ECLI:NL:RBROT:2022:8586

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
9992073 / CV EXPL 22-21117
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandheelkundige kosten met afwijzing van rente en buitengerechtelijke kosten

In deze zaak heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van een openstaande rekening van € 93,59, die voortvloeit uit tandheelkundige zorg die [gedaagde] heeft ontvangen. De vordering is gebaseerd op een rekening die op 6 januari 2022 naar [gedaagde] is gestuurd, maar [gedaagde] betwist de ontvangst van deze rekening. Infomedics heeft meerdere herinneringen en aanmaningen gestuurd, maar [gedaagde] stelt dat hij deze niet heeft ontvangen, mogelijk door een fout in de postbezorging.

De kantonrechter heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld. Hoewel [gedaagde] erkent dat hij de zorg heeft ontvangen, betwist hij dat hij de rekening heeft ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat Infomedics niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de rekening daadwerkelijk is ontvangen door [gedaagde]. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat [gedaagde] in verzuim is met de betaling van de hoofdsom, maar de kantonrechter concludeert wel dat [gedaagde] in ieder geval één van de herinneringen heeft ontvangen, waardoor hij op de hoogte was van de openstaande rekening.

De gevorderde rente en buitengerechtelijke kosten zijn door de kantonrechter afgewezen, omdat niet kan worden vastgesteld wanneer [gedaagde] precies op de hoogte was van de openstaande rekening. Wel is [gedaagde] veroordeeld tot betaling van de hoofdsom van € 93,59 en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 309,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9992073 / CV EXPL 22-21117
datum uitspraak: 14 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
gevestigd in Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 29 juni 2022, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek, met bijlagen;
  • de e-mail van 30 augustus 2022 aan de zijde van [gedaagde].

2..De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft op 23 december 2021 tandheelkundige zorg genoten bij [naam zorgverlener] (hierna: ‘de zorgverlener’).
2.2.
De zorgverlener heeft haar vordering uit hoofde van de aan [gedaagde] verleende tandheelkundige zorg overgedragen aan [naam bedrijf] en daarnaast heeft de zorgverlener Infomedics opdracht gegeven om de vordering administratief te verwerken en betaald te krijgen.
2.3.
Infomedics heeft bij rekening van 6 januari 2022 (verstuurd naar het adres van [gedaagde]) een bedrag van € 93,59 bij [gedaagde] in rekening gebracht, ter zake van de door [gedaagde] bij de zorgverlener genoten zorg.
2.4.
Infomedics heeft [gedaagde] bij herinnering van 17 februari 2022 (verstuurd naar het adres van [gedaagde]) herinnerd aan de openstaande rekening en aangezegd dat als binnen vijftien dagen nadat de herinnering bij [gedaagde] is bezorgd geen volledige betaling is ontvangen, een bedrag van € 40,00 aan incassokosten in rekening wordt gebracht.
2.5.
Infomedics heeft [gedaagde] bij brief van 17 maart 2022 (verstuurd naar het adres van [gedaagde]) voor een laatste maal aan de openstaande rekening herinnerd. Daarnaast heeft Infomedics [gedaagde] bij brieven van 14 april 2022 en 12 mei 2022 (beide verstuurd naar het adres van [gedaagde]) aangemaand tot betaling van de openstaande rekening.

3..Het geschil

3.1.
Infomedics eist samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 134,68 met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist, bestaat uit de hoofdsom van € 93,59, rente van € 1,09 (berekend tot 14 juni 2022) en buitengerechtelijke kosten van € 40,00.
3.2.
Infomedics baseert de eis op het volgende. [gedaagde] heeft de aan hem verstuurde rekening niet betaald. Infomedics maakt daarom aanspraak op betaling van die rekening. Daarnaast eist Infomedics dat [gedaagde] rente en buitengerechtelijke kosten betaalt.
3.3.
[gedaagde] is het gedeeltelijk niet eens met de eis en voert het volgende aan. De medische behandelingen hebben plaatsgevonden, maar [gedaagde] heeft de rekening niet ontvangen. [gedaagde] heeft geen post van Infomedics ontvangen. [gedaagde] woont in een seniorenflat met veertig woningen. Wellicht is de brief kwijtgeraakt of in een andere brievenbus terecht gekomen.

4..De beoordeling

Hoofdsom
4.1.
[gedaagde] erkent de hoogte en de verschuldigdheid van de rekening van 6 januari 2022, maar hij betwist dat hij die rekening heeft ontvangen. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] hiermee bedoelt te zeggen dat hij meent nog niet in verzuim te zijn met het betalen van de rekening. In dit verband overweegt de kantonrechter als volgt.
4.2.
Gelet op de betwisting van [gedaagde] had het op de weg van Infomedics gelegen om haar stelling dat [gedaagde] de rekening van 6 januari 2022 wel degelijk heeft ontvangen nader (met stukken) te onderbouwen, bijvoorbeeld door overlegging van een afschrift van een aangetekend verzonden rekening. Dat heeft Infomedics niet gedaan. Haar stellingen dat de rekening naar het adres van [gedaagde] is verstuurd, dat die rekening niet onbestelbaar retour is gekomen en dat het niet aannemelijk en statistisch vrijwel onmogelijk is dat [gedaagde] geen enkele van alle herinneringen en aanmaningen (en kennelijk dus ook de rekening) niet heeft ontvangen, kunnen niet tot de conclusie leiden dat [gedaagde] specifiek de rekening heeft ontvangen.
4.3.
Hoewel niet kan worden vastgesteld dat [gedaagde] de rekening van 6 januari 2022 heeft ontvangen, volgt de kantonrechter [gedaagde] niet in zijn bij antwoord ingenomen standpunt dat hij helemaal geen post van Infomedics heeft ontvangen. Niet alleen zijn in totaal vijf brieven naar het adres van [gedaagde] gestuurd en is het onaannemelijk dat [gedaagde] geen enkele van die brieven heeft ontvangen, maar bovendien schrijft de vertegenwoordiger van [gedaagde] bij e-mail van 26 augustus 2022 (overgelegd bij e-mail van 30 augustus 2022 aan de zijde van [gedaagde]) - voor zover van belang - het volgende aan Infomedics:

(…) Een nota voor maar liefst 93,59 is doorgestuurd naar de deurwaarder en moet mijn vader voorkomen bij de rechtbank.
Wij hebben dit al eerder meegemaakt bij jullie, dat een originele nota niet was aangekomen op zijn postadres en hij toen dacht dat herinnering niet terecht was.
Ik heb mijn gegevens toen doorgegeven aan jullie dat mocht zoiets weer voorvallen, dat er dan met mij contact opgenomen kon worden.
Ik heb geen telefoontje gehad. (…)”.
Uit deze e-mail begrijpt de kantonrechter niet alleen dat kennelijk eerder sprake is geweest van een situatie waarin de originele rekening niet bij [gedaagde] is bezorgd en een herinnering wel, maar ook dat die situatie zich nu weer voordoet. Dit betekent dat de kantonrechter er vanuit gaat dat [gedaagde] in ieder geval één van de herinneringen heeft ontvangen en dat hij derhalve op de hoogte was, dan wel had moeten zijn van de openstaande rekening. Het had immers op zijn weg gelegen om na ontvangst van de herinnering contact met Infomedics op te nemen, als hij twijfelde aan de juistheid van de herinnering.
4.4.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat [gedaagde] - nu hij in ieder geval één van de herinneringen heeft ontvangen - in verzuim is met de betaling van de rekening van 6 januari 2022. De door Infomedics geëiste hoofdsom ten bedrage van € 93,59 is dan ook toewijsbaar.
Rente
4.5.
De door Infomedics geëiste verschenen rente ten bedrage van € 1,09 berekend tot 14 juni 2022 is niet toewijsbaar. De kantonrechter kan immers niet vaststellen op welk moment [gedaagde] precies op de hoogte was van de openstaande rekening en derhalve ook niet vanaf welk moment [gedaagde] in verzuim is met betaling van de openstaande rekening.
Buitengerechtelijke kosten
4.6.
Ook de door Infomedics geëiste buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 40,00 zijn niet toewijsbaar. Hoewel de kantonrechter het onaannemelijk vindt dat [gedaagde] geen enkele van de door Infomedics aan hem verstuurde brieven heeft ontvangen, kan de kantonrechter niet vaststellen of [gedaagde] specifiek de veertiendagenbrief van 17 februari 2022 (zie 2.4.) heeft ontvangen. Ook in dit verband had het op de weg van Infomedics gelegen om een afschrift van een aangetekend verzonden veertiendagenbrief over te leggen en dat heeft zij niet gedaan. De overige stellingen van Infomedics (zie 4.2.) kunnen niet tot de conclusie leiden dat [gedaagde] specifiek de veertiendagenbrief heeft ontvangen.
Proceskosten
4.7.
[gedaagde] moet de proceskosten van Infomedics betalen, omdat hij voor het grootste deel in het ongelijk wordt gesteld. De kantonrechter roept in herinnering dat hoewel aan [gedaagde] kan worden toegegeven dat niet kan worden vastgesteld dat hij de rekening van 6 januari 2022 heeft ontvangen, had het op zijn weg gelegen om naar aanleiding van de ontvangst van één van de herinneringen (en de kantonrechter gaat er vanuit dat [gedaagde] ten minste één van de herinneringen heeft ontvangen) alsnog tot betaling van de openstaande rekening over te gaan, al dan niet na contact met Infomedics op te hebben genomen om de juistheid van de rekening/herinnering te verifiëren. Dat [gedaagde] dit heeft nagelaten, komt voor zijn rekening en risico en maakt dat Infomedics op goede gronden tot het starten van een procedure is overgegaan. Van Infomedics kan - ten overvloede - niet worden verlangd, zoals de zoon van [gedaagde] bij e-mail van 26 augustus 2022 aan Infomedics heeft geschreven, dat zij in ieder nieuw dossier van [gedaagde] eerst telefonisch contact met de zoon van [gedaagde] opnemen.
4.8.
De kantonrechter stelt deze proceskosten aan de kant van Infomedics tot vandaag vast op € 107,22 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 74,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 37,00 tarief). Dit is in totaal € 309,22. Voor kosten die Infomedics maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] ook een bedrag betalen van € 18,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (zie Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaar bij voorraad
4.9.
Dit vonnis wordt, zoals geëist, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 93,59 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 14 juni 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Infomedics tot vandaag vastgesteld op € 309,22;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.M. van Breevoort en in het openbaar uitgesproken.
38671