ECLI:NL:RBROT:2019:4938

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 juni 2019
Publicatiedatum
20 juni 2019
Zaaknummer
ROT 19/2812
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van aanwijzing door de Autoriteit Consument en Markt met betrekking tot nummer 1803

Op 19 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak tussen een vennootschap en de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De vennootschap, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. N.J. Linsen, verzocht om een voorlopige voorziening tegen een besluit van ACM van 23 mei 2019. Dit besluit hield in dat ACM op grond van de artikelen 7.3a en 7.3b van de Telecommunicatiewet een aanwijzing had gegeven aan VodafoneZiggo om de aankiesbaarheid van het aan de vennootschap toegekende nummer 1803 op te schorten. De voorzieningenrechter heeft na sluiting van het onderzoek ter zitting onmiddellijk uitspraak gedaan en de schorsing van het besluit van ACM uitgesproken.

De voorzieningenrechter oordeelde dat ACM VodafoneZiggo moet gelasten om de aankiesbaarheid van het nummer 1803 weer vrij te geven en dat de (na)betaling die gerelateerd is aan het gebruik van dit nummer aan de vennootschap moet worden voldaan. Daarnaast werd ACM veroordeeld tot het vergoeden van het door de vennootschap betaalde griffierecht van € 345,- en de proceskosten tot een bedrag van € 1.024,-. De voorzieningenrechter overwoog dat er spoedeisend belang was, gezien de concurrentieverhoudingen en de impact van de aanwijzing op de bedrijfsvoering van de vennootschap. Tevens werd opgemerkt dat er geen concrete aanknopingspunten waren voor het bestaan van oneerlijke handelspraktijken, waardoor de voorzieningenrechter niet overtuigd was dat de gemiddelde consument misleid zou worden door de wijze van adverteren van de vennootschap.

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 19/2812

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van19 juni 2019 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[Naam vennootschap], te [Plaats], verzoekster,

gemachtigde: mr. N.J. Linsen,
en

de Autoriteit Consument en Markt (ACM), verweerster,

gemachtigden: mr. P.J. Schnezler en mr. R.M. Timmermans.
Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Voorts is verschenen [Naam], de bestuurder van verzoekster. ACM heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigden. Voorts zijn namens ACM verschenen
mr. M.R. Koppenol, C.W. Steketee en drs. C. van der Spek LL.M.
Na de sluiting van het onderzoek ter zitting op 19 juni 2019 heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan. De beslissing en de gronden van de beslissing luiden als volgt.

Beslissing

De voorzieningenrechter schorst vanaf heden het besluit van 23 mei 2019, waarbij ACM op grond van de artikelen 7.3a en 7.3b van de Telecommunicatiewet de aanwijzing aan VodafoneZiggo heeft gegeven om de aankiesbaarheid van het aan verzoekster toegekende nummer 1803 en de betaling die is gerelateerd aan het gebruik van dit nummer op te schorten.
Deze beslissing heeft tot gevolg dat ACM VodafoneZiggo dient te gelasten dat de aankiesbaarheid van het voornoemde nummer weer kan worden vrijgegeven en dat de (na)betaling die is gerelateerd aan het gebruik van dit nummer aan verzoekster kan worden voldaan.
ACM dient het door verzoekster betaalde griffierecht van € 345,- te vergoeden en voorts wordt zij veroordeeld in de proceskostenkosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.024,- (tweemaal € 512).

Overwegingen

De voorzieningenrechter overweegt:
  • dat spoedeisend belang wordt aangenomen, gelet op de concurrentieverhoudingen, de advertentiemarkt op Google en de ingrijpende werking van de dubbele aanwijzing voor de bedrijfsvoering van verzoekster;
  • dat voor het geven van een aanwijzing vereist is dat er concrete aanknopingspunten voor het bestaan van een overtreding, in dit geval oneerlijke handelspraktijken, zijn;
  • dat zowel bij zoeken op Google als op de landingspagina van verzoekster de consument betrekkelijk eenvoudig kan zien dat het om een nummer-informatiedienst gaat en wat de handelsnaam van de aanbieder en de kosten zijn, zodat de voorzieningenrechter er niet van overtuigd is dat de gemiddelde consument door de wijze van adverteren en aanbieden van de dienst van verzoekster, kan worden misleid.
Deze uitspraak is op 19 juni 2019 in het openbaar gedaan door mr. A.C. Rop, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R. Stijnen, griffier.
De griffier is verhinderd het proces-verbaal voorzieningenrechter
van de mondelinge uitspraak te ondertekenen
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.