Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de door de rechtbank aan partijen toegezonden zittingsagenda van 26 september 2022;
3.De feiten
ARTICLE 2 – TERM
(…)
warehouse receipt”) afgeven (zie ook artikel 4 van de Bewaarnemingsovereenkomst). Voor het vrijgeven van een partij cacaobonen was toestemming nodig van de bank aan welke de ceel was afgegeven.
opmerking rechtbank: partijen hebben op de mondelinge behandeling verklaard dat daar waar in de stukken wordt verwezen naar de opslaglocatie in “Muuga”, hiermee ook de opslaglocatie in Maardu wordt bedoeld).
(
Opmerking rechtbank: in verband met de leesbaarheid heeft de rechtbank de in de voorgaande rechtsoverwegingen gedefinieerde namen van partijen en personen opgenomen in de hieronder weergegeven citaten met gebruikmaking van […])
Vollers Tallinn] was performing forwarding and warehousing services to a Company X. (…) The goods in question are customs goods with customs declarations.
Statement of Theft of approx. 1.868 tons of cocoa owned by Cocoanect and financed by Societe General and Credit Europe”. Hierin is namens Vollers Tallinn – voor zover relevant – het volgende verklaard:
[KTLM] is a bonded warehouse operator and member of the Nord Cocoa Group. The company has the capabilities to clean, blend and store cocoas in bags, big bags and bulk. [Vollers Tallinn] had a handling and rental agreement with [KTLM]. [Vollers Tallinn] was renting 440 sqm from [KTLM] for the storage of cocoa. [Vollers Tallinn] wasn’t performing any physical unloading or loading functions nor did Vollers have the equipment for it. [Vollers Tallinn] was nominated store and control the cocoa flow in and out of the facility for Cocoanect.
Visit at 18.30. All closed.
5th November 2018: (…) finally access to the warehouse of [KTLM]. First findings are that cocoa in bags and big bags are missing. Facility looks disorderly compared to before closure. (…)
[persoon A] , [ [persoon B] ] and [persoon F] visit Nord Cocoa office (…). The whereabouts of [ [persoon C] ] is unknown.
- The current amount of cocoa in the facility, during the visit, was much smaller than 2500 MT and most of the cocoa present seemed to be in processing.
- Based on the high quantity of cocoa husks and other by-products, cocoa cleaning and grinding processes had been active recently and running at high capacity.
- On-site documentation seemed to show that a substantial amount of work and transportation had been done in the facility during the period, when VOLLERS and COCOANECT were, according to VOLLERS’ statement, denied entry.
- Cocoa roasting and melting process was active. It was unknown to CENTRY, whose beans were being processed.
- OPERATORS ([KTLM]/Nord Cocoa, Rb) are uncooperative.
- There were sights of actions and anomalous procedures, which could be interpreted as cover-up attempts.
- For food production site, the facility was unclean and disorganized (…).
- There were other signs of hasty work being done recently in the facility.
- The measurements in the facility’s resource management system and the contents of the cocoa bean silos did not match. The system showed full contents for an empty silo. The exact cause or a method of tampering was not found yet.”
CENTRY EDIT 20 Nov 2018:The figure 1800 could be explained as the total of COCOANECT’s cocoa being stored in the facility: 1,849,99 tonnes in COCOANECT’s inventory and 1,868,465 kg gross and 1,849,771 kg net in VOLLERS inventory. The fast changes in the verbal estimates could likely be attributed to the following details: according to the documents received, the quantity of cocoa inside the facility was decreasing abnormally fast; according to VOLLERS’s statement of theft, OPERATORS were refusing to hand over cocoa to VOLLERS and COCOANECT; according to interviews, after unloading the facility operates completely with mass balance, and there were already overlapping claims over the same cocoa. (…)
[ [persoon B] ] verklaart dat hij besloot om cacao van andere klanten af te leveren, om zodoende aan de afroepen te kunnen voldoen. Wederom werden klanten en de directie van Vollers niet geïnformeerd.
(…)
Deze grootschalige fraude door [Nord Cocoa]/[KTLM] was alleen mogelijk met de medewerking van Vollers, immers Vollers was de uitvoerder van de afspraken onder de Collateral Management Agreement, regelde de uitgifte van de celen en had vrij toegang tot de voorraden cacao”.
