ECLI:NL:RBROT:2022:9537

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 oktober 2022
Publicatiedatum
8 november 2022
Zaaknummer
10/087632-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen en voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en cocaïne

Op 18 oktober 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen, het voorhanden hebben van vuurwapens, munitie en cocaïne. De verdachte, geboren in [geboorteplaats01] en ingeschreven op het adres [adres01], was ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De rechtbank heeft het onderzoek op de terechtzitting op 4 oktober 2022 gehouden. De officier van justitie, mr. M.A.A. Smetsers, eiste een gevangenisstraf van 33 maanden, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van 24 maanden op. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van twee vuurwapens en 44,1 gram cocaïne, die in een verborgen ruimte van een voertuig en in een sporttas in zijn woning werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wetenschap had van de inhoud van de sporttas, ondanks zijn verklaring dat hij deze zonder te kijken had aangenomen. De rechtbank verwierp de verweren van de verdediging en concludeerde dat de verdachte schuldig was aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op en verklaarde de in beslag genomen voorwerpen, waaronder de vuurwapens en het geld, verbeurd.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/087632-22
Datum uitspraak: 18 oktober 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting [detentieadres01] ,
raadsman mr. R.A.L.F. Frijns, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 oktober 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de vordering nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering (Sv) op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de nader omschreven tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. M.A.A. Smetsers heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde met dien verstande dat het ten laste gelegde medeplegen niet kan worden bewezen, zodat verdachte daarvan vrijgesproken dient te worden;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 33 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
Het voertuig [kenteken01] , dat door verdachte op 7 april 2022 werd bestuurd, was ten onrechte in de ANPR geplaatst. Er was op dat moment geen redelijk vermoeden van een strafbaar feit. Het enkele feit dat iemand anders in een soortgelijke auto met een verborgen ruimte is aangehouden en dat deze persoon op 14 mei 2021 contact had met de verdachte is daartoe onvoldoende. Gelet hierop is de aanhouding van verdachte onrechtmatig. Dit dient als gevolg te hebben dat al het bewijs dat is voortgevloeid uit de aanhouding van verdachte van het bewijs dient te worden uitgesloten. Dit betreft het hele politiedossier. Bij het ontbreken van andersoortig bewijs dient verdachte te worden vrijgesproken. Indien de rechtbank tot het oordeel mocht komen dat het bewijs tegen verdachte rechtmatig is verkregen en tot bewijs kan worden gebezigd, is van belang dat verdachte niet bekend was met de inhoud van de in zijn woning aangetroffen sporttas. Verdachte heeft de sporttas in bewaring genomen en wil (vanwege veiligheidsoverwegingen) niet noemen van wie. Verdachte heeft nooit in de tas gekeken, die overigens ook op slot was.
4.1.2.
Beoordeling
Bewijsuitsluiting
De Hoge Raad heeft (o.a.) in zijn arresten van 19 februari 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY5321, en 1 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:1890, een kader gegeven voor de beoordeling van vormverzuimen als bedoeld in artikel 359a Sv en de mogelijke rechtsgevolgen bij de constatering daarvan. Indien binnen de door artikel 359a Sv bepaalde grenzen sprake is van een vormverzuim als bedoeld in deze bepaling, en de rechtsgevolgen daarvan niet uit de wet blijken, moet de rechter beoordelen of aan dat vormverzuim enig rechtsgevolg dient te worden verbonden en, zo ja, welk rechtsgevolg dan in aanmerking komt. Daarbij dient hij rekening te houden met de in het tweede lid van artikel 359a Sv genoemde factoren. Het rechtsgevolg zal immers door deze factoren moeten worden gerechtvaardigd. Deze factoren zijn “het belang dat het geschonden voorschrift dient”, “de ernst van het verzuim” en “het nadeel dat daardoor wordt veroorzaakt”. Bij de beoordeling daarvan is onder meer van belang of en in hoeverre de verdachte door het verzuim daadwerkelijk in zijn verdediging is geschaad. Van de verdediging die een beroep doet op een vormverzuim als bedoeld in artikel 359a Sv, mag worden verlangd dat het verweer wordt onderbouwd ten aanzien van de genoemde factoren.
De verdediging heeft in dit geval in het geheel niet aangegeven welk nadeel de verdachte van het plaatsen van het kenteken in de ANPR heeft ondervonden, anders dan dat hij als verdachte is aangemerkt omdat in een verborgen ruimte geld, drugs en een vuurwapen zijn aangetroffen. Het belang van de verdachte dat het gepleegde feit niet wordt ontdekt, is evenwel geen rechtens te respecteren belang.
De sporttas
Op 7 april 2022 is tijdens een doorzoeking in de woning van de verdachte op zolder achter een dakschot een sporttas aangetroffen. In die sporttas zijn een vuurwapen, € 40.000 contant geld en meerdere waardevolle sieraden en merkhorloges aangetroffen. Uit de papieren die in de tas zijn aangetroffen en de initialen op de tas volgt dat het zeer waarschijnlijk is dat de tas (en inhoud) toebehoorden aan een ander, te weten [naam01] .
De verdachte is eigenaar en (hoofd-)bewoner van de woning en woonde daar ook. Een bewoner wordt in beginsel geacht wetenschap te hebben van en beschikkingsmacht te hebben over de goederen die zich in zijn woning bevinden. Dat kan anders zijn onder bijzondere omstandigheden. Dat de verdachte de beschikkingsmacht had over de sporttas (en dus ook over de goederen daarin), staat niet ter discussie.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de verdachte wetenschap had van de inhoud van de tas. De verdachte heeft hierover verklaard dat hij de tas heeft aangenomen zonder erin te kijken en zonder vragen te stellen over de inhoud daarvan. De verklaring van de verdachte dat hij de sporttas zonder verdere vragen in bewaring heeft genomen is niet onderbouwd en niet verifieerbaar. De verdachte is ook niet consistent in zijn verklaring over de herkomst van de tas en zijn wetenschap van de inhoud daarvan. Tijdens zijn verhoor bij de politie van 10 april 2022 zegt de verdachte nog dat de sporttas van ‘ [naam02] ’ was (de persoon met wie hij naar eigen zeggen zaken doet in de handel in sieraden) en dat hij ‘niet precies’ weet wat de inhoud van de tas was – maar blijkbaar dus wel in grote lijnen. Later wil hij niet meer zeggen van wie hij de tas zou hebben gekregen en hij verklaart bij de politie slechts over het vuurwapen in de tas dat hij daarvan niet wist, evenals bij de rechter-commissaris op 12 april 2022. Daar verklaart hij tevens slechts dat hij nooit in de tas heeft gekeken; niet dat hij geen enkele wetenschap had van wat er in die tas zat, evenals bij de eerdere politieverhoren. Gelet daarop en het gelet op het feit dat de verklaring van de verdachte dat hij geen enkele wetenschap had van de inhoud van de tas ook overigens geen steun vindt in het stafdossier, maakt die verklaring ongeloofwaardig.
Van bijzondere omstandigheden, zoals hiervoor overwogen, op grond waarvan de wetenschap van de goederen in zijn woning
nietaan hem zouden kunnen worden toegerekend, is daarom niet gebleken.
Conclusie
De verweren worden verworpen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij op 7 april 2022 te Rotterdam en Spijkenisse,
twee wapens als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie
III onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten
(in het voertuig)
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm
van een revolver van het merk Amadeo Rossi, model 35 .38 special en
voor dit vuurwapen geschikte munitie in de zin van artikel 1, lid 1
onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en
munitie, te weten vijf kogelpatronen kaliber .38 special en
(in de sporttas in de woning)
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm
van een pistool van het merk FEG, model AP63, kaliber 7.65mm en voor
dit vuurwapen geschikte munitie in de zin van artikel 1, lid 1 onder 4,
gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te
weten vijf kogelpatronen kaliber 7.65mm voorhanden heeft gehad;
2
hij op 7 april 2022 te Rotterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(in het voertuig)
ongeveer 44,1 gram van een materiaal
bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, ;
3
hij op of omstreeks 7 april 2022 te Rotterdam en Spijkenisse
(van) voorwerpen, te weten
(in het voertuig)
- 10.000 euro aan contanten en
(in de plastic tas in de woning)
- 50.200 euro (aan contanten)
de vindplaats heeft
verborgen en/of heeft verhuld, dan wel verborgen heeft gehouden en/of
heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) wasvoorhanden heeft gehad,
terwijl hij verdachte wist dat bovenomschreven geldbedragen geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
en
meer voorwerpen, te weten
(in de sporttas in de woning)
- sieraden
(te weten 14 horloges en 5 kettingen met hanger en 3 kettingen
en 3
hangers en 28 armbanden en 16 ringen en 1 schakel) en
- 40.000 euro
of daaromtrenten
voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, wis dat die voorwerpen -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Feit 1
De eendaadse samenloop van
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Feit 2
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Feit 3
Witwassen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van twee vuurwapens met bijbehorende munitie en 44,1 gram cocaïne. De cocaïne en één vuurwapen met munitie lagen in een verborgen ruimte van een auto waarmee hij op de openbare weg reed. Het andere vuurwapen is bij de verdachte thuis aangetroffen. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens verhoogt het risico op levensbedreigende geweldsdelicten en brengt zodoende grote veiligheidsrisico’s met zich. De ervaring leert dat het bezit van vuurwapens niet zelden leidt tot het (ondeskundig) gebruik daarvan, met alle ernstige gevolgen voor anderen van dien. Het signaal naar de samenleving, onder meer naar hen die het hebben van een vuurwapen als statusverhogend zien, dient dan ook glashelder te zijn: het bezit van vuurwapens wordt niet getolereerd.
Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van in totaal € 100.200,- en waardevolle sieraden en merkhorloges. De waarde van de sieraden en horloges is getaxeerd op € 451.381,-. Het witwassen van criminele gelden en voorwerpen vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer ernstig aan en het plegen van andere strafbare feiten wordt vergemakkelijkt.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 juni 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Het feit dat het vuurwapen in combinatie met drugs is aangetroffen op de openbare weg, neemt de rechtbank in strafverzwarende zin mee.
Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank komt hierbij uit op een lagere straf dan door de officier van justitie is geëist.
De verdediging heeft verzocht een deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen. Hiervoor bestaat echter geen aanleiding, gelet op het ontbreken van een reclasseringsadvies hieromtrent en het feit dat verdachte – gelet op de duur van de op te leggen gevangenisstraf – kan deelnemen aan een penitentiair programma dat de verdachte de nodige ondersteuning kan bieden.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen drugs, vuurwapens en munitie te onttrekken aan het verkeer. Met betrekking tot de in beslag genomen personenauto, merk Seat, type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken01] , heeft de officier van justitie primair gevorderd dat deze wordt onttrokken aan het verkeer en subsidiair dat deze verbeurd wordt verklaard.
Met betrekking tot het in beslag genomen geldbedrag van € 100.200,- en de inbeslaggenomen sieraden en horloges, heeft de officier van justitie primair gevorderd dat deze verbeurd worden verklaard en subsidiair dat een last wordt gegeven tot bewaring voor de rechthebbende.
De officier van justitie heeft verder gevorderd de in beslag genomen personenauto, merk Audi, type RS Q3 Sportback, voorzien van het kenteken [kenteken02] en de overige in beslag genomen voorwerpen, waaronder waardepapieren, gegevensdragers, autosleutels en telefoons, terug te geven aan de verdachte.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft hiertegen geen bezwaar gemaakt.
8.3.
Beoordeling
In de inbeslaggenomen personenauto, merk Seat, type Ibiza, voorzien van het kenteken [kenteken01] , bevindt zich een verborgen ruimte. De auto is daardoor zodanig ingericht of toegerust om goederen aan het zicht te onttrekken. Een deel van de bewezenverklaarde feiten is met behulp van de personenauto begaan en de opsporing van die feiten is met behulp van de verborgen ruimte in de personenauto belemmerd. Omdat de personenauto is voorzien van genoemde verborgen ruimte is het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd met het algemeen belang. De personenauto zal worden onttrokken aan het verkeer. Ook de inbeslaggenomen drugs, vuurwapens en munitie worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het algemeen belang en de onder 1 en 2 bewezen feiten zijn met betrekking tot deze voorwerpen begaan.
Daarnaast wordt het inbeslaggenomen geldbedrag van € 100.200,- en de inbeslaggenomen sieraden en horloges verbeurd verklaard. Het onder 3 bewezen feit is met betrekking tot deze voorwerpen begaan en niet is kunnen worden vastgesteld aan wie het geldbedrag, de horloges en de sieraden toebehoren.
Ten aanzien van de in beslag genomen personenauto, merk Audi, type RS Q3 Sportback, voorzien van het kenteken [kenteken02] en de overige in beslag genomen voorwerpen, waaronder waardepapieren, gegevensdragers, autosleutels en telefoons, zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
verklaart verbeurd als bijkomende straf voor feit 3:
€ 5.000,- (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371689);
€ 5.000,- (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371691);
€ 40.000,- (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6372102);
€ 50.200,- (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371784);
Sieraden en horloges (goednummers: [proces-verbaalnummer01] -G6373496, [proces-verbaalnummer01] -G6373486, [proces-verbaalnummer01] -G6373494, [proces-verbaalnummer01] -G6373482, [proces-verbaalnummer01] -G6373483, [proces-verbaalnummer01] -G6373484, [proces-verbaalnummer01] - G6373478, [proces-verbaalnummer01] -G6373480, [proces-verbaalnummer01] -G6373455, [proces-verbaalnummer01] -G6373472, [proces-verbaalnummer01] -G6373475, [proces-verbaalnummer01] -G6373424, [proces-verbaalnummer01] -G6373425, [proces-verbaalnummer01] -G6372234, [proces-verbaalnummer01] -G6372132, [proces-verbaalnummer01] -G6373503, [proces-verbaalnummer01] -G6373505, [proces-verbaalnummer01] -G6373497, [proces-verbaalnummer01] -G6373498, [proces-verbaalnummer01] -G6373502, [proces-verbaalnummer01] -G6373493, [proces-verbaalnummer01] -G6373495, [proces-verbaalnummer01] -G6373488, [proces-verbaalnummer01] -G6373489, [proces-verbaalnummer01] -G6373491, [proces-verbaalnummer01] -G6373474, [proces-verbaalnummer01] -G6373487, [proces-verbaalnummer01] -G6373456, [proces-verbaalnummer01] -G6373457, [proces-verbaalnummer01] -G6373470, [proces-verbaalnummer01] -G6373434, [proces-verbaalnummer01] -G6373437, [proces-verbaalnummer01] -G6373411, [proces-verbaalnummer01] -G6373427, [proces-verbaalnummer01] -G6373432, [proces-verbaalnummer01] -G6373408, [proces-verbaalnummer01] -G6373409, [proces-verbaalnummer01] -G6373406, [proces-verbaalnummer01] -G6372210, [proces-verbaalnummer01] -G6372134, [proces-verbaalnummer01] -G6372869, [proces-verbaalnummer01] -G6372872, [proces-verbaalnummer01] -G6372863, [proces-verbaalnummer01] -G6372867, [proces-verbaalnummer01] -G6372855, [proces-verbaalnummer01] -G6372857, [proces-verbaalnummer01] -G6372862, [proces-verbaalnummer01] -G6372852, [proces-verbaalnummer01] -G6372853, [proces-verbaalnummer01] -G6372850, [proces-verbaalnummer01] -G6372851, [proces-verbaalnummer01] -G6372846, [proces-verbaalnummer01] -G6372847, [proces-verbaalnummer01] -G6372849, [proces-verbaalnummer01] -G6372842, [proces-verbaalnummer01] -G6372844, [proces-verbaalnummer01] -G6372838, [proces-verbaalnummer01] -G6372839, [proces-verbaalnummer01] -G6372833, [proces-verbaalnummer01] -G6372835, [proces-verbaalnummer01] -G6372837, [proces-verbaalnummer01] -G6372827, [proces-verbaalnummer01] -G6372828, [proces-verbaalnummer01] -G6372824, [proces-verbaalnummer01] -G6372826, [proces-verbaalnummer01] -G6372820, [proces-verbaalnummer01] -G6372822, [proces-verbaalnummer01] -G6372823, [proces-verbaalnummer01] -G6372812, [proces-verbaalnummer01] -G6372818, [proces-verbaalnummer01] -G6372803, [proces-verbaalnummer01] -G6372807, [proces-verbaalnummer01] -G6372799, [proces-verbaalnummer01] -G6372802, [proces-verbaalnummer01] -G6372794, [proces-verbaalnummer01] -G6372796, [proces-verbaalnummer01] -G6372798, [proces-verbaalnummer01] -G6372790, [proces-verbaalnummer01] -G6372793, [proces-verbaalnummer01] -G6372786, [proces-verbaalnummer01] -G6372789, [proces-verbaalnummer01] -G6372767, [proces-verbaalnummer01] -G6372775, [proces-verbaalnummer01] -G6372785, [proces-verbaalnummer01] -G6372224, [proces-verbaalnummer01] -G6372772, PL1700- 2022103663-G6372782, [proces-verbaalnummer01] -G6372216, [proces-verbaalnummer01] - G6372220, [proces-verbaalnummer01] -G6372194, [proces-verbaalnummer01] -G6372130 en PL1700- 2022103663-G6372133);
Zakken en tassen (goednummers: [proces-verbaalnummer01] -G6371714 en [proces-verbaalnummer01] -G6372246, [proces-verbaalnummer01] -G6372259 en [proces-verbaalnummer01] -G6372183);
Washand waarin vuurwapen is aangetroffen / textiel / handschoenen (goednummers: [proces-verbaalnummer01] -G6372245, [proces-verbaalnummer01] -G6372177, [proces-verbaalnummer01] -G6372174 en [proces-verbaalnummer01] -G6372138);
verklaart onttrokken aan het verkeer:
Personenauto Seat Ibiza, voorzien van kenteken [kenteken01] (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G5998139);
5 gripzakjes met pillen en poeder (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371811);
Verdovende middelen (cocaïne) (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371726);
Pistool (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371774);
Revolver (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371753);
Kogelpatronen (goednummers: [proces-verbaalnummer01] -G6372051, [proces-verbaalnummer01] -
G6372035 en [proces-verbaalnummer01] -G6372050); en
Patroonhouder (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6372161).
gelast de teruggave aan verdachte van:
Personenauto merk Audi, type RS Q3 Sportback, voorzien van het kenteken [kenteken02] (goednummer: [proces-verbaalnummer01] -G6371812);
Waardepapieren, gegevensdragers, autosleutels en telefoons (goednummers: [proces-verbaalnummer01] -G6371747, [proces-verbaalnummer01] -G6371748, [proces-verbaalnummer01] -G6371764, [proces-verbaalnummer01] -G6372120, [proces-verbaalnummer01] -G6372119,
[proces-verbaalnummer01] -G6372123, [proces-verbaalnummer01] -G6372122 en
[proces-verbaalnummer01] -G6372262).
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Daum, voorzitter,
en mrs. D.C.J. Peeck en A. Anakhrouch, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Nagtegaal, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 18 oktober 2022.
Bijlage I
Tekst nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 7 april 2022 te Rotterdam en/of Spijkenisse, althans
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
twee, althans één of meer, wapen(s) als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie
III onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten
(in het voertuig)
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm
van een revolver van het merk Amadeo Rossi, model 35 .38 special en
(voor dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1, lid 1
onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en
munitie, te weten vijf kogelpatronen kaliber .38 special en/of
(in de sporttas in de woning)
- een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3° van die wet in de vorm
van een pistool van het merk FEG, model AP63, kaliber 7.65mm en (voor
dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1, lid 1 onder 4,
gelet op artikel 2 lid 2 van categorie III van de Wet wapens en munitie, te
weten vijf kogelpatronen kaliber 7.65mm
voorhanden heeft gehad;
(art 26 lid 1 Wet wapens en munitie)
2
hij op of omstreeks 7 april 2022 te Rotterdam en/of Spijkenisse, althans
in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(in het voertuig)
ongeveer 44,1 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
(art 10 lid 3 Opiumwet, art 2 ahf/ond C Opiumwet, art 47 lid 1 ahf/sub 1
Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 7 april 2022 te Rotterdam en/of Spijkenisse, althans
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans
alleen,
a)
(van) een of meer voorwerpen, te weten
(in het voertuig)
- 10.000 euro of aan contanten en/of
(in de sporttas in de woning)
- meerdere, althans één of meer, siera(a)d(en) en/of (een)
onderde(e)l(en) van siera(a)d(en)
(te weten 14 horloges en/of 5 kettingen met hanger en/of 3 kettingen
en/of 3
hangers en/of 28 armbanden en/of 16 ringen en/of 1 schakel) en/of
- 40.000 euro (aan contanten) en/of
( in de plastic tas in de woning)
- 50.200 euro (aan contanten)
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats heeft
verborgen en/of heeft verhuld, dan wel verborgen heeft gehouden en/of
heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was,
en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp (en)
voorhanden heeft gehad
dan wel
b)
een of meer voorwerpen, te weten
(in het voertuig)
- 10.000 euro of daaromtrent en/of
(in de sporttas in de woning)
- meerdere althans één siera(a)d(en) en/of (een) onderde(e)l(en) van
siera(a)d(en)
(te weten 14 horloges en/of 5 kettingen met hanger en/of 3 kettingen
en/of 3
hangers en/of 28 armbanden en/of 16 ringen en/of 1 schakel) en/of
- 40.000 euro of daaromtrent en/of
(in de plastic tas in de woning)
- 50.200 euro of daaromtrent
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of van voornoemde
voorwerpen gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans
redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die voorwerp(en) -
onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
(art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht, art 420bis lid 1
ahf/ond b Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van
Strafrecht )