In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 oktober 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01], geboren in 2009, onder toezicht is gesteld en eerder op een open groep verbleef, maar dat deze plaatsing niet succesvol was. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat [naam kind01] zich niet veilig voelde op de open groep en er sprake was van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De moeder van [naam kind01] heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI, maar gaf aan dat zij het liefst had dat haar dochter niet op een gesloten groep verbleef. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd met de ernst van de situatie en de behoefte aan stabiliteit en behandeling voor [naam kind01]. De machtiging is verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 29 januari 2023, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep is mogelijk binnen drie maanden na de uitspraak.