ECLI:NL:RBROT:2022:8370

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
7 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/641953 / JE RK 22-1729
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van kinderen wegens schoolverzuim en gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 september 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De kinderen zijn onder toezicht gesteld vanwege ernstige zorgen over hun ontwikkeling, waarbij [naam kind 1] al sinds februari 2022 niet naar school gaat door verbaal agressief gedrag. De oude school van [naam kind 1] heeft hem om deze reden niet meer teruggenomen, en ondanks intensieve pogingen is er nog geen nieuwe school gevonden. De ouders zijn overbelast door de situatie, en er zijn zorgen over het gedrag van [naam kind 2], die het gedrag van haar broer overneemt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van de kinderen ernstig bedreigd wordt en dat het van groot belang is dat de impasse rondom de schoolgang van [naam kind 1] wordt doorbroken. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling van beide kinderen te verlengen tot 1 september 2023, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar is bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 oktober 2022.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/641953 / JE RK 22-1729 en C/10/641954 / JE RK 22-1730
datum uitspraak: 16 september 2022

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaken van
de gecertificeerde instelling
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[naam kind 1] ,

geboren op [geboortedatum kind 1] 2008 te [geboorteplaats kind 1] , hierna te noemen [naam kind 1] .
[naam kind 2],
geboren op [geboortedatum kind 2] 2012 te [geboorteplaats kind 2] , hierna te noemen [naam kind 2] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder] ,

[naam vader] ,

hierna te noemen de (stief)vader, wonende te [woonplaats vader] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 26 augustus 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken.
Op 16 september 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [naam kind 1] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder en de (stief)vader,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 1] ,
- [naam 2] , werkzaam bij het ASVZ, als informant.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind 1] en [naam kind 2] wonen bij de moeder en (stief)vader.
Bij beschikking van 1 september 2021 zijn [naam kind 1] en [naam kind 2] onder toezicht gesteld tot
1 september 2022.
Bij beschikking van 26 augustus 2022 is de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] kort verlengd tot 1 oktober 2022, waarbij het verzoek voor het overige verzochte is aangehouden.

De aangehouden verzoeken

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] te verlengen voor de duur van één jaar.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft haar verzoek ter zitting en licht het als volgt toe. [naam kind 1] zat op het [naam school] in [plaatsnaam] , maar sinds de voorjaarsvakantie zit hij thuis vanwege verbale agressie richting klasgenoten en docenten. Ter overbrugging gaat [naam kind 1] sinds juni 2022 tweemaal per week naar Sunrise dagbesteding. Er is op dit moment sprake van een vicieuze cirkel omdat de oude school van [naam kind 1] vindt dat [naam kind 1] eerst zijn gedrag moet veranderen voordat hij terug mag komen. De school houdt tot die tijd het contact af. De behandeling die [naam kind 1] kreeg bij ASVZ is vroegtijdig beëindigd, omdat [naam kind 1] thuis zit. Het is de bedoeling dat deze behandeling weer wordt op gepakt zodra [naam kind 1] weer volledig naar school gaat, maar zijn situatie dient eerst stabiel te zijn. Er is ondanks een intensieve zoektocht nog geen vervolgschool voor [naam kind 1] gevonden. [naam kind 1] kan pas ingeschreven worden op een andere school als zijn oude school hem uitschrijft. De GI heeft nauw contact met leerplicht. De ontwikkeling van [naam kind 1] stagneert en er zijn zorgen over de draaglast van de ouders. Vanuit ASVZ is er (intensieve) gezinsbegeleiding betrokken. Er zijn nog steeds zorgen over het (over)gewicht van [naam kind 1] . Het lukt de ouders niet om zijn eetgedrag aan te passen en ervoor te zorgen dat hij gaat sporten.
De GI heeft eveneens zorgen over het gedrag van [naam kind 2] . Volgens de GI neemt [naam kind 2] veel van het gedrag (schelden) van haar broer over, maar zij gaat wel naar school. De aandacht is thuis vooral op [naam kind 1] gericht, waardoor [naam kind 2] op een negatieve manier aandacht vraagt.

Het standpunt van de ouders

De (stief)vader en de moeder zijn het eens met het verzoek. De (stief)vader wil graag dat er wordt onderzocht of bij [naam kind 1] sprake is van ADHD. Hij is al een lange tijd bezig om een dergelijk onderzoek voor [naam kind 1] te regelen, tot op heden is dat niet gelukt. De (stief)vader maakt zich zorgen over het feit dat [naam kind 1] al een lange tijd niet naar school gaat. Het baart hem zorgen dat [naam kind 1] steeds verder achter raakt. De (stief)vader heeft contact met Leerplicht en de Onderwijsinspectie, omdat het te lang duurt voordat [naam kind 1] weer terug kan naar school. Daarnaast vindt de (stief)vader nog steeds dat [naam kind 1] moet afvallen. Het lukt de ouders niet om [naam kind 1] in zijn eetgedrag te begrenzen.
Ten aanzien van [naam kind 2] vindt de (stief)vader het zorgelijk dat zij het gedrag van haar broer overneemt. [naam kind 2] is thuis brutaal en zij geeft een grote mond.

Het standpunt van mevrouw Slings

Het ASVZ deelt de zorgen die er zijn. De zorgen die ASVZ heeft zijn met de GI gedeeld. De situatie thuis wordt steeds heftiger. De ouders zijn momenteel overbelast.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind 1] en [naam kind 2] nog altijd ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. [naam kind 1] zit vanwege zijn verbaal agressief gedrag richting klasgenoten en docenten al sinds eind februari 2022 thuis zonder onderwijs. [naam kind 1] kon opeens boos worden waardoor hij de les verstoorde en moeilijk weer te kalmeren was. Er is intensief gezocht naar een vervolgschool, maar deze is niet gevonden. [naam kind 1] gaat in de tussentijd naar Sunrise dagbesteding, om te voorkomen dat zijn ontwikkeling verder stagneert. De ouders zijn overbelast geraakt, omdat [naam kind 1] veel thuis is en [naam kind 2] het negatieve gedrag van [naam kind 1] kopieert.
De kinderrechter benadrukt dat het van groot belang is dat de impasse rondom de schoolgang van [naam kind 1] wordt doorbroken. Het nieuwe schooljaar is inmiddels begonnen en tijdens de zitting is er nog steeds geen zicht op een school die passend is voor [naam kind 1] en het gedrag dat hij laat zien. De GI doet haar best deze impasse te doorbreken, maar het [naam school] (de school waar hij blijkbaar nog steeds staat ingeschreven en niet kan worden uitgeschreven), Leerplicht of zelfs de Onderwijsinspectie zijn de spelers die hierin een doorslaggevende rol kunnen spelen. Als [naam kind 1] nog langer thuis zit raakt hij niet alleen verder achterop in zijn ontwikkeling, ook zijn ouders zullen verder overbelast raken waardoor een uithuisplaatsing dreigt.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] voor de duur van elf maanden verlengen.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2] tot 1 september 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 september 2022 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Borges Dias als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 oktober 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.