Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 maart 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
- de akte van [eiser01] , met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 november 2023, staat de vraag centraal of de gedaagde partij, [gedaagde01], nog steeds contractspartij is van de eiser, [eiser01], in een overeenkomst betreffende de opslag van scheepsmallen. De eiser vordert betaling van achterstallige opslagkosten, terwijl de gedaagde stelt dat hij zijn rechten en verplichtingen uit het contract heeft overgedragen aan een derde partij in IJsland. De eiser heeft een betalingsachterstand van € 13.353,56 aan opslagkosten geclaimd, en eist ook toekomstige betalingen van € 762,30 per maand zolang de roerende zaken op zijn terrein blijven.
De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde nog steeds partij is bij het contract, omdat de vereiste akte voor contractsovername ontbreekt. De rechter wijst de vordering van de eiser toe, omdat de gedaagde niet heeft aangetoond dat de rechtsverhouding is overgedragen. De rechter verklaart dat de gedaagde de achterstallige opslagkosten moet betalen, evenals de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten. Daarnaast moet de gedaagde de proceskosten vergoeden, die zijn vastgesteld op € 1.593,78. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiser direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ongeacht een eventuele hoger beroep.