ECLI:NL:RBROT:2022:8585

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 oktober 2022
Publicatiedatum
17 oktober 2022
Zaaknummer
9942146 / CV EXPL 22-18615
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandheelkundige kosten en toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten

In deze zaak heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor het betalen van een rekening van € 95,26 voor een tandheelkundige behandeling die op 2 december 2021 heeft plaatsgevonden. De behandeling werd uitgevoerd door [naam tandartspraktijk 1], en de vordering is overgedragen aan Infomedics. Infomedics heeft daarnaast rente en buitengerechtelijke incassokosten van in totaal € 40,00 gevorderd. De gedaagde heeft de betaling betwist, omdat hij ontevreden was over de behandeling en inmiddels een andere tandarts had geraadpleegd voor herstel van de schade aan zijn kies.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de rekening van 9 december 2021 betrekking heeft op een periodieke controle en een kaakoverzichtsfoto, en niet op de vulling die op 2 december 2021 is geplaatst. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde de rekening moet betalen, omdat deze niet betwist is en de zorgverlener de behandeling correct heeft uitgevoerd. De buitengerechtelijke incassokosten en rente zijn toegewezen, omdat aan de voorwaarden voor vergoeding is voldaan. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 309,22. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9942146 / CV EXPL 22-18615
datum uitspraak: 14 oktober 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Infomedics B.V.,
gevestigd in Almere,
eiseres,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort,
tegen
[gedaagde],
wonende in [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Infomedics’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 mei 2022, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek, met een bijlage;
  • de dupliek.

2..De feiten

2.1.
[naam tandartspraktijk 1] (‘de zorgverlener’) heeft op 2 december 2021 een tandheelkundige behandeling bij [gedaagde] uitgevoerd.
2.2.
De zorgverlener heeft haar vordering op [gedaagde] uit hoofde van de tandheelkundige behandeling in een driepartijenovereenkomst in eigendom overgedragen aan [naam bedrijf] waarbij tegelijkertijd opdracht aan Infomedics is gegeven om de vordering administratief te verwerken en betaald te krijgen.
2.3.
Infomedics heeft bij rekening van 9 december 2021 een bedrag van € 95,26 bij [gedaagde] in rekening gebracht.

3..Het geschil

3.1.
Infomedics eist samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 136,02 met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
Het bedrag dat wordt geëist bestaat uit de hoofdsom van € 95,26, rente van € 0,76 (berekend tot 11 mei 2022) en buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00.
3.2.
Infomedics baseert de eis op het volgende. [gedaagde] heeft de rekening voor de door de zorgverlener uitgevoerde tandheelkundige behandeling niet betaald. Infomedics maakt daarom alsnog aanspraak op betaling van die rekening. Daarnaast is [gedaagde] wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten aan Infomedics verschuldigd.
3.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. De zorgverlener heeft op 2 december 2021 een nieuwe vulling in de rechter onderkies van [gedaagde] geplaatst. Nog geen week later kreeg [gedaagde] pijn aan de betreffende kies en een paar dagen later brak stukje bij beetje de gehele vulling af. Daarbij is de kies van [gedaagde] ernstig beschadigd. [gedaagde] heeft toen opnieuw contact opgenomen met de zorgverlener. De zorgverlener zou [gedaagde] terugbellen, maar dat heeft zij niet gedaan. [gedaagde] was ook niet in staat om bij de zorgverlener langs te komen, omdat hij destijds besmet was met het coronavirus. Aangezien [gedaagde] vervolgens zijn vertrouwen in de zorgverlener volledig was kwijtgeraakt, is hij naar een tandarts van [naam tandartspraktijk 2] in [plaatsnaam] gegaan. Die tandarts vertelde [gedaagde] dat de zorgverlener de kies van [gedaagde] niet op de juiste manier heeft behandeld; er moest nu een reconstructie van de kies plaatsvinden. Daarvoor is bij [gedaagde] een bedrag van in totaal € 250,22 in rekening gebracht. [gedaagde] is niet van plan om - gezien de zeer vervelende ervaring bij de zorgverlener en de hoge kosten die hij heeft moeten maken om zijn kies te herstellen - voor het “prutswerk” van de zorgverlener nog eens € 95,26 te betalen. De bijkomende kosten wil [gedaagde] ook niet betalen.

4..De beoordeling

4.1.
In deze zaak moet worden beoordeeld of [gedaagde] de rekening van 9 december 2021, waarbij een tandheelkundige behandeling van 2 december 2021 bij [gedaagde] in rekening is gebracht, en de bijkomende kosten aan Infomedics moet betalen.
Wat voor tandheelkundige behandeling heeft er op 2 december 2021 plaatsgevonden?
4.2.
In de eerste plaats is het van belang om vast te stellen op welke tandheelkundige behandeling de rekening van 9 december 2021 precies betrekking heeft. In reactie op het verweer van [gedaagde] dat de zorgverlener op 2 december 2021 een vulling in zijn rechter onderkies heeft geplaatst, heeft Infomedics immers gesteld dat die behandeling op 6 december 2021 heeft plaatsgevonden. De behandeling op 2 december 2021 heeft betrekking op een periodieke controle en een kaakoverzichtsfoto, aldus Infomedics.
4.3.
De kantonrechter stelt vast dat [gedaagde] niet meer op deze stellingen van Infomedics heeft gereageerd. Verder stelt de kantonrechter vast dat op de door Infomedics overgelegde rekening van 9 december 2021 staat dat op 2 december 2021 een periodieke controle is uitgevoerd en dat een kaakoverzichtsfoto is gemaakt en beoordeeld. De kantonrechter gaat daarom uit van de juistheid van de stelling van Infomedics dat op 2 december 2021 alleen een periodieke controle is uitgevoerd en een kaakoverzichtsfoto is gemaakt en beoordeeld.
Moet [gedaagde] de rekening van 9 december 2021 betalen? Ja.
4.4.
[gedaagde] vindt dat hij de rekening van 9 december 2021 niet hoeft te betalen, omdat de zorgverlener zijn rechter onderkies niet op de juiste manier heeft behandeld. Aangezien de rekening van 9 december 2021 niet op de vulling in zijn rechter onderkies ziet, gaat dit verweer van [gedaagde] niet op. [gedaagde] moet de kosten van € 95,26 voor de periodieke controle en het maken en beoordelen van een kaakoverzichtsfoto dan ook betalen.
Buitengerechtelijke incassokosten en rente
4.5.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om een vergoeding voor deze kosten te krijgen. De rente wordt toegewezen, omdat uit de stellingen van Infomedics volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] deze stellingen niet heeft betwist.
Proceskosten
4.6.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Infomedics tot vandaag vast op € 107,22 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht en € 74,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 37,00 tarief). Dit is totaal € 309,22. Voor kosten die Infomedics maakt na deze uitspraak moet [gedaagde] ook een bedrag betalen van € 18,50. Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (zie Hoge Raad 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853).
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.7.
Dit vonnis wordt, zoals geëist, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen € 136,02 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 95,26 vanaf 11 mei 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Infomedics tot vandaag vastgesteld op € 309,22;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
38671