In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 september 2022 een beschikking gegeven over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar kind, [naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2015. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering als voogd aan te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam kind01] sinds 2018 in een pleeggezin verblijft en dat de moeder niet in staat is gebleken om voldoende zorg en structuur te bieden. De vader is al lange tijd niet betrokken bij de opvoeding van [naam kind01]. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind01] is om het gezag van de moeder te beëindigen, omdat er geen perspectief meer is op een thuisplaatsing. De rechtbank heeft de GI benoemd tot voogd, omdat deze organisatie de belangen van [naam kind01] kan behartigen en de nodige begeleiding kan bieden aan de moeder in haar rol als ouder zonder gezag. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te Den Haag.