ECLI:NL:RBROT:2023:10192

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 november 2023
Publicatiedatum
3 november 2023
Zaaknummer
C/10/652857 / HA ZA 23-154
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident in renvooiprocedure met betrekking tot de aansprakelijkheid van de eigenaar van het motorschip 'Julietta D' en de voeging van belanghebbende Pechora Star

In deze zaak, die zich afspeelt in de rechtbank Rotterdam, is op 1 november 2023 een vonnis gewezen in een incident binnen een renvooiprocedure. De hoofdzaak betreft de aansprakelijkheid van de eigenaar van het motorschip 'Julietta D', dat tijdens storm Corrie op 31 januari 2022 van zijn anker is losgeslagen en in aanvaring is gekomen met meerdere objecten, waaronder het schip 'Pechora Star'. De eigenaar van 'Julietta D' heeft verzocht om beperking van aansprakelijkheid, wat door de rechtbank is toegewezen. TenneT en Vattenfall, die ook belanghebbenden zijn, hebben hoger beroep ingesteld tegen deze beschikking.

In het incident heeft Pechora Star verzocht om zich te voegen aan de zijde van TenneT en Vattenfall. De rechtbank heeft geoordeeld dat het voegingsverbod van artikel 642r lid 4 Rv niet van toepassing is, omdat Pechora Star zich eerder heeft aangesloten bij de betwistingen van TenneT en Vattenfall. De rechtbank heeft vastgesteld dat Pechora Star een belang heeft bij de voeging, aangezien zij mogelijk nadelige gevolgen ondervindt als de vorderingen van TenneT en Vattenfall in de hoofdzaak worden afgewezen.

De rechtbank heeft de incidentele vordering van Pechora Star toegewezen en Julietta D veroordeeld in de proceskosten van het incident. De zaak zal op 29 november 2023 weer op de rol komen voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van Pechora Star. Dit vonnis is gewezen door mr. M. Witkamp en openbaar uitgesproken op 1 november 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/652857 / HA ZA 23-154
Vonnis in incident van 1 november 2023
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TENNET TSO B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. B.G.F. Simons te Rotterdam,
2. commanditaire vennootschap
VATTENFALL HOLLANDSE KUST ZUID 1&2 C.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VATTENFALL HOLLANDSE KUST ZUID 1&2 BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
4. commanditaire vennootschap
VATTENFALL HOLLANDSE KUST ZUID 3&4 C.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VATTENFALL HOLLANDSE KUST ZUID 3&4 BEHEER B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
6. de naamloze vennootschap
VATTENFALL DUURZAME ENERGIE N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
7. de naamloze vennootschap
VATTENFALL ENERGY TRADING NETHERLANDS N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
8. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HKZ INVESTOR HOLDING B.V.,
gevestigd te Arnhem,
eiseres,
verweerster in het incident,
advocaat mr. P.J. Hoepel te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JULIETTA D B.V.,
gevestigd te Zeist,
gedaagde in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. H.C.A. van der Houven van Oordt te Rotterdam,
en
de rechtspersoon naar vreemd recht
VALLOEBY PECHORA STAR LTD,
gevestigd te Msida, Malta,
eiseres in het incident,
advocaat mr. M. Wattel te Rotterdam.
De eiseressen in de hoofdzaak genoemd onder 2 tot en met 8 zullen hierna gezamenlijk (in enkelvoud) Vattenfall genoemd worden.
De overige partijen in dit incident zullen hierna TenneT, Julietta D en Pechora Star genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het proces-verbaal van verificatievergadering in de zaak met zaaknummer / rekestnummer C/10/635045 / HA RK 22-267 gehouden op 21 november 2022, op grond waarvan TenneT en Vattenfall als eisers en Julietta D als verweerster naar renvooi zijn verwezen tegen de roldatum 15 februari 2023;
  • de conclusie van eis in renvooi van TenneT, met producties;
  • de conclusie van eis in renvooi van Vattenfall;
  • de incidentele conclusie tot voeging van Pechora Star;
  • de akte tot referte in het incident tot voeging van TenneT;
  • de incidentele conclusie van antwoord van Julietta D, met producties;
  • de akte uitlaten producties van Pechora Star.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten in het incident

