorgaans niet samen gaat met de inspanningsverplichting die aan de regeling is verbonden. De rechtbank heeft geoordeeld dat toelating tot de regeling de verzoeker de nodige rust en stabiliteit zal bieden. De rechtbank heeft de termijn van de regeling vastgesteld op 24 maanden, te rekenen vanaf 1 november 2023, en benoemt mr. C.G.E. Prenger tot rechter-commissaris. De rechtbank heeft ook een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend, voor zover de boedel dit toelaat. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.