ECLI:NL:RBROT:2023:10126

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2023
Publicatiedatum
1 november 2023
Zaaknummer
10483454 CV EXPL 23-12217
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van informatieverplichtingen bij een eenmalige koop en de gevolgen van schendingen

In deze zaak heeft Billink Financial Solutions B.V. een vordering ingesteld tegen [persoon01] voor de betaling van een factuur van € 85,69, die voortvloeit uit een online aankoop van een bril. [persoon01] heeft de bril besteld via de website van Charlie Temple en gekozen voor de optie om achteraf te betalen. Hij is het niet eens met de vordering van Billink en heeft een tegeneis ingediend voor terugbetaling, omdat hij ontevreden was over het product. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Billink niet heeft aangetoond dat [persoon01] de bril heeft geretourneerd of dat er een prijsreductie is overeengekomen. De rechter heeft de eis van Billink toegewezen tot een bedrag van € 64,27, maar met een vermindering van 25% vanwege schending van essentiële informatieverplichtingen door Billink. De rechter heeft vastgesteld dat Billink niet heeft voldaan aan de verplichtingen om de consument tijdig en op een duurzame gegevensdrager te informeren over de levertermijn en het ontbindingsrecht. De kantonrechter heeft ook de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente toegewezen aan Billink, en [persoon01] is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10483454 CV EXPL 23-12217
datum uitspraak: 20 oktober 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Billink Financial Solutions B.V.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: Deurwaarderskantoor Van Lith B.V.,
tegen
[persoon01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Billink’ en ‘ [persoon01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 13 april 2023, met bijlagen;
  • het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de repliek in conventie met antwoord in reconventie.

