ECLI:NL:RBROT:2022:9366

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2022
Publicatiedatum
3 november 2022
Zaaknummer
C/10/645433 / JE RK 22-2275
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met instemming van moeder

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 5 oktober 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01], geboren in 2009, onder toezicht is gesteld en eerder op een open groep verbleef, maar dat deze plaatsing niet succesvol was. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat [naam kind01] zich niet veilig voelde op de open groep en er sprake was van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De moeder van [naam kind01] heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI, maar gaf aan dat zij het liefst had dat haar dochter niet op een gesloten groep verbleef. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderbouwd met de ernst van de situatie en de behoefte aan stabiliteit en behandeling voor [naam kind01]. De machtiging is verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling, tot 29 januari 2023, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep is mogelijk binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/645433 / JE RK 22-2275
Datum uitspraak: 5 oktober 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

locatie Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,
advocaat: mr. J.J. Boelaars, te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. B.V. Rafaela, te Rotterdam.

Het verdere procesverloop

Dit blijkt uit:
- de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 30 september 2022;
- de verklaring van 3 oktober 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring van 3 oktober 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 5 oktober 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [naam kind01] , die apart is gehoord, bijgestaan door haar advocaat;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam02] en [naam03] .

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.

[naam kind01] verblijft op een gesloten groep in [naam instelling01] .
De kinderrechter heeft [naam kind01] bij beschikking van 7 november 2020 voorlopig onder toezicht gesteld voor de duur van drie maanden.
Bij beschikking van 29 januari 2022 is [naam kind01] onder toezicht gesteld tot 29 januari 2022. Deze maatregel is daarna verlengd tot 29 januari 2023.
Bij beschikking van 30 september 2022 heeft de kinderrechter een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken. Verdere beslissingen op het verzoek neemt de kinderrechter pas nadat de GI, de moeder, mr. Rafaela, [naam kind01] en
mr. Boelaars, in de gelegenheid zijn gesteld om hun mening te geven.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht om aansluitend op de spoedmachtiging gesloten jeugdhulp een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van zes maanden.
De GI heeft haar verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. De GI betreurt dat de plaatsing van [naam kind01] op de open groep niet succesvol is gebleken. Het is belangrijk dat [naam kind01] zich veilig gaat voelen. Daar is een machtiging gesloten jeugdhulp voor nodig. Op de gesloten groep ervaart [naam kind01] veel kaders en duidelijkheid. Bovendien ervaart zij daar niet het gevoel van afwijzing. De GI wil dat [naam kind01] binnen de gesloten setting kan stabiliseren, zodat zij minder hoog in haar spanning zit en er ruimte ontstaat om aan de slag te gaan met haar emotieregulatie. In de komende periode wil de GI Multisysteem Therapie (hierna: MST) gaan inzetten en een goed beeld krijgen van de band tussen de moeder en [naam kind01] . Ook moet behandeling gericht op de agressie van [naam kind01] worden ingezet.

Het standpunt van de moeder

Namens en door de moeder is ter zitting geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI.
De moeder wil het liefst niet dat [naam kind01] op een gesloten groep verblijft, maar er is geen alternatief. [naam kind01] stapelt dingen op en kan dan ineens heel boos worden. Het is voor de moeder heel lastig om daarmee om te gaan. De moeder heeft daar hulp bij nodig. Ook [naam kind01] heeft nog meer behandeling nodig voor haar agressiviteit en emotieregulatie.
De momenten waarop de moeder en [naam kind01] samen zijn, zijn leuk. Ook de verlofmomenten afgelopen zomer verliepen goed tot 3 juli 2022, de geboortedag van de vader van [naam kind01] . Er stond een dag naar Walibi gepland met de familie, maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan. [naam kind01] werd die dag heel boos en heeft met spullen door het huis gegooid. Eind juni 2022 zou [naam kind01] twee weken met verlof naar de moeder gaan, waarna zij samen zouden starten met een gezinsopname. [naam kind01] en de moeder kregen ruzie toen de moeder haar kwam ophalen. Hierop is dit verlofmoment niet doorgegaan, omdat de moeder bang was dat het verlof niet goed zou verlopen. De moeder zou [naam kind01] soms het liefst thuis willen hebben, maar er moet wat veranderen voordat zij weer samen in een huis kunnen wonen. [naam kind01] heeft aangegeven ook zij angstig is om weer thuis te wonen, omdat zij heftige psychoses van de moeder heeft meegemaakt. Er wordt gekeken of systeemtherapie kan worden opgestart.

