In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 29 september 2023, is het ouderlijk gezag van de ouders over de minderjarigen [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat beide ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheden van een gezaghebbende ouder adequaat uit te voeren. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om beëindiging van het gezag, omdat de moeder in Syrië verblijft zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en de vader niet als constante factor in het leven van de kinderen kan worden beschouwd. De kinderen hebben een belast verleden, zijn getuige geweest van huiselijk geweld en hebben te maken gehad met kindermishandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders niet in staat zijn om de zorg voor de kinderen op zich te nemen, wat leidt tot ernstige bedreiging van hun ontwikkeling.
De rechtbank heeft ook de rol van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering als voogd over de kinderen benoemd. De GI heeft zich bereid verklaard om deze rol op zich te nemen, zodat de belangen van de kinderen gewaarborgd kunnen worden. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele hoger beroep procedures. De ouders hebben de mogelijkheid om binnen drie maanden na de uitspraak in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.