Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1 ..Het verzoek
Ik hoor de heer [verzoeker01] vragen wie de medewerkster in alinea 2 van pagina 2 van de aangifte is en wie de andere medewerkers zijn die zich, volgens de aangifte, in hun goede naam en eer aangetast voelden. Ik heb aangifte gedaan namens Stichting JBRR. Dat is mijn bevoegdheid als bestuurder. Daarom geef ik de naam van de individuele medewerkers niet die bij mij melding hebben gedaan. Ik heb aangifte gedaan omdat in mijn ogen de goede naam en eer van Stichting JBRR werden aangetast door de tweets van de heer [verzoeker01] . Daarom geef ik niet de namen.”.
2 ..De beoordeling van het verzoek
om één of meerdere procedure(s) aanhangig te maken tegen [belanghebbende01]” en verzoekt hij om te bepalen dat [belanghebbende01] als getuige wordt gehoord. Dit verzoek is, na zowel [verzoeker01] als [belanghebbende01] te hebben gehoord, toegestaan bij beschikking van 25 maart 2021 en [belanghebbende01] is vervolgens gehoord.