4.Het geschil tussen partijen
collateral manager/bewaarnemer om grote hoeveelheden cacaobonen op te slaan in Estland. Op Vollers c.s. rustte, op grond van de Bewaarnemingsovereenkomst, naast de hoofdverplichting om de cacaobonen voor Cocoanect te bewaren, onder andere de verplichtingen om toezicht te houden op de in Estland opgeslagen cacaobonen en om de voorraden te controleren. Vollers c.s. is tekortgeschoten in de uitoefening van haar controle- en beheerstaken als
collateral manager/bewaarnemer omdat Vollers c.s. geen effectieve controles heeft uitgevoerd en geen toezicht heeft gehouden op de opgeslagen cacaobonen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de personen die door Vollers c.s. waren belast met de zorg voor en de bewaring van de cacaobonen, ongehinderd hun gang konden gaan met (meewerken aan) verduistering van cacaobonen. Onder de genoemde omstandigheden is het beroep van Vollers c.s. op een exoneratieclausule ter beperking van haar aansprakelijkheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar.
5.De beoordeling
Bevoegdheid en toepasselijk recht
(5)het eigen schuld verweer van Vollers c.s.;
warehouse receiptsovergelegd van de verdwenen partijen cacaobonen. De onderstaande afbeelding (die een gedeeltelijke weergave is van het betreffende
warehouse receipt) is illustratief voor de vergelegde
warehouse receipts:
warehouse receiptszijn grotendeels van na december 2016 en komen overeen met het blanco model
receiptdat als bijlage aan de Bewaarnemingsovereenkomst is gehecht. Zoals op bovenstaande afbeelding is te zien, wordt in de
warehouse receiptssteeds verwezen naar de Bewaarnemingsovereenkomst tussen Cocoanect en Berthold Vollers.
warehouse receiptsvolgt op welke datum welke lading waar is aangekomen en waar die lading is bewaard. In deze
receiptsstaat nagenoeg overal dat de lading wordt bewaard in Muuga (de opslagplaats van Sankotrans). Onder verwijzing naar een als productie 7 bij dagvaarding overgelegd voorraadoverzicht van 31 oktober 2018, waarvan onbetwist vaststaat dat Vollers Tallinn het overzicht heeft verstrekt aan Cocoanect en waaruit blijkt op welke datum welke lading is aangekomen en welke lading in welke loods is opgeslagen, heeft Cocoanect c.s. gesteld dat een deel van deze ladingen uiteindelijk blijkbaar niet is bewaard in Muuga maar in Keila.
warehouse receiptsen op het voorraadoverzicht Muuga staat vermeld als opslagplaats, gaat het volgens partijen om de opslagplaats van Sankotrans in Maardu; met Muuga en Maardu is hetzelfde bedoeld.
warehouse receiptsvan na december 2016), door Vollers c.s. zijn bewaard in (onder andere) de loods in Keila en dat op Vollers c.s. ten aanzien van deze ladingen cacaobonen dus alle verplichtingen uit de Bewaarnemingsovereenkomst rustten. Er was ten aanzien van deze partijen, anders dan Vollers c.s. stelt, dus in ieder geval niet slechts sprake van een controleverplichting voor Vollers c.s.
warehouse receiptsin samenhang met het eigen voorraadoverzicht van Vollers c.s. Uit deze stukken volgt voor elke lading op dezelfde wijze waar het is opgeslagen (in Maardu of in Keila) en aan welke bank er een ceel voor die lading is afgegeven. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt dan ook niet in te zien dat de Bewaarnemingsovereenkomst wel geldt voor de partijen in Maardu en niet voor die in Keila. In dit verband acht de rechtbank ook nog relevant dat de heer Vuijk namens Cocoanect ter zitting heeft verklaard (en dat is door Vollers c.s. niet betwist) dat de wijze van verstrekken van de maandelijkse voorraadoverzichten over de periode voor 31 december 2016 en over de periode daarna ongewijzigd is gebleven. De conclusie is dan ook dat Cocoanect en Berthold Vollers ook na 31 december 2016 voor alle ladingen van Cocoanect c.s. uitvoering zijn blijven geven aan de Bewaarnemingsovereenkomst, zodat deze in feite stilzwijgend is voortgezet.
