ECLI:NL:RBROT:2023:10385
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugvordering van Ziektewetuitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 10 november 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de terugvordering van een Ziektewetuitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres, een internist allergoloog, was per 20 augustus 2018 ziekgemeld en ontving vanaf 3 september 2018 een Ziektewetuitkering. Het UWV heeft vastgesteld dat eiseres over de periode van 20 januari 2020 tot en met 16 augustus 2020 een te hoge uitkering heeft ontvangen, omdat zij naast haar uitkering inkomsten uit arbeid had. Het UWV heeft eiseres op 15 oktober 2020 geïnformeerd dat zij een bedrag van € 12.506,50 moest terugbetalen, wat door eiseres werd betwist. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door het UWV op 17 februari 2021. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 19 oktober 2023 heeft eiseres aangevoerd dat de terugvordering haar in een moeilijke financiële situatie heeft gebracht en dat zij in aanmerking komt voor kwijtschelding van de terugvordering. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het UWV terecht de terugvordering heeft ingesteld, omdat eiseres te veel Ziektewetuitkering heeft ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet aan de voorwaarden voor kwijtschelding voldoet, aangezien zij niet gedurende vijf jaar volledig aan haar betalingsverplichtingen heeft voldaan. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen dringende redenen zijn om van de terugvordering af te zien, ondanks de financiële krapte van eiseres.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat het bestreden besluit van het UWV in stand blijft. Eiseres heeft geen recht op kwijtschelding van de terugvordering, en de rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de proceskosten te veroordelen.