Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het incidenteel vonnis van 15 december 2021 en de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van repliek, met producties 18 tot en met 22;
- de conclusie van dupliek, met producties XXIII tot en met XXXIII;
- de akte uitlating producties van [eiseres] ;
- de antwoordakte van [gedaagde] ;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 augustus 2022, met als bijlagen:
- spreekaantekeningen van mr. Peters, namens [eiseres] ;
- spreekaantekeningen van mr. Walinga, namens [gedaagde] ;
- de brief van 19 september 2022 van [gedaagde] ;
- de brief van 4 oktober 2022 van [gedaagde] ;
- de brief van 13 oktober 2022 van [eiseres] .
2..De feiten
rechtbank] dat je binnen 2 weken Navilex nog moet betalen he? Als ik het nog moet voorschieten hoor ik het wel.”
3..Het geschil
4..De beoordeling
De brieven van 4 en 13 oktober 2022
- het einde van de onderneming zou betekenen, terwijl [gedaagde] niet de aandeelhouder heeft betrokken bij de besluitvorming;
- een veel te lage koopsom bevatte;
- tot levering vrij van beslagen verplichtte, terwijl [gedaagde] wist of behoorde te weten dat dit niet mogelijk was
WaarvoorNavilex zou moeten worden betaald, blijkt niet uit het bericht, wel dat er spoed achter zit. De uitleg van [gedaagde] dat dit bericht gaat over de schikking, ligt in de lijn van de inhoud van het bericht en past in de omstandigheid dat [persoon A] kort tevoren over de verkoop was ingelicht. Het had dan ook op de weg van [eiseres] gelegen om concreet uit te leggen waar dit bericht dan wel op zou zien, als het niet op de door [gedaagde] gestelde schikking is. Die uitleg is echter uitgebleven, dus kan de rechtbank niet anders concluderen dan dat het bericht daarop ziet.
2.884,00(4,0 punten × tarief III: € 721,00)