Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het incidenteel vonnis van 9 juni 2021 en de daarin genoemde processtukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- de akte met overlegging producties van WB c.s. voor de rol van 18 oktober 2021;
- de akte eiswijziging (vermeerdering) in reconventie, tevens akte overlegging producties van WB c.s. van 18 oktober 2021;
- de mondelinge behandeling van 18 oktober 2021;
- de akte overlegging producties van WB c.s. van 8 juni 2022;
- de antwoordakte van ECP van 6 juli 2022.
2..De verdere beoordeling
Inleiding
- ECP heeft € 1.081.948,42 uitbetaald (€ 872.531,71 aan WB c.s., € 101.330,72 op verzoek van WB c.s. aan derden en € 108.085,99 aan [naam01] );
- ECP heeft € 1.079.579,01 ontvangen van debiteuren (€ 1.032.096,35 en € 47.482,66);
- Het saldo van de betaalde en ontvangen bedragen is - € 2.369,41;
- Er zijn € 83.787,16 en € 5.997,00 aan kosten in rekening gebracht en € 473,28 aan incasso- en rentekosten;
- Er is een bedrag van € 693,80 in mindering gebracht vanwege kosten ABN AMRO;
- Per saldo staat er een bedrag van € 92.626,95 open (in het nadeel van WB c.s.).
- de uitbetalingen die ECP heeft gedaan (volgens de specificaties van ECP € 872.367,58);
- de kosten van ECP (volgens de specificaties van ECP € 89.784,04);
- betalingen aan [naam01] (volgens specificaties van ECP € 108.085,00);
- bedragen ontvangen op de g-rekening (volgens WB c.s. € 731.530,43 en niet € 1.060.612,00
- griffierecht: € 2.076,00
- salaris advocaat €
“In de overeenkomst is bepaald wat spoed is en wat de kosten daarvoor bedragen. Spoedbetalingen dienen binnen 2 dagen betaald te zijn. In de overeenkomststaat in de kolom bij uitbetalingstermijn ECP in dagen bij 30, 14 en 2 dagen. Bij 30 dagen geldt-0,25%, bij 14 dagen geldt 0,25% en bij 2 dagen geldt 1,5%.”Dit volgt volgens hen uit een bijlage bij de overeenkomst. Deze stelling sluit goed niet aan bij die bijlage. Daarin staat dat deze percentages het factorloon betreft. [5] In diezelfde bijlage staat vervolgens dat bij snellere betalingen van minder dan 14 dagen een aanvullende vergoeding van 1,5% verschuldigd is. Het is dan ook onduidelijk waarop WB c.s. de termijn van twee dagen baseren.
3..De beslissing
€ 5.975,00;