Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 9 mei 2022, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van Woonstad van 30 augustus 2022 met een bijlage.
2..De feiten
Ik ken hem met name als mantelzorger voor zijn biologische moeder. (…) In verband met ziekte bij moeder vanaf 2010 is deze mantelzorg nodig geweest. Vanwege verergering van de ziekte werd mantelzorg in 2019 intensiever. Op 24 november 2021 heeft deze ziekte tot de dood geleid. Dhr is altijd zeer betrokken geweest in de mantelzorg. Opvallend was tijdens visites dat de huishouding netjes was en de taken gezamelijk werden uitgevoerd. Daarnaast kochten zij gezamelijke gebruiksvoorwerpen om het leven zo dragelijks mogelijk te maken. Hierbij kan gedacht worden aan zorg gerelateerde gebruiksvoorwerpen. Bijvoorbeeld een douchestoel of toilet verhoger. (…) Als huisarts van dhr wil ik graag aangeven dat ik altijd een betrokken relatie heb ervaren tussen moeder en zoon.”
3..Het geschil
- te bepalen dat hij gerechtigd is om de huurovereenkomst ter zake van de woning voort te zetten, met ingang van 24 november 2021;
- Woonstad te veroordelen in de proceskosten
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- [persoon A] te veroordelen om de woning onmiddellijk te ontruimen;
- [persoon A] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4..De beoordeling
Hierbij verklaren ondergetekende familieleden en omwonenden dat de heer [persoon A] woonachtig was in de ouderlijke huurwoning, [adres 1] ”.Die verklaring is onvoldoende, aangezien daaruit niet blijkt gedurende welke periode hij daar woonachtig was. Ook de verklaring van de huisarts biedt in dit opzicht geen houvast.