collateral managerheeft ingeschakeld. Berthold Vollers was op grond van artikel 3 van de Bewaarnemingsovereenkomst verplicht om de cacaobonen in ontvangst te nemen, de cacaobonen te inspecteren, de cacaobonen individualiseerbaar en fysiek gescheiden te bewaren, inventaris- of voorraadlijsten te maken en deze aan Cocoanect te verstrekken, redelijke zorg te betrachten voor de conditie van de in opslag genomen cacaobonen tijdens de opslag, de goederen te bewaken, supervisie uit te oefenen en de goederen af te geven aan Cocoanect of aan de door haar aan te wijzen afnemers. Vollers Tallinn is volledig tekortgeschoten in haar controle- en beheerstaken als hulppersoon van Berthold Vollers. Vollers Tallinn hield niet direct toezicht op de loods in Keila en op de opgeslagen voorraden. Cacaobonen van verschillende eigenaren werden gemengd opgeslagen en daarnaast is vastgesteld dat de opslagadministratie van Vollers Tallinn van de partijen cacaobonen in Keila volledig was gebaseerd op het bulkgewicht van de door KTLM in- en uitgeslagen cacaobonen. Deze geregistreerde bulkgewichten werden door een medewerkster van KTLM ( [persoon H] , hierna: “ [persoon H] ”) aan een medewerkster van Vollers Tallinn ( [persoon I] , hierna: “ [persoon I] ”) doorgegeven. Vollers Tallinn heeft de voorraadgegevens die zij van KTLM ontving op geen enkele manier geverifieerd. Berthold Vollers is gelet hierop tekortgeschoten in haar verplichtingen onder de Bewaarnemingsovereenkomst. Vollers Tallinn is, mede gelet op de grote verantwoordelijkheden die zij bij de uitvoering van de haar opgedragen taken had tegenover Cocoanect en de financierende banken en de mate waarin zij bij de uitvoering van haar taken tekortschoot, tegenover Cocoanect c.s. aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. Dat tekortschieten althans onrechtmatige handelen kan aan Vollers c.s. worden toegerekend.
Het beroep van Vollers c.s. op overmacht faalt dan ook.
alleopgeslagen cacaobonen van Cocoanect (pas) tijdens de periode van de sluiting van de loods in Keila waren verdwenen en dat die verdwijning niet een gevolg was van de tekortkomingen althans onrechtmatige gedragingen van Vollers c.s. Nu Vollers c.s. dat niet heeft gedaan, heeft Vollers c.s. het causaal verband tussen de schade en het schenden van de (controle)verplichtingen onvoldoende weersproken.
Het beroep op eigen schuld faalt. De eerste twee stellingen zien op de door Vollers c.s. gestelde veranderde rol en taken na 2017, maar die standpunten zijn onvoldoende onderbouwd. Verwezen wordt naar het oordeel van de rechtbank onder r.o. 5.13-5.15. De derde stelling wordt verworpen omdat niet gezegd kan worden dat de schade van Cocoanect c.s. mede een gevolg is van de slechte financiële omstandigheden van de Ardi Invest groep, nog los van de vraag of die omstandigheid aan Cocoanect kan worden toegerekend.
8.494,00(2,0 punten × tarief € 4.247,00)
6.De beslissing
- a. € 2.857.019,55 (twee miljoen achthonderdzevenenvijftigduizend negentien euro en vijfenvijftig eurocent) aan Cocoanect, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW hierover vanaf 5 november 2018 tot de dag van volledige betaling;
- b. € 2.500.000,00 (twee miljoen vijfhonderdduizend euro) aan AIG, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW hierover vanaf 5 november 2018 tot de dag van volledige betaling;
- c. € 28.000,00 (achtentwintigduizend euro) aan Cocoanect, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW hierover vanaf de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
- d. € 83.989,67 (drieëntachtigduizend negenhonderdnegenentachtig euro en zevenenzestig eurocent) aan AIG, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW hierover vanaf de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;