ECLI:NL:RBROT:2022:9113

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
27 oktober 2022
Zaaknummer
9921144 CV EXPL 22-2318
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling en teruglevering van hardware in geschil tussen IT-dienstverlener en verzekeringsmaatschappij

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Dordtse Computerhandel B.V. (hierna: DCH) een vordering ingesteld tegen Bakker Verzekeren Hypotheken en Financieel Advies B.V. (hierna: Bakker) wegens onbetaalde facturen en de teruglevering van hardware. DCH heeft in opdracht van Bakker diverse IT-werkzaamheden verricht, waaronder het installeren van een nieuwe server en het overzetten van data. Bakker heeft echter nagelaten de afgesproken betaling te verrichten, wat DCH noopte tot het indienen van een vordering. Bakker heeft als verweer aangevoerd dat DCH niet goed werk heeft geleverd en dat zij reeds een deel van de kosten heeft voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 oktober 2022 heeft DCH haar vordering verder toegelicht, terwijl Bakker niet in staat was om haar verweer mondeling te onderbouwen vanwege ziekte.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat DCH haar stellingen voldoende heeft onderbouwd en dat Bakker niet in staat is geweest om haar verweer te onderbouwen. De rechtbank heeft geoordeeld dat Bakker gehouden is de factuur te betalen en dat de buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente aan DCH zijn toegewezen. De proceskosten zijn eveneens aan de zijde van DCH vastgesteld. In reconventie heeft de rechtbank de vordering van Bakker afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 9921144 CV EXPL 22-2318
datum uitspraak: 27 oktober 2022 (bij vervroeging)
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Dordtse Computerhandel B.V.,
vestigingsplaats: Dordrecht,
eiseres,
gemachtigde: [naam01] ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Bakker Verzekeren Hypotheken en Financieel Advies B.V. ,
vestigingsplaats: Dordrecht ,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [naam02] (directeur).
De partijen worden hierna ‘DCH’ en ‘ Bakker ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 31 mei 2022, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
Op 14 oktober 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Namens DCH waren hierbij aanwezig: [naam03] , mede-eigenaar van DCH en [naam04] , ICT-installateur, vergezeld van [naam01] voornoemd. [naam02] heeft bij emailbericht van 13 oktober 2022 laten weten in verband met ziekte niet bij de zitting aanwezig te kunnen zijn. De rechtbank kon het reeds door hem ingediende verweer gebruiken; daar had Bakker niets aan toe te voegen, aldus het e-mailbericht. Overigens heeft gemachtigde [naam01] medegedeeld dat hij [naam02] op 13 oktober 2022 in de Kuip heeft gesignaleerd.

2..De feiten

2.1.
DCH heeft in opdracht van Bakker diverse IT-werkzaamheden verricht zoals het installeren van een nieuwe centrale server en het overzetten van bestaande data vanaf de externe harde schijf van Bakker op de nieuwe centrale server. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden heeft DCH ook de benodigde hardware geleverd aan Bakker en deze ook bij haar geïnstalleerd.