2.De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
[persoon01] heeft op de website van Charlie Temple (hierna: ‘handelaar’) een bril besteld en daarbij gekozen voor de optie om achteraf te betalen aan Billink B.V., die de vordering op haar beurt heeft overgedragen aan Billink. In deze procedure vordert Billink betaling van de factuur van € 85,69 met bijkomende kosten, omdat [persoon01] volgens haar niet heeft betaald.
2.2.
[persoon01] is het niet eens met de eis van Billink en heeft als tegeneis ingediend dat hij zijn geld terug wil. Hij was niet tevreden met de bril en heeft daarover gemaild met de handelaar. Onder protest heeft hij aangegeven de bril te willen behouden, maar dat hij dan wel graag een reductie op de factuur zou willen ontvangen. De handelaar ging daarmee niet akkoord. [persoon01] heeft de bril daarom, ondanks dat hij geen retoursticker had ontvangen, teruggestuurd naar de handelaar.
2.3.
Billink is het niet eens met de tegeneis van [persoon01] , omdat er geen retourzending of betaling heeft plaatsgevonden.
De conclusie
2.4.
De eis van Billink wordt toegewezen tot een bedrag van € 64,27 aan hoofdsom, te vermeerderen met bijkomende kosten. De tegeneis van [persoon01] wordt afgewezen. Hierna worden deze beslissingen toegelicht.
Geen nadere reactie [persoon01]
2.5.
Van de mogelijkheid om op de repliek in conventie met antwoord in reconventie van Billink te reageren, heeft [persoon01] geen gebruik gemaakt. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de stellingen die Billink in dit processtuk heeft ingenomen. Dit betekent dat niet gebleken is dat [persoon01] een betaling heeft gedaan en/of het product retour heeft gestuurd. Ook is niet gebleken dat overeenstemming is bereikt over een prijsreductie. De eis van Billink is daarom in beginsel toewijsbaar, maar zoals hierna wordt uitgelegd zal de betalingsverplichting van [persoon01] met 25% worden verminderd omdat Billink niet heeft aangetoond dat zij en/of de handelaar alle essentiële informatieverplichtingen naar behoren hebben nageleefd.
2.6.
De tegeneis van [persoon01] tot terugbetaling van het aankoopbedrag wordt afgewezen, omdat hij zijn stellingen onvoldoende (nader) heeft onderbouwd. Niet gebleken is immers dat [persoon01] de koopprijs heeft voldaan.
Naleven informatieverplichtingen
2.7.
De overeenkomst is gesloten op afstand (namelijk via een website) tussen een handelaar (Charlie Temple) en een consument ( [persoon01] ).
2.8.
Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomsten moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken [1] en deze informatie bevestigen op een duurzame gegevensdrager, zoals een e-mail of een brief.
2.9.
De Hoge Raad heeft beslist dat de rechter ambtshalve moet onderzoeken of aan een aantal essentiële informatieverplichtingen is voldaan en dat de rechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk moet vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting. [2]
2.10.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen een sanctierichtlijn [3] opgesteld. Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat bij minder dan vier voldoende ernstige schendingen de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% en bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen met 50%. Eventuele schendingen van de verplichting om de informatie te bevestigen op een duurzame gegevensdrager worden daarbij gerekend als hoogstens één schending.
2.11.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Bij deze beoordeling wordt een onderscheid gemaakt tussen het verstrekken van de informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst en het bevestigen van de informatie op een duurzame gegevensdrager. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken.
verstrekken van informatie bij of voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst
de levertermijn
2.12.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g BW moet de termijn waarbinnen zal worden geleverd, worden vermeld. Niet vereist is dat de precieze dag wordt vermeld maar wel vereist is dat de verwachte levertermijn duidelijk is. Billink heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
bevestiging van de informatie op een duurzame gegevensdrager
de wijze van levering
2.13.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet de verwachte levertermijn aan de consument worden verstrekt op een duurzame gegevensdrager. Aan deze verplichting kan ook worden voldaan door het sturen van een track-and-trace-code of een hyperlink. Billink heeft niet aangetoond dat hieraan is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
het ontbindingsrecht
2.14.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h in combinatie met artikel 6:230v lid 7 BW moet het recht van de consument om de overeenkomst binnen een bepaalde periode te ontbinden worden bevestigd op een duurzame gegevensdrager. Daarnaast moet het modelformulier worden bijgevoegd, eventueel in de vorm van een hyperlink die direct naar het formulier verwijst. In het modelformulier moeten de contactgegevens van eiseres zijn genoemd. Billink heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat bij de bevestiging van de informatie artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
conclusie essentiële informatieverplichtingen
2.15.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen in die zin dat de betalingsverplichting van de [persoon01] wordt verminderd met 25%. Er is in dit geval namelijk sprake van minder dan vier voldoende ernstige schendingen. Dat betekent dat € 64,27 aan hoofdsom wordt toegewezen (75% van € 85,69, de hoofdsom).
Buitengerechtelijke kosten en rente
2.16.
Billink heeft recht op een vergoeding voor buitengerechtelijke kosten op basis van de toewijsbare hoofdsom op het moment van de veertiendagenbrief. Daarom is € 40,00 aan buitengerechtelijke kosten toewijsbaar.
2.17.
De wettelijke rente wordt toegewezen over de openstaande hoofdsom vanaf de dag waarop [persoon01] in verzuim is, te weten 17 juli 2022. Het meerdere is niet toewijsbaar.
Proceskosten
2.18.
[persoon01] krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten in conventie aan de kant van Billink tot vandaag vast op € 107,84 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 78,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 39,00). Dit is totaal € 313,84. In reconventie worden deze kosten aan de kant van Billink tot vandaag vastgesteld op € 19,50 aan salaris voor de gemachtigde (½ x 1 punt x € 39,00). Voor kosten die Billink maakt na deze uitspraak moet [persoon01] een bedrag betalen van € 19,50 (½ punt x € 39,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.19.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
3.1.
veroordeelt [persoon01] om aan Billink te betalen € 104,27 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 64,27 vanaf 17 juli 2022 tot de dag dat volledig is betaald;
in reconventie
3.2.
wijst de vordering af;
in conventie en in reconventie
3.3.
veroordeelt [persoon01] in de proceskosten, die aan de kant van Billink tot vandaag worden vastgesteld op € 333,34;
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Aukema-Hartog en in het openbaar uitgesproken.
43416

Voetnoten

1.Zie de artikelen 6:230m e.v. van het Burgerlijk Wetboek
2.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677
3.Deze richtlijn is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl