ECLI:NL:RBROT:2022:9871

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 september 2022
Publicatiedatum
15 november 2022
Zaaknummer
9601637 \ CV EXPL 21-42684
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit bij verkoop gerenoveerd appartement met ouderdomsclausule en niet-zelfbewoningsclausule

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 30 september 2022, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. B.J.J. Lokate, een vordering ingesteld tegen Goodwin Westbay B.V., vertegenwoordigd door mr. M.A. van Kleef, naar aanleiding van gebreken aan een gerenoveerd appartement dat op 5 oktober 2018 aan hen is geleverd. De eisers stellen dat de badkamer niet geschikt was voor normaal gebruik, omdat na twee jaar de tegels loskwamen en er lekkage ontstond. De rechtbank oordeelt dat de badkamer op het moment van levering niet voldeed aan de verwachtingen die de eisers op basis van de koopovereenkomst mochten hebben. De kantonrechter concludeert dat de gebreken niet in de weg staan aan een beroep op non-conformiteit, ondanks de ouderdomsclausule en niet-zelfbewoningsclausule in de overeenkomst. De rechtbank wijst erop dat de gebreken zijn ontstaan door fouten tijdens de installatie van de badkamer, en dat de eisers tijdig aan hun klachtplicht hebben voldaan. Goodwin Westbay wordt veroordeeld tot betaling van € 7.950,40 aan eisers, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van € 1.564,09. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9601637 \ CV EXPL 21-42684
datum uitspraak: 30 september 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van

1.[eiser01]

2.
[eiser02]
woonplaats: [woonplaats01] ,
eisers,
gemachtigde: mr. B.J.J. Lokate,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Goodwin Westbay B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. M.A. van Kleef.
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] c.s.’ en ‘Goodwin Westbay’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 3 december 2021, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte vervanging/verbetering van een verschrijving in een productie van [eiser01] c.s., met bijlagen;
  • de akte nadere onderbouwing en vermindering van eis van [eiser01] c.s., met bijlagen;
  • de akte overlegging aanvullende producties van Goodwin Westbay, met bijlagen.
1.2.
Op 6 september 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en hun gemachtigden besproken. Namens Goodwin Westbay was de heer [naam01] aanwezig.

2.De feiten

2.1.
Tussen [eiser01] c.s. en Goodwin Westbay is op 13 september 2018 een koopovereenkomst (hierna: de koopovereenkomst) tot stand gekomen, waarbij Goodwin Westbay een appartementsrecht met betrekking tot een woning aan de [adres01] in Rotterdam (hierna: de woning) heeft verkocht aan [eiser01] c.s. voor een bedrag van € 349.000,00.
2.2.
In de koopovereenkomst zijn onder meer de volgende bepalingen opgenomen:

artikel 6 Staat van de onroerende zaak/Gebruik
6.1.
De onroerende zaak zal aan koper worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt, derhalve met alle daarbij behorende (…) zichtbare en onzichtbare gebreken (…). Koper aanvaardt deze staat (…).
(…)
6.3.
De onroerende zaak zal bij de juridische overdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woning.
(…)
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Gebreken die het normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst komen voor rekening en risico van koper.
Voor gebreken die het normale gebruik belemmeren en die niet aan koper bekend of kenbaar waren op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst is verkoper uitsluitend aansprakelijk voor de herstelkosten. Bij het vaststellen van de herstelkosten wordt rekening gehouden met de aftrek 'nieuw voor oud'.
Verkoper is niet aansprakelijk voor overige (aanvullende) schade, tenzij verkoper een verwijt treft.
(…)
artikel 26 Ouderdomsclausule
Koper verklaart ermee bekend te zijn dat de woning meer dan 60 jaar oud is, wat betekent dat de eisen die aan de bouwkwaliteit gesteld mogen worden aanzienlijk lager liggen dan bij nieuwe woningen. Tenzij de verkoper de kwaliteit ervan gegarandeerd heeft, staat hij niet in voor de kwaliteit van de vloeren, het dak, de leidingen voor elektriciteit, gas en water, de riolering, afwezigheid van ongedierte c.q. schimmels (houtworm, boktor, zwam, etc.) en de afwezigheid van doorslaand vocht en/of optrekkend vocht, asbest en asbesthoudende materialen.
Bouwkundige kwaliteitsgebreken worden geacht niet belemmerend te werken op het in artikel 6.3 omschreven woongebruik. Koper heeft de mogelijkheid om het gekochte bouwkundig te inspecteren. Aansprakelijkheden worden uitgesloten.
artikel 27 Feitelijke bewoning.
Verkoper heeft koper geattendeerd op het feit dat hij het verkochte nooit zelf feitelijk heeft gebruikt en dat hij derhalve koper niet heeft kunnen informeren over eigenschappen c.q. gebreken aan het verkochte, waarvan hij op de hoogte zou kunnen zijn geweest als hij het verkochte zelf feitelijk had gebruikt.
artikel 28 nadere afspraken
28.1
De woning zal worden afgebouwd en worden opgeleverd volgens onderstaande actiepunten:
(…)
-
Nieuwe badkamer incl. installaties
Aparte toilet incl. Sanitair 2x;
Nilo wandcloset en zitting soft close wit
Geberit drukpaneel wit, zilver, wit
H Grohe douchethermostaat met regendouche met
handspoeldouche chrome Leff design fontein 20x 40 wit
(compleet) met chrome kraan Glazen douchewand (zij) 90 cm met 90cm nisdeur.
Vloerdrain tegel
Design radiator 180x 60 wit met midden aansluiting MDF
Badkamermeubel 80 cm hoogglanswit (compleet) Ronde spiegel met ledverlichting
H Grohe wastafelkraan chrome incl Klikwaste chrome
Duobad 180x 80 wit incl, potenstel
H Grohe badthermostaat chr
H Grohe bad, en doucheset chr
Wandtegels 31,6x 90 cm Structuur Grigio
Wand/ Vloertegels 60x 60 Taupe TB;
(…).”.
2.3.
Op 5 oktober 2018 heeft levering van de woning plaatsgevonden.
2.4.
Bij e-mail van 27 juli 2020 hebben [eiser01] c.s. aan Goodwin Westbay laten weten dat het voegwerk van de tegels in de badkamer losliet en dat daardoor lekkage ontstond in de woning van hun onderbuurman zodra zij de douche aanzetten.
2.5.
Op 28 april 2021 zijn de badkamer en de toiletten in opdracht van [eiser01] c.s. onderzocht door VDW-BM Bouwmanagement (hierna: VDW-BM). In het rapport dat naar aanleiding van die inspectie door VDW-BM is opgesteld is onder meer het volgende vermeld:

Door en/of in opdracht van opdrachtgever zijn er in de douche enkele wand- en vloertegels verwijderd om te onderzoeken wat de oorzaak van de lekkage onderbuurman als ook de gescheurde voegen in de badkamer en toilet
(…)
Constateringen
  • hoog vochtigheidsgehalte opvoegen wand- en vloertegels douchehoek terwijl douche al enkele weken niet gebruikt wordt.
  • hoog vochtigheidsgehalte op ondervloer t.p.v. verwijderde vloer- en wandtegels.
  • het ontbreken van waterdichte coating en kimband bij aansluiting wand en vloer, vloer met douchegoot en wanden onderling
  • het gebruik van standaard gipsplaten in de badkamer i.p.v. vochtbestendige gipsplaten
  • combinatie houten balklaag met vezelachtige onderplaat (fermacell) is in deze niet geschikt vanwege het feit dat de te veel beweegt (doorbuigt) waardoor de voegen in de vloer scheuren.
Advies / conclusie
Badkamervloer verwijderen incl ondervloer. Nieuwe zwaluwstaartvloer aanbrengen met mortellaag waarop de nieuwe tegelvloer aangebracht kan worden.
De wandtegels rondom douche verwijderen, gipsplaten vervangen door vochtbestendige gipsplaten en hierop nieuwe tegels op aanbrengen waarbij waterdichte coating en kimband wordt aangebracht”.
2.6.
Bij brief van 25 mei 2021 heeft de gemachtigde van [eiser01] c.s. Goodwin Westbay namens hen in gebreke gesteld en haar gesommeerd de badkamer binnen veertien dagen te herstellen.
2.7.
Bij brief van 22 juni 2021 heeft de gemachtigde van [eiser01] c.s. aan Goodwin Westbay medegedeeld dat [eiser01] c.s. het recht hadden de koopovereenkomst gedeeltelijk te ontbinden.
2.8.
Op 12 augustus 2021 is in opdracht van Goodwin Westbay een onderzoek gedaan door RGJB Building Consultants B.V. (hierna: RGJB). In het rapport van RGJB van 19 september 2021 is onder meer het volgende vermeld:

3 jaar geleden is de badkamer gerenoveerd. In de badkamer is lekkage ontstaan. De lekkage heeft schade aangebracht aan het wandwerk ter plaatse van de douche.
Tevens is aangegeven dat er schades zijn in de 2 toiletruimtes van het appartement. Om de oorzaak van de schades te bepalen is ter plaatse een inspectie uitgevoerd. Tijdens de inspectie is gelet op de materiaalkeuze, ontstane schade en de oorzaak van de ontstane schade.
Dit rapport beschrijft de schades die ter plaatse zijn geconstateerd. Ook zal een behandeling worden voorgeschreven, met als uitgangspunt de lekkage te verhelpen en de schade te repareren.
(…)
Badkamer
(…)
Oorzaak van loskomen is niet met zekerheid vast te stellen. Losliggende vloertegels gelegd op fermacell vloerplaten. Tegels verwijderen. Ondergrond homogeen maken en egaliseren. Fermacell vloerplaten vastschroeven waar nodig. Nieuwe gelijkwaardige vloertegels aanbrengen met een cementgebonden tegellijm C2 kwaliteit.
(…)
Conclusie:
Na de inspectie is schade geconstateerd. Met name aan de tegelvloer en wand van de
badkamer. Van alle geconstateerde schades is de oorzaak 3 jaar na opleverdatum visueel
niet meer met zekerheid vast te stellen.
2.9.
[eiser01] c.s. hebben de badkamer, met inbegrip van sanitair en tegels, laten vervangen door Sanisale.com (hierna: Sanisale). De kosten daarvan hebben € 16.380,05 bedragen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser01] c.s. eisen samengevat, na vermindering van eis:
- Goodwin Westbay te veroordelen aan hen te betalen € 17.318,85 met rente;
- Goodwin Westbay te veroordelen in de proceskosten met nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 16.380,05 en buitengerechtelijke kosten van € 938,80.
3.2.
[eiser01] c.s. baseren de eis - kort weergegeven - op het volgende. De woning is niet geschikt voor normaal gebruik, omdat na twee jaar vloertegels en wandtegels in de badkamer zijn losgekomen en het voegwerk is gescheurd. Daardoor was de badkamer niet meer waterdicht en is er lekkage ontstaan naar de onderburen. [eiser01] c.s. hadden niet hoeven te verwachten dat de vloer- en wandtegels binnen twee jaar na de levering los zouden komen te zitten. Goodwin Westbay is in gebreke gesteld en is in verzuim geraakt. De schade bestaat uit de herstelkosten van de badkamer, die € 16.380,05 bedragen.
3.3.
Goodwin Westbay is het niet eens met de eis en voert - kort samengevat - het volgende aan. Goodwin Westbay betwist dat er sprake is van een gebrek. Voor zover wel sprake zou zijn van een gebrek, staat dat gebrek niet in de weg aan een normaal gebruik van de woning. De koopovereenkomst bevat een exoneratiebeding, een ouderdomsclausule en een niet-zelfbewoningsbeding, die in de weg staan aan een beroep op non-conformiteit. Goodwin Westbay heeft aan haar mededelingsplicht voldaan, terwijl [eiser01] c.s. geen bouwkundige keuring hebben laten uitvoeren en de woning voor de levering niet hebben geïnspecteerd. [eiser01] c.s. hebben niet aan hun klachtplicht voldaan. Ook hebben [eiser01] c.s. de situatie zelf in de hand gewerkt en verergerd, door zelf te proberen de mankementen te herstellen. Goodwin Westbay betwist verder de omvang van de geclaimde herstelkosten.

4.De beoordeling

De hoofdvordering
Wat mochten [eiser01] c.s. op grond van de overeenkomst verwachten?
4.1.
In artikel 7:17 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is bepaald dat een zaak (zoals een woning) aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak op het moment van levering de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen (artikel 7:17 lid 2 BW).
4.2.
Naar het oordeel van de kantonrechter bezat de badkamer op het moment van levering niet de eigenschappen die voor een normaal gebruik daarvan nodig waren. De kantonrechter komt tot dat oordeel op de volgende gronden.
4.3.
Bij de uitleg van de term ‘normaal gebruik’ moet worden gekeken naar wat daaronder naar gangbaar spraakgebruik moet worden verstaan. Naar het oordeel van de kantonrechter is voor normaal gebruik van een badkamer nodig dat de vloer en wanden waterdicht zijn en dat vloer- en wandtegels niet loskomen. Uit de hiervoor genoemde rapporten van zowel VDW-BM als RGJB blijkt dat sprake is van lekkage en andere schade, met name losgekomen tegels.
4.4.
Uit de rapporten van de deskundigen kan worden afgeleid dat de oorzaak van het loskomen van de tegels en de lekkage gelegen is in een of meer fouten die tijdens de installatie van de badkamer zijn gemaakt en dat die oorzaak dus al bestond op het moment dat de woning geleverd werd. Volgens VDW-BM is de oorzaak erin gelegen dat de vloer- en wandtegels bevestigd zijn op een verkeerd soort platen. RGJB stelt dat de oorzaak van het loskomen van de tegels niet met zekerheid valt te zeggen, maar adviseert wel om, onder meer, de tegels te verwijderen en de bestaande ondervloer vast te schroeven. Daaruit kan worden afgeleid dat de oorzaak van de losgekomen tegels en de lekkage er volgens RGJB in gelegen is dat de vloerplaten niet waren vastgeschroefd voordat de tegels zijn aangebracht. Het is duidelijk dat het loskomen van de tegels en de daaruit voorvloeiende lekkage volgens de deskundigen voorkomen hadden kunnen worden als een andere constructie zou zijn toegepast.
4.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser01] c.s. er niet aan hoefden te twijfelen dat de badkamer niet zou gaan lekken en dat de tegels niet los zouden komen, om de volgende redenen.
4.6.
In artikel 28 van de koopovereenkomst is bepaald dat de woning zou worden geleverd met een nieuwe badkamer. Op haar website prijst Goodwin Westbay de door haar geleverde woningen onder meer aan met de termen “volledig renoveren van karakteristieke woningen”, “hoogwaardige materialen van uitstekende kwaliteit”, “nieuwste woonstandaard volgens architectonisch gebruik” en “vakkundige renovatie”. Daarbij worden afbeelding getoond die er geen twijfel over laten bestaan dat de badkamers in de geleverde woningen geheel vernieuwd zijn.
4.7.
Anders dan Goodwin Westbay betoogt, is de kantonrechter van oordeel [eiser01] c.s. niet tekort zijn geschoten ter zake van een op hen rustende onderzoeksplicht. Gelet op de bovengenoemde aanprijzingen mochten [eiser01] c.s. ervan uitgaan dat de badkamer nieuw was en geen gebreken zou vertonen. Overigens heeft Goodwin Westbay desgevraagd ook niet overtuigend kunnen onderbouwen hoe de gebreken aan het licht hadden kunnen komen als [eiser01] c.s. specifieke vragen zouden hebben gesteld over de renovatie of voorafgaand een de levering een bouwkundig onderzoek of een inspectie hadden gedaan of laten doen. Daarbij speelt mede een rol dat de gebreken alleen ontdekt hadden kunnen worden als er tegels zouden zijn losgemaakt om te kijken op welke ondergrond de tegels bevestigd waren; bij een bouwkundig onderzoek van een nieuwe badkamer zal dergelijk - destructief - onderzoek in de regel niet plaatsvinden. Ook als [eiser01] c.s. wel een bouwkundig onderzoek of inspectie hadden laten uitvoeren, dan zou dat dus geen verschil hebben gemaakt.
Artikel 6.1 van de koopovereenkomst, de ouderdomsclausule en de niet-zelfbewoningsclausule
4.8.
In artikel 6.1 van de koopovereenkomst is bepaald dat de woning aan [eiser01] c.s. is overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevond, met alle daarbij behorende zichtbare en onzichtbare gebreken. De kantonrechter is van oordeel dat die bepaling er niet aan in de weg staat dat [eiser01] c.s. een beroep doen op non-conformiteit van de badkamer. Nog los van de vraag of deze bepaling inderdaad zo moet worden uitgelegd dat de aansprakelijkheid van Goodwin Westbay daardoor wordt uitgesloten, kan Goodwin Westbay zich in dit geval niet op de bepaling beroepen, omdat in artikel 6.3 van de koopovereenkomst is bepaald dat de woning bij de levering de eigenschappen zou hebben die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn.
4.9.
De kantonrechter is van oordeel dat ook de ouderdomsclausule (artikel 26 van de koopovereenkomst) niet met zich meebrengt dat [eiser01] c.s. zich er niet op zouden kunnen beroepen dat de badkamer niet de eigenschappen bezat die voor een normaal gebruik nodig waren. De geconstateerde gebreken hielden immers geen verband met de ouderdom van de woning, maar waren veroorzaakt door fouten gemaakt tijdens de installatie van de badkamer, die nieuw geïnstalleerd was. Daarbij speelt tevens een rol dat [eiser01] c.s. mochten verwachten dat zij een woning met een nieuwe badkamer geleverd zouden krijgen, mede gelet op de bewoordingen van artikel 28 van de koopovereenkomst en op de hiervoor onder 4.6 genoemde aanprijzingen op de website van Goodwin Westbay.
4.10.
De niet-zelfbewoningsclausule (artikel 27 van de koopovereenkomst) zou uitsluitend van belang kunnen zijn geweest in het geval dat [eiser01] c.s. zouden hebben gesteld dat Goodwin Westbay hen had moeten informeren over het bestaan van de geconstateerde gebreken. Nu [eiser01] c.s. dat niet stellen, kan Goodwin Westbay in dit geval geen baat hebben bij een beroep op die bepaling.
De klachtplicht
4.11.
In artikel 7:23 lid 1 BW is bepaald dat de koper geen beroep meer kan doen op non-conformiteit, indien hij de verkoper daarvan niet binnen bekwame tijd nadat hij dit heeft ontdekt of redelijkerwijs had behoren te ontdekken, kennis heeft gegeven.
4.12.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser01] c.s. tijdig aan hun klachtplicht hebben voldaan. [eiser01] c.s. hebben Goodwin Westbay per e-mail van 27 juli 2020 erover geïnformeerd dat het voegwerk van de tegels in de badkamer losliet en dat daardoor lekkage ontstond in de woning van de onderbuurman zodra zij de douche aanzetten. Tijdens de mondelinge behandeling hebben zij gesteld dat zij de gebreken pas in de loop van de maand juli 2020 hadden ontdekt; Goodwin Westbay heeft dat niet betwist. Daarmee staat vast dat [eiser01] c.s. Goodwin Westbay binnen bekwame tijd kennis hebben gegeven van de gebreken. Het terzake door Goodwin Westbay gevoerde verweer faalt.
Toerekenbare tekortkoming / eigen schuld
4.13.
De kantonrechter is van oordeel dat Goodwin Westbay tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en dat zij op grond daarvan aansprakelijk is voor de gehele schade die [eiser01] c.s. als gevolg daarvan hebben geleden. De kantonrechter komt tot dat oordeel op grond van het volgende.
4.14.
In artikel 6:74 lid 1 BW is bepaald dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend. Voor zover deugdelijke nakoming niet blijvend onmogelijk is, bestaat die verplichting alleen als de schuldenaar in verzuim is (artikel 6:74 lid 2 BW).
4.15.
In artikel 6:101 BW is bepaald dat wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, de vergoedingsplicht wordt verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen.
4.16.
Zoals hiervoor onder 4.1 - 4.12 overwogen, beantwoordde de badkamer niet aan de koopovereenkomst en kunnen [eiser01] c.s. zich daarop beroepen. Daarmee staat vast dat Goodwin Westbay tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de koopovereenkomst.
4.17.
Anders dan Goodwin Westbay is de kantonrechter van oordeel dat het feit dat [eiser01] c.s. een scheur in de douche hebben gekit of hebben laten kitten de schade niet mede heeft veroorzaakt of heeft verergerd, ook niet als dat kitten op ondeskundige wijze zou zijn gebeurd. Zoals hiervoor onder 4.4 is overwogen is de oorzaak van de schade gelegen in een of meer fouten die tijdens de installatie van de badkamer zijn gemaakt; ook als er niet gekit was, dan konden die fouten alleen hersteld worden door de tegels te verwijderen en de onderplaten te vervangen of beter te bevestigen. Voor zover het kitten al geleid zou hebben tot gevolgschade is dat niet relevant, omdat [eiser01] c.s. geen vergoeding van gevolgschade hebben gevorderd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd veroorzaakt is door omstandigheden die uitsluitend aan Goodwin Westbay kunnen worden toegerekend.
4.18.
[eiser01] c.s. hebben Goodwin Westbay bij brief van hun gemachtigde van 25 mei 2021 in gebreke gesteld en Goodwin Westbay is daardoor in verzuim geraakt. Zoals tijdens de mondelinge behandeling met partijen besproken, kan de brief van de gemachtigde van [eiser01] c.s. van 22 juni 2021 worden gelezen als een mededeling dat [eiser01] c.s. schadevergoeding in plaats van nakoming vorderen, als bedoeld in artikel 6:87 lid 1 BW. [eiser01] c.s. hebben daarom recht op schadevergoeding.
Omvang schade
4.19.
[eiser01] c.s. hebben ter onderbouwing van de omvang van de schade onder meer overeenkomsten met, en een factuur van, Sanisale overgelegd. Uit die stukken blijkt dat Sanisale de gehele badkamer, met inbegrip van tegels en sanitair, vervangen heeft. Ook heeft Sanisale de tegels in twee toiletten vervangen en daar nieuwe fonteinopstellingen (wastafeltjes) geïnstalleerd. Aan materiaal heeft Sanisale € 7.385,05 in rekening gebracht en aan montagekosten € 8.995,00; in totaal € 16.380,05.
4.20.
[eiser01] c.s. hebben gesteld dat het laten vervangen van al het sanitair door Sanisale goedkoper was dan de badkamer te laten herstellen door een aannemer, met hergebruik van het bestaande sanitair en tegels. Ook hebben [eiser01] c.s. gesteld dat zij er de voorkeur aan gaven nieuw materiaal te installeren, omdat de bestaande kranen niet zouden passen bij de nieuwe badkamerinrichting en bij hergebruik van het bestaande materiaal geen garantie meer zou gelden.
4.21.
De kantonrechter zal de kosten van nieuw sanitair en andere materialen, met uitzondering van tegels, niet in de begroting van de schade betrekken, om de volgende redenen. Sanisale heeft separate kostenopgaven verstrekt voor montagekosten en kosten van materialen. Ook heeft Sanisale de tegels in de toiletten vervangen en de bestaande toiletpotten kennelijk hergebruikt. Een en ander wijst erop dat het niet ondenkbaar is dat Sanisale, of een door Sanisale ingeschakeld installatiebedrijf, bereid zou zijn geweest de schade te herstellen zonder alle sanitair en overige materialen te vervangen. De stelling dat de bestaande kranen om technische redenen niet opnieuw gemonteerd konden worden in de vernieuwde badkamer is - in het licht van de gemotiveerde betwisting door Goodwin Westbay tijdens de mondelinge behandeling - onvoldoende onderbouwd. De wens van [eiser01] c.s. om opnieuw garantie te krijgen op de opnieuw te installeren materialen is op zich niet onbegrijpelijk, maar [eiser01] c.s. kunnen niet verlangen dat Goodwin Westbay de kosten daarvan draagt. Daardoor zouden [eiser01] c.s. immers in een betere positie zijn geraakt dan waarin zij verkeerden op het moment dat de schade ontstond; op dat moment bestond er kennelijk geen garantie meer op het bestaande materiaal.
4.22.
Voor wat betreft de vervanging van de tegels wordt het volgende overwogen. De stelling van [eiser01] c.s. dat bestaande tegels niet konden worden hergebruikt vanwege het kleurverschil en de kans dat er tegels zouden sneuvelen, is in het licht van de gemotiveerde betwisting door Goodwin Westbay tijdens de mondelinge behandeling onvoldoende onderbouwd. Ook hebben [eiser01] c.s. tijdens de mondelinge behandeling erkend dat een van de redenen om voor nieuwe tegels te kiezen was dat zij die mooier vonden dan de bestaande tegels. Goodwin Westbay heeft onweersproken gesteld dat de oude tegels nog steeds leverbaar zijn. Het moet daarom worden aangenomen dat een deel van de tegels had kunnen worden hergebruikt en dat niet alle tegels vervangen hadden hoeven te worden.
4.23.
In de opgave van RGJB, die door Goodwin Westbay in het geding is gebracht, wordt ervan uitgegaan dat er voor de badkamer 15 m2 aan nieuwe tegels zou moeten worden gebruikt; dat komt de kantonrechter aannemelijk voor. In een offerte van [naam02] Sanitair en Tegels, die eveneens door Goodwin Westbay in het geding is gebracht, is vermeld dat de prijs van de tegels € 29,00 per m2 is. Dit betekent dat er in totaal voor € 435,00 aan nieuwe tegels zou moeten worden gebruikt. De kantonrechter zal bij de begroting van de schade van dat bedrag uitgaan.
4.24.
De kantonrechter zal het bedrag van de montagekosten, voor zover die betrekking hebben op de badkamer, in zijn geheel in de schadebegroting meenemen. Anders dan Goodwin Westbay heeft betoogd, acht de kantonrechter het aannemelijk dat de kosten van het demonteren en opnieuw monteren van materialen ook gemaakt hadden moeten worden als de bestaande materialen hergebruikt waren. Mogelijk hadden er enige kosten bespaard kunnen worden, bijvoorbeeld met betrekking tot de afvoer van materialen en het monteren van nieuwe voorzieningen, maar aan de andere kant vergt het demonteren ten behoeve van hergebruik meer voorzichtigheid, wat mogelijk weer kostenverhogend zou zijn geweest. Ook bestaat de kans dat materiaal bij demontage beschadigd zou zijn en alsnog vervangen had moeten worden.
4.25.
De kantonrechter is van oordeel dat de montagekosten die ten behoeve van de toiletten zijn gemaakt op het schadebedrag in mindering moeten worden gebracht. De vordering van [eiser01] c.s. is gericht op vergoeding van de kosten van herstel van de badkamer. Tijdens de mondelinge behandeling hebben [eiser01] c.s. tevens aanspraak gemaakt op de kosten van de vernieuwing van de toiletten. Deze uitbreiding van de feitelijke grondslag van de vordering is pas tijdens de mondelinge behandeling opgebracht en Goodwin Westbay heeft - terecht - betoogd dat zij onvoldoende gelegenheid heeft gehad om zich daartegen te verweren. Los daarvan hebben [eiser01] c.s. ook onvoldoende feiten gesteld waarop een vordering tot vergoeding van de kosten met betrekking tot de toiletten zou kunnen worden toegewezen. Dit betekent dat die kosten bij de begroting van de schade buiten beschouwing moeten blijven.
4.26.
De totale kosten van stucwerk (tegelklaar maken), slopen en afvoeren en betegelen hebben voor de badkamer en de toiletten gezamenlijk € 3.699,00 bedragen. In verhouding met het aantal vierkante meters tegel in respectievelijk de badkamer en de toiletten (conform de opgave van VDW-BM die door [eiser01] c.s. in het geding is gebracht) stelt de kantonrechter het gedeelte van deze kosten dat aan de toiletten kan worden toegerekend op 40%, te weten € 1.479,60. Dit bedrag strekt dus in mindering op de gevorderde schadevergoeding.
4.27.
De door Goodwin Westbay te vergoeden schade kan daarmee begroot worden op de montagekosten met betrekking tot de badkamer, te weten € 7.515,40 (€ 8.995,00 - € 1.479,60), vermeerderd met de kosten van de tegels (€ 435,00), tezamen € 7.950,40. Goodwin Westbay zal worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.28.
De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen, op de volgende gronden. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet van toepassing, omdat de gevorderde hoofdsom betrekking heeft op schadevergoeding en niet op de betaling van een geldsom op grond van een overeenkomst. [eiser01] c.s. hadden daarom hun stellingen op dit punt nader moeten onderbouwen door te specificeren welke buitengerechtelijke werkzaamheden zij hebben verricht (vgl. Aanbeveling 9.1 van het Rapport Voorwerk II). Nu zij dat niet hebben gedaan, kan niet worden vastgesteld dat sprake is van schade in de zin van artikel 6:96 lid 2 sub c BW.
4.29.
De wettelijke handelsrente kan niet worden toegewezen, omdat het hier niet gaat om een vordering tot betaling van een geldsom die verschuldigd is op grond van een handelsovereenkomst als bedoeld in artikel 6:119a BW. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen, omdat uit de stellingen van [eiser01] c.s. volgt dat deze moet worden betaald en Goodwin Westbay deze stellingen niet heeft betwist.
Proceskosten
4.30.
Goodwin Westbay krijgt voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiser01] c.s. tot vandaag vast op € 125,09 aan dagvaardingskosten, € 693,00 aan griffierecht en € 746,00 aan salaris voor de gemachtigde (2,0 punten x € 373,00 tarief). Dit is totaal € 1.564,09. Voor kosten die [eiser01] c.s. maken na deze uitspraak moet Goodwin Westbay ook een bedrag betalen van € 124,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.31.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Goodwin Westbay om aan [eiser01] c.s. te betalen € 7.950,40 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Goodwin Westbay in de proceskosten, aan de kant van [eiser01] c.s. tot vandaag vastgesteld op € 1.564,09;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
[33179/52890]