Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juli 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [plaats] , eiseres
[verweerder] , verweerder
Procesverloop
Overwegingen
8 februari 2021 bevond in de delenhal van het bedrijf van eiseres, ter hoogte van de opvoerband. In dat rapport is, voor zover hier van belang, het volgende beschreven:
”
27 februari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:466) gesteld dat het in uitzonderlijke gevallen mogelijk is om argumenten tegen de eerdere boetebesluiten op een later moment naar voren te brengen, waar dat ook al eerder had gekund. Daarbij heeft eiseres gewezen op recente jurisprudentie van de rechtbank waaruit blijkt dat de eerdere boetes die zijn opgelegd wegens baansmeer, niet opgelegd hadden kunnen worden. Niet is gebleken dat eiseres verweerder heeft verzocht om terug te komen op de onherroepelijk geworden boete. Uit artikel 2.5 van het Besluit handhaving en overige zaken Wet dieren volgt dat de bestuurlijke boete voor een overtreding wordt verhoogd met de boete die voor de eerdere overtreding is opgelegd. In geval van recidive kan verweerder daarom niet anders dan de boete verhogen.