Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 5 oktober 2021, met producties 1 en 2;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie (tegeneis), met producties 1 en 2;
- het vonnis van 24 januari 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte houdende overlegging productie in conventie, tevens conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, met productie 1.
2..De feiten
Huurprijs, omzetbelasting, huurprijsaanpassing, betalingsverplichting, betaalperiode
1 januari(…) aangepast (…)”
Betalingen
3..Het geschil
- de huurovereenkomst te ontbinden en Unconventional Wardrobe te veroordelen om het gehuurde te ontruimen;
- Unconventional Wardrobe te veroordelen aan haar te betalen € 37.930,56, en € 6.650,01 per maand of gedeelte daarvan vanaf oktober 2021 totdat de huurovereenkomst is ontbonden en € 6.650,02 per maand dat Unconventional Wardrobe het gehuurde na ontbinding van de huurovereenkomst in gebruik zal houden;
- Unconventional Wardrobe te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- de inhoud van de huurovereenkomst in die zin te wijzigen dat de huurprijs van het gehuurde van maart 2020 tot en met december 2020 € 5.597,96 zal bedragen en van januari 2021 tot en met december 2021 € 5.588,71;
- Immorente te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.