ECLI:NL:RBROT:2022:9935
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens misbruik van recht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 november 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en het Drechtstedenbestuur. De eiser, die eerder een aanvraag voor bijzondere bijstand had ingediend, was van mening dat hij niet was gehoord in de bezwaarprocedure en dat hem geen vergoeding voor verletkosten was toegekend. De rechtbank oordeelde dat, aangezien het Drechtstedenbestuur in bezwaar al tegemoet was gekomen aan de eiser door bijzondere bijstand toe te kennen, er geen legitiem belang was voor de eiser om alsnog gehoord te worden. De rechtbank concludeerde dat het verzoek om ontheffing van griffierecht, ingediend op basis van betalingsonmacht, niet kon worden gehonoreerd omdat de eiser met deze procedure misbruik van recht maakte. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiser niet-ontvankelijk, omdat hij in verzuim was het verschuldigde griffierecht te voldoen. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar gedaan. De eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak.