Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 2 maart 2022;
- de akte uitlating tevens houdende wijziging eis en gronden ex 130 Rv en overlegging nadere productie van Dream Bid van 30 maart 2022;
- de antwoordakte tevens houdende akte wijziging van eis in reconventie van DPDK, met producties van 1 juni 2022;
- de akte uitlating wijziging eis van Dream Bid van 13 juli 2022.
2..Het gewijzigde geschil
i) te verklaren voor recht dat DPDK is tekortgeschoten en/of in verzuim is met betrekking tot haar verplichtingen op grond van de IAI Overeenkomst, de Dream Bid Overeenkomst en/of de SLA;
ii) de Dream Bid Overeenkomst en SLA te ontbinden als gevolg van het verzuim en/of de tekortkoming in de nakoming hiervan door DPDK;
iii) te bevelen dat DPDK binnen drie (3) dagen na het in deze te wijzen vonnis de domeinnaam www.dream.bid overdraagt aan Dream Bid en daartoe alle noodzakelijke medewerking zal verlenen op straffe van een dwangsom van EUR 1.000,-- per dag dat DPDK niet of niet volledig aan dit bevel heeft voldaan;
iv) te bevelen dat DPDK binnