Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 20 april 2022 (hierna: het tussenvonnis) en de daarin vermelde processtukken;
- het verzoek van HP om tussentijds hoger beroep tegen het tussenvonnis toe te staan, de reactie daarop van [eiseres01] en de afwijzing van het verzoek door de rechtbank;
- de akte na tussenvonnis, tevens akte houdende wijziging van eis van [eiseres01], met producties A tot en met S;
- de akte houdende uitlating van HP, met producties G42 tot en met G50;
- de antwoordakte van [eiseres01];
- de akte houdende uitlating van HP, met productie G51.
2..De verdere beoordeling
(i) € 95.850,- aan extra bouwplaatskosten gedurende achttien weken (achttien maal de voorafgaand aan het tussenvonnis gevorderde € 5.325,- per week. Er is geen grond om dit bedrag of andere gestelde schadebedragen te vermeerderen met 10%, zoals [eiseres01] heeft gedaan, omdat een dergelijke opslag niet correspondeert met feitelijk geleden schade.);
(iii) € 40.631,50 aan extra kosten voor de bouwkraan, een kraanmachinist en inefficiëntie;