De rechtbank neemt in dit incident de volgende feiten tot uitgangspunt:
2.1.
Julietta D is eigenaar van het motorschip “Julietta D”. Pechora Star is eigenaar van het schip “Pechora Star”.
2.2.
Tijdens storm Corrie op 31 januari 2022 is de “Julietta D” van haar anker losgeslagen, waarna het schip in aanraking is gekomen met meerdere objecten, te weten het schip “Pechora Star”, de fundatie van een windturbine en de jacket van een platform.
2.3.
Bij verzoekschrift van 11 maart 2022 heeft Julietta D verzocht tot beperking van aansprakelijkheid op grond van artikel 8:750 e.v. BW en op grond van het Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen 1976 zoals gewijzigd bij het Protocol van 1996 (hierna: LLMC). Dat verzoek is bij beschikking van 18 mei 2022 toegewezen. Julietta D heeft op 24 mei 2022 voldaan aan het bevel van de rechtbank om het zakenfonds te stellen. TenneT, Vattenfall en Pechora Star zijn belanghebbenden in deze procedure. TenneT en Vattenfall hebben hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank.

3.De vorderingen in de hoofdzaak

3.1.
TenneT heeft de rechtbank gevorderd om, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:iedere beslissing aan te houden totdat door het hof definitief is beslist over de vraag of sprake is van één of meerdere incidenten, althans of de vordering van TenneT thuishoort in het reeds door Julietta D gestelde fonds;
Subsidiair:
Voor recht te verklaren dat het fonds op basis van het verzoek van 11 maart 2022 uitsluitend ziet op vorderingen voortvloeiend uit de aanvaring met de windturbine van Vattenfall, en dat de vorderingen van TenneT verband houdende met de aanvaring met het platform dienen te worden aangemerkt als vorderingen waarvoor Julietta D haar aansprakelijkheid slechts kan beperken door een afzonderlijk beperkingsfonds te stellen, met veroordeling van Julietta D in de kosten van de renvooiprocedure;
Meer subsidiair:
Voor recht te verklaren dat Julietta D geen recht heeft om zich ten opzichte van de door TenneT, Vattenfall en Pechora Star ingediende vorderingen op beperking van aansprakelijkheid te beroepen middels het gestelde fonds, met veroordeling van Julietta D in de kosten van de renvooiprocedure.
3.2.
Vattenfall heeft de rechtbank gevorderd om, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:de zaak aan te houden totdat in de procedures voor het Gerechtshof Den Haag (zaaknummers 200.313.605/01/200.313.753/01) onherroepelijk is beslist;
Subsidiair:voor recht te verklaren dat Julietta D op basis van het op haar verzoek van 11 maart 2022 gevormde limitatiefonds uitsluitend gerechtigd is haar aansprakelijkheid ten opzichte van Vattenfall te beperken, althans niet gerechtigde is haar aansprakelijkheid te beperken ten opzichte van TenneT en Pechora Star;
3.3.
Julietta D heeft nog geen verweer gevoerd in de hoofdzaak.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Pechora Star vordert dat de rechtbank haar toestaat om zich in de zaak met zaaknummer C/10/652857 met rolnummer 23-154 te voegen aan de zijde van Vattenfall en TenneT en een datum te bepalen voor het indienen door Pechora Star van een conclusie van eis in renvooi, kosten rechtens.
4.2.
TenneT heeft zich bij akte gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3.
Van Vattenfall is geen conclusie van antwoord in het incident ontvangen.
4.4.
Julietta D heeft verweer gevoerd tegen de incidentele vordering tot voeging van Pechora Star en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van Pechora Star in het incident, dan wel afwijzing van haar incidentele vordering, met veroordeling van Pechora Star in de kosten van het incident.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
In de hoofdzaak gaat het in de kern om de vraag of Julietta D haar aansprakelijkheid voor de door TenneT, Vattenfall en Pechora Star ingediende vorderingen kan beperken door het stellen van één fonds, zoals zij reeds heeft gedaan, of dat zij dat dient te doen door middel van het stellen van meerdere fondsen. In dat kader moet worden beoordeeld of de aanvaringen tussen de “Julietta D” en de Pechora Star, tussen de “Julietta D” en de windturbine en de “Julietta D” en het platform kwalificeren als één ‘
occasion’ of dat sprake is van op zichzelf staande ‘
distinct occasions’, waarvoor meerdere beperkingsfondsen zouden moeten worden gevormd omdat (in de lezing van TenneT en Vattenfall) sprake is van ‘