Het standpunt van [naam kind01]

en haar advocaat hebben aan de kinderrechter verteld dat [naam kind01] begrijpt dat zij niet terug kan naar de open groep. Zij vindt het goed dat zij op de gesloten groep verblijft, maar zij wil daar liever niet verblijven. Dit is wat anders dan dat zij instemt met de plaatsing, zoals de gedragswetenschapper heeft opgeschreven. Op een open groep kon [naam kind01] zelf kiezen of zij de opdrachten van de groepsleiding volgt. Binnen de gesloten setting zijn er consequenties als zij niet luistert naar de groepsleiding. Dat klinkt logischer voor [naam kind01] . [naam kind01] wil niet meewerken aan MST. Zij wil niet in therapie met haar moeder.

De verdere beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind01] tot 30 september 2022 op een open groep verbleef, nadat zij van november 2020 tot maart 2022 op verschillende gesloten groepen had verbleven. Er is bij [naam kind01] sprake van een ernstig bedreigde (persoonlijkheids)ontwikkeling. [naam kind01] kan zelfbepalend en agressief gedrag vertonen. In de afgelopen periode heeft [naam kind01] laten zien dat zij hard aan zichzelf kan werken door mee te werken aan onder meer traumatherapie.
Tot juni 2022 verliep de plaatsing op de open groep heel goed. Sinds 19 juni 2022 hebben zich meerdere (gewelds)incidenten voorgedaan tussen [naam kind01] en medewerkers van de groep. Daarnaast waren er ruzies tussen [naam kind01] en de moeder, wat ertoe leidde dat de moeder een dagje Walibi en twee verlofweken thuis heeft afgezegd. Dit betekent een afwijzing voor [naam kind01] . Ondanks de incidenten zijn [naam kind01] en de moeder op 1 augustus 2022 gestart met de gezinsopname. Enkele dagen na de start van de gezinsopname heeft de moeder besloten om te stoppen met de gezinsopname na (weer) een ruzie tussen de moeder en [naam kind01] . Zij is op een nieuwe groep geplaatst. Op 30 september 2022 is het opnieuw misgegaan tussen [naam kind01] en een medewerker van de open groep. Omdat [naam kind01] niet langer op de open groep mocht blijven, heeft de GI met spoed verzocht om een machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen. Bij beschikking heeft de kinderrechter een spoedmachtiging voor gesloten jeugdhulp verleend.
De kinderrechter kan zich voorstellen dat [naam kind01] zich na deze heftige periode afgewezen voelt. Ook staat haar hele leven weer op zijn kop. Waar zij voor de zomer dacht stapje voor stapje terug naar huis te gaan, is dit door het mislukken van de gezinsopname onzeker. De kinderrechter benadrukt nog een keer dat dit niet aan [naam kind01] ligt. Zij is pas dertien jaar oud en ook haar moeder heeft dingen niet goed gedaan. [naam kind01] lijkt te streng voor zichzelf.
De GI vermoedt dat [naam kind01] zich meer op haar gemak voelt op een gesloten groep, zodat zij niet opnieuw wordt weggestuurd of iemand veel pijn doet als zij haar agressie uit. De gedragswetenschapper heeft in zijn instemmende verklaring aangegeven dat [naam kind01] niet met haar boosheid kan omgaan en op dit moment de bescherming en veiligheid nodig heeft die de geslotenheid kan bieden. Het is belangrijk dat [naam kind01] binnen de gesloten setting kan stabiliseren, waarna de nodige behandeling gericht op emotie- en agressieregulatie en (systeem)therapie kan worden ingezet. Daarbij moet worden gekeken hoe de relatie tussen [naam kind01] en de moeder kan worden verbeterd, zodat eventuele verlofmomenten thuis of op een later moment een thuisplaatsing niet opnieuw mislopen.
Een machtiging tot uithuisplaatsing of een machtiging gesloten jeugdhulp kan niet langer voortduren dan de duur van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 29 januari 2023, en het overig verzochte afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 5 oktober 2022 tot 29 januari 2023;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2022 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap en mr. T.W. Veldhoen-Flier, als griffiers. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 24 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.