ECLI:NL:RBROT:2022:9091
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging arbeidsongeschiktheidspercentage en gevolgen voor WGA-uitkering
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over de mate van arbeidsongeschiktheid van de eiser. Eiser had eerder een loongerelateerde werkhervattingsuitkering (WGA-uitkering) ontvangen, maar verweerder had deze per 28 februari 2019 beëindigd en een vervolguitkering vastgesteld op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 35 tot 45%. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, omdat hij van mening was dat zijn arbeidsongeschiktheid hoger was dan door verweerder vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen die aan eiser waren toegekend, adequaat waren. De rechtbank heeft echter ook geconstateerd dat de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser per 20 augustus 2020 gewijzigd moest worden naar 47,8%, wat een wijziging in de resterende verdiencapaciteit met zich meebracht. De rechtbank heeft het bestreden besluit van verweerder vernietigd en zelf in de zaak voorzien door de nieuwe mate van arbeidsongeschiktheid vast te stellen. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die door verweerder moeten worden vergoed.