distinct occasions’ in de zin van het LLMC.
5.2.
Ter onderbouwing van haar incidentele vordering stelt Pechora Star dat zij een belang bij voeging heeft omdat zij mogelijk nadelige gevolgen ondervindt als de vorderingen van Vattenfall en TenneT in de hoofdzaak worden afgewezen. In dat geval zal het door Julietta D gestelde beperkingsfonds blijven dienen tot beperking van aansprakelijkheid voor de gevolgen van alle aanrakingen tezamen, te weten de aanvaring van het schip de “Julietta D” met het schip “Pechora Star”, de aanvaring van de “Julietta D” met de fundatie van de windmolen van Vattenfall en de aanvaring van de “Julietta D” met het transformatorplatform van TenneT.
Voegingsverbod 642r lid 4 Rv
5.3.
Julietta D voert aan dat het voegingsverbod van artikel 642r lid 4 Rv in de weg staat aan toewijzing van de incidentele vordering omdat (samengevat) Pechora Star noch bij het indienen van haar vorderingen bij de vereffenaar noch op de verificatievergadering van 21 november 2022 enige betwisting heeft gedaan ten aanzien van het beroep van Julietta D op beperking van aansprakelijkheid door middel van het gestelde fonds.
5.4.
De rechtbank overweegt als volgt. Artikel 642r lid 4 Rv bepaalt specifiek voor beperkingsprocedures dat schuldeisers (zoals Pechora Star) die bij de indiening van hun vordering, noch bij de verificatievergadering betwisting hebben gedaan, zich niet in een renvooiprocedure kunnen voegen. De ratio daarachter is het uitgangspunt dat schuldeisers hun bezwaren tegen een vordering of een beperkingsberoep op de verificatievergadering naar voren moeten brengen. Als een schuldeiser dat niet heeft gedaan kan hij zich niet voegen in een renvooiprocedure om alsnog een betwisting te doen. Bezwaren tegen de verificatie van een vordering of een beroep op beperking van aansprakelijkheid moet op de verificatievergadering aan de orde komen.
5.5.
Tijdens de verificatievergadering van 21 november 2022 zijn TenneT, Vattenfall en Pechora Star als belanghebbenden verschenen.
Uit het proces-verbaal van de verificatievergadering blijkt dat TenneT en Vattenfall hebben betwist dat Julietta D (verzoekster in de beperkingsprocedure) haar aansprakelijkheid mag beperken door middel van het stellen van één fonds:
“Mr. Simons (…) betwist wel dat alle ingediende vorderingen in één, te weten dit, fonds thuishoren.”
en
“Mr. Hoepel verklaart dat hij zich over de stelling van verzoekster, dat de schuld van het schip niet wordt betwist, wil beraden. Vooralsnog handhaaft hij zijn verweer dat verzoekster niet het recht heeft om haar aansprakelijkheid te beperken.”
Uit het proces-verbaal blijkt voorts dat Pechora Star zich heeft aangesloten bij de standpunten van TenneT en Vattenfall:
“Mr. Wattel sluit zich aan bij het standpunt (…) dat er meer fondsen gesteld moeten worden. Hij kan echter nog geen antwoord geven op de vraag of hij zich namens Pechora Star zal voegen in een eventuele renvooiprocedure over dit onderwerp. Hij wil liever de uitkomst van het hoger beroep afwachten in plaats van dezelfde rechtsvraag in een renvooiprocedure aan de orde te stellen.”.
5.6.
Uit de weergegeven onderdelen uit het proces-verbaal van de verificatievergadering blijkt dat Pechora Star zich heeft aangesloten bij de betwistingen van Vattenfall en TenneT. Daarmee is evident dat Pechora Star ook het standpunt heeft ingenomen dat zij het oneens is met het beroep van Julietta D op beperking van aansprakelijkheid door middel van één fonds. Dat is naar het oordeel van de rechtbank een voldoende betwisting, waardoor het voegingsverbod geen toepassing vindt. Bovendien heeft de rechter-commissaris het belang van Pechora Star gezien en haar toegestaan om zich desgewenst in deze renvooiprocedure te voegen aan de zijde van TenneT en Vattenfall. In het proces-verbaal van die verificatievergadering is bij de renvooiverwijzing van TenneT en Vattenfall als eisers en Julietta D als verweerder in renvooi over het recht van Julietta D om zich ten opzichte van de door TenneT, Vattenfall en Pechora Star ingediende vorderingen op beperking van aansprakelijkheid te beroepen middels het gestelde fonds om die reden toegevoegd: “
Pechora Star kan zich indien gewenst aan de zijde van TenneT en Vattenfall voegen in deze zaak”. Ook om die reden is het voegingsverbod van artikel 642r lid 4 Rv niet aan de orde.
