3.2Gelet hierop heeft de ACM op grond van artikel 7:3b, eerste en derde lid, onderscheidenlijk artikel 7.3a, eerste en derde lid, van de Telecommunicatiewet (Tw), op 2 september 2022, op schrift gesteld op 5 september 2022, VodafoneZiggo de aanwijzing gegeven om de aankiesbaarheid van het 1843-nummer en de daaraan gerelateerde uitbetaling op te schorten voor een periode van vier weken. Op 5 september 2022, op schrift gesteld op 6 september 2022, heeft de ACM VodafoneZiggo vier afzonderlijke aanwijzingen gegeven om de aankiesbaarheid van het 1835-, 1891-, 1883- en 1803-nummer en de uitbetalingen gerelateerd aan die nummers voor een periode van vier weken op te schorten.
4. Het wettelijk kader is opgenomen in de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.
5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeksters spoedeisend belang hebben bij hun verzoeken, nu zij door de opschorting van de aankiesbaarheid van de aan hen toegekende nummers en de opschorting van de betaling worden belemmerd in het gebruik van die nummers en als gevolg daarvan inkomsten mislopen. Tevens wordt spoedeisend belang aangenomen gelet op de door verzoeksters beschreven concurrentieverhoudingen en de advertentiemarkt op Google waarop zij hun marketingpositie kunnen kwijtraken (vergelijk ECLI:NL:RBROT:2019:4938). 6. Verzoeksters stellen zich op het standpunt dat de aanwijzingen niet deugdelijk zijn gemotiveerd, in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel tot stand zijn gekomen en bovendien disproportioneel zijn. Daartoe betogen zij dat uit niets blijkt dat verweerster onderzoek heeft gedaan en dat op geen enkele wijze is onderbouwd en gemotiveerd welke overtreding is geconstateerd en dat de nummers in strijd met de bestemming zouden worden gebruikt. Voorts betogen verzoeksters dat opschorting een ingrijpende maatregel is die alleen proportioneel kan zijn in situaties van grove schendingen van consumentenbelangen. Uit niets blijkt dat daarvan sprake is. Door de aanwijzingen kunnen verzoeksters de nummers niet gebruiken, hebben zij geen inkomsten en kunnen zij niet meer aan haar betalingsverplichtingen voldoen. Bovendien was het voor hen niet voorzienbaar dat zij het nummer niet conform de bestemming gebruikten. Zonder een deugdelijke motivering en afweging van belangen kon verweerster het bestreden besluit niet nemen. Voorts betwisten verzoeksters dat zij de nummers niet conform de bestemming zouden gebruiken. Onduidelijk is hoe de ACM tot de conclusie is gekomen dat bellers direct worden doorgeschakeld. Verzoeksters gebruiken de nummers om bellers het nummer van een gezocht bedrijf of persoon te verstrekken. Daarbij wordt het mogelijk gemaakt om de beller direct met het bedrijf of de instelling door te verbinden. Dit gebeurt of door een medewerker van het callcenter, of door een geautomatiseerd systeem dat voor enkele veel gezochte nummers is ontwikkeld. Dit doorschakelen betreft een aanvullende dienst en is binnen de bestemming toegestaan. In dat verband wijzen verzoeksters op de toelichting bij het besluit tot wijziging van het Nummerplan telefoon- en ISDN-diensten van 15 juli 2015.
7. De 18xy-nummerreeks is volgens het Nummerplan bestemd voor abonnee-informatiediensten waarmee tenminste telefoonnummers kunnen worden opgevraagd en waarmee aanvullende informatie opgevraagd kan worden aan de hand van door de oproeper verstrekte zoektermen. Dit impliceert dat de dienst steeds de mogelijkheid moet bieden om informatie op te vragen. De door verzoeksters aangeboden dienst waarbij de beller zonder tussenkomst van een medewerker via een belknop op een specifieke webpagina, wordt doorgeschakeld, voldoet daar niet aan. Daarom stelt de ACM zich terecht op het standpunt dat verzoeksters hebben gehandeld in strijd met de in het Nummerplan opgenomen bestemming voor 18xy-nummers. De ACM is daarmee in beginsel bevoegd om handhavend op te treden.
8. De in artikelen 7:3a en 7:3b van de Tw neergelegde bevoegdheden betreffen ingrijpende maatregelen die op een zorgvuldige en proportionele wijze ingezet dienen te worden. Verzoeksters hebben aangevoerd dat de ACM in haar besluiten niet is uitgegaan van een compleet beeld van de dienst die zij aanbiedt. Die bestaat namelijk niet alleen uit een directe doorschakeldienst, maar biedt ook de mogelijkheid om in contact te komen met een medewerker van een callcenter die het gezochte nummer of aanverwante informatie kan verstrekken. De ACM heeft ter zitting verklaard dat zij ook direct de nummers van verzoeksters heeft gebeld en toen werd verbonden met callcenter medewerkers. De ACM was er dus van op de hoogte dat een deel van de dienstverlening van verzoeksters loopt via deze callcenters en dat daarmee de dienstverlening wel volgens de bestemming wordt uitgevoerd. Volgens verzoeksters behalen zij met die dienstverlening een niet te verwaarlozen omzet. De ACM vermoedt dat het grootste deel van de inkomsten van verzoeksters wordt behaald door middel van ‘koude’ doorschakeling, maar zij heeft dat niet onderzocht. Maar ook als vast zou staan dat het deel van het nummergebruik van verzoeksters dat in overeenstemming is met de bestemming kleiner is dan het deel van het nummergebruik van verzoeksters dat niet in overeenstemming is met de bestemming, strekken de maatregelen verder dan nodig is om het illegale nummergebruik gedurende nader onderzoek te stoppen en de met dat illegale gebruik behaalde inkomsten te blokkeren. De opgelegde aanwijzingen zijn naar hun aard te grofmazig voor een situatie waarin vaststaat dat een deel van het nummergebruik niet in strijd met de bestemming is.
9. Uit het voorgaande volgt dat de bestreden besluiten naar verwachting in bezwaar niet in stand kunnen blijven, zodat er aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening. Omdat, zoals ter zitting besproken, de aankiesbaarheid van de nummers niet gedeeltelijk kan worden geblokkeerd, zullen de opgelegde aanwijzingen geheel worden geschorst. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om, zoals door de ACM bepleit, de opschorting van de aan de nummers gerelateerde uitbetalingen in stand te laten, omdat deze betalingen ook voor een deel voortvloeien uit legaal door verzoeksters uitgevoerde dienstverlening.
10. Deze beslissing heeft tot gevolg dat de ACM VodafoneZiggo dient te gelasten de aankiesbaarheid van de aan verzoeksters toegekende nummers weer vrij te geven en de (na)betalingen die zijn gerelateerd aan het gebruik van die nummers aan verzoeksters te voldoen.
11. Omdat de voorzieningenrechter de verzoeken toewijst, bepaalt de voorzieningenrechter dat de ACM aan verzoeksters het door hen betaalde griffierecht
(5x € 365,-) vergoedt.
12. De voorzieningenrechter veroordeelt de ACM in de door verzoeksters gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.277,- (1 punt voor het indienen van de verzoekschriften, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 759,- en wegingsfactor 1,5). Hierbij is van belang dat sprake is van vijf samenhangende zaken als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Besluit proceskosten. Nu sprake is van meer dan vier samenhangende zaken dient daaraan een wegingsfactor 1,5 te worden toegekend.