3..Het geschil

in conventie

3.1.
DCH eist, na wijziging van eis, samengevat:
  • Bakker te veroordelen aan haar te betalen € 1.197,48 met rente;
  • Bakker te veroordelen om de hardware zoals genoemd op de factuur van 03-03-2021 met factuurnummer 72364000, terug te geven aan DCH, op straffe van een dwangsom;
  • Bakker te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit een hoofdsom van € 870,18, de vervallen korting op de hoofdsom van € 118,00, wettelijke handelsrente van € 78,77 (berekend tot 31 mei 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 130,53.
3.2.
DCH baseert haar vordering op de overeenkomst die zij met Bakker heeft gesloten. DCH is haar afspraken nagekomen. Bakker moet de afgesproken prijs voor de uitgevoerde werkzaamheden en de geïnstalleerde hardware betalen. Omdat Bakker dat niet heeft gedaan, is de hardware eigendom gebleven van DCH en moet Bakker die daarom aan DCH teruggeven.
3.3.
Bakker voert hiertegenover aan dat DCH geen goed werk heeft geleverd, maar wel uren heeft gefactureerd. Bakker heeft reeds € 750,00 betaald; dat bedrag was voor de hardware. Voor het overige is Bakker niets verschuldigd.
in reconventie
3.4.
Bakker vordert om DCH te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 1.000,00 (exclusief BTW) voor extra kosten in verband met – zo begrijpt de kantonrechter – de niet gelukte overzetting van de bestanden over het boekjaar 2019. Ook vordert Bakker om DCH te veroordelen in de proceskosten.
3.5.
Uit de stellingen van Bakker begrijpt de kantonrechter dat zij schadevergoeding vordert op grond van wanprestatie. Bakker stelt dat DCH, tegen de afspraken in, geen backup heeft gemaakt van de bestanden op de oude externe harde schijf. De bestanden over het boekjaar 2019 zijn niet overgezet op de nieuwe server. Nu er geen back-up is gemaakt, zijn deze bestanden kwijt. De hiermee gemoeide schade stelt Bakker op € 1.000,00.
3.6.
Volgens DCH is het (gelet op de door haar gehanteerde werkwijze) technisch gezien niet mogelijk dat bestanden verloren zijn geraakt tijdens de overzetting van de harde schijf op de nieuwe server. Zij heeft zelfs aanwijzingen dat de bestanden waar Bakker het over heeft ten tijde van het overzetten niet op de oude externe harde schijf aanwezig waren. Om deze kwestie te kunnen onderzoeken heeft DCH aan Bakker gevraagd of zij de oude server, laptop en ander ICT-materiaal van Bakker mocht scannen. Bakker is hier niet op ingegaan.

4..De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
DCH heeft tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd betwist dat bij de overplaatsing bestanden verloren hebben kunnen raken. Sterker nog: uit onderzoek aan de externe harde schijf van Bakker volgt volgens DCH dat de desbetreffende bestanden daar ten tijde van het overplaatsen niet op stonden. DCH heeft verder, aan de hand van de als productie 2 door haar overgelegde factuur, gemotiveerd betwist uren aan Bakker gefactureerd te hebben voor werkzaamheden voor het terugvinden van de volgens Bakker verloren geraakte bestanden.
4.2.
Nu DCH de stellingen en het verweer van Bakker gemotiveerd heeft betwist, had het op de weg van Bakker gelegen om zijn stellingen nader te onderbouwen. Dat heeft Bakker niet gedaan. Bakkers verweer in conventie wordt daarom als onvoldoende gemotiveerd verworpen en de vordering in reconventie wordt als onvoldoende onderbouwd afgewezen. Dit betekent dat Bakker gehouden is de factuur voor de uitgevoerde werkzaamheden aan DCH te betalen.
buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente
4.3.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. De contractuele rente van 2% per maand wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van DCH volgt dat deze moet worden betaald en Bakker de (hoogte van de) rente niet heeft betwist.
proceskosten in conventie en in reconventie
4.4.
Bakker krijgt in conventie en in reconventie voor het grootste deel ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten in conventie aan de kant van DCH tot vandaag vast op € 108,41 aan dagvaardingskosten, € 322,00 aan griffierecht en € 248,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 124 tarief). In reconventie stelt de kantonrechter de proceskosten aan de kant van DCH tot vandaag vast op nihil. De proceskosten in conventie en in reconventie bedragen in totaal € 678,41. Voor kosten die DCH maakt na deze uitspraak moet Bakker ook een bedrag betalen van € 62,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.5.
In conventie wordt het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zoals gevorderd.

5..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
5.1.
veroordeelt Bakker om aan DCH te betalen € 1.197,48 met de contractuele rente van 2% per maand over een bedrag van € 988,18 vanaf 31 mei 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt Bakker in de proceskosten, aan de kant van DCH tot vandaag vastgesteld op € 678,41;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
5.5.
wijst de vordering van Bakker af;
5.6.
veroordeelt Bakker in de proceskosten, aan de kant van DCH tot vandaag vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en in het openbaar uitgesproken.
53956