Geen ander doel dan vertraging; misbruik van procesrecht
5.7.
Julietta D voert verder aan dat het Pechora Star uitsluitend te doen is om de renvooiprocedure te vertragen en dat zij daarmee misbruik van procesrecht maakt. Julietta D wijst er daarbij (samengevat) op:
  • dat Pechora Star op de rol van 10 mei 2023 een uitstelverzoek heeft gedaan en daarbij heeft medegedeeld dat op korte termijn een uitspraak van het Hof werd verwacht in het hoger beroep tegen de onder 2.3 vermelde beschikking en het zinvol was om die uitspraak af te wachten, terwijl die mededeling onjuist was en het niet klopte dat het Hof op korte termijn uitspraak zou doen in de hoger beroepsprocedure;
  • dat het indienen van de incidentele conclusie tot voeging niet anders kan worden gezien dan een verdere poging om de voortgang in deze en de andere parallel lopende renvooizaken verder te frustreren;
  • dat Pechora Star in een andere (met deze zaak samenhangende) renvooiprocedure om zes weken uitstel had verzocht om haar conclusie van eis in te dienen;
  • dat Pechora Star het hoger beroep tegen de onder 2.3 genoemde beschikking op een oneigenlijke wijze heeft proberen te ontregelen en te misbruiken voor misplaatste zelfstandige verzoeken.
5.8.
Bij de beoordeling wordt voorop gesteld dat pas sprake is van misbruik van (proces)recht als het instellen van de vordering, gelet op de evidente ongegrondheid ervan, in verband met de betrokken belangen van de wederpartij achterwege had behoren te blijven. Hiervan kan eerst sprake zijn als eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende dan wel behoorde te kennen of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden (HR 29 juni 2007, LJN BA3516, NJ 2007/353, r.o. 5.1).
5.9.
Die situatie doet zich hier naar het oordeel van de rechtbank niet voor. Onder verwijzing naar het oordeel onder r.o. 5.6 van dit vonnis staat vast dat Pechora Star een belang heeft bij de voeging in deze renvooiprocedure. Alleen al daarom kan niet worden gezegd dat Pechora Star dit incident heeft opgeworpen met als enig doel om de renvooiprocedure te vertragen.
5.10.
Daarbij komt dat het ontstaan van enige vertraging in de renvooiprocedure inherent is aan het instellen van de incidentele vordering tot voeging door Pechora Star. De rechtbank stelt vast dat Pechora Star haar incidentele vordering tot voeging op grond van artikel 218 Rv tijdig heeft ingesteld, namelijk vóór of op de roldatum waarop de laatst de conclusie in het aanhangige geding wordt genomen. Een in beginsel toewijsbare vordering tot voeging kan niet – behoudens bijzondere omstandigheden – wegens strijd met de eisen van een goede procesorde worden afgewezen op de grond dat de procedure in de renvooiprocedure als gevolg van de voeging wordt vertraagd (zie Hoge Raad 28 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:768). De door Julietta D aangevoerde omstandigheden ter onderbouwing van haar verweer, zijn geen omstandigheden die een uitzondering op dit uitgangspunt rechtvaardigen. De hoger beroepsprocedure tegen de onder 2.3 genoemde beschikking staat procedureel los van de renvooiprocedures bij deze rechtbank. Daarnaast geldt dat het enkele feit dat Pechora Star in de andere renvooiprocedures die zijn voortgekomen uit de verificatievergadering om uitstel voor het indienen van de conclusie van eis heeft verzocht, ook niet als bijzondere omstandigheid nu niet is gesteld, noch is gebleken dat dat verzoek om uitstel ongeoorloofd of in strijd met de goede procesorde was.
5.11.
De rechtbank zal de incidentele vordering van Pechora Star aldus toewijzen.
5.12.
Julietta D zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van € 598,00 (1 punt volgens liquidatietarief II) van het incident worden veroordeeld.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
staat Pechora Star toe zich op de voet van artikel 217 Rv in de hoofdzaak te voegen aan de zijde van TenneT en Vattenfall;
6.2.
veroordeelt Julietta D in de kosten van het incident, aan de zijde van Pechora Star tot op heden begroot op € 598,00;
6.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak
6.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
29 november 2023voor het nemen van een conclusie van antwoord aan de zijde van Pechora Star.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Witkamp en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2023.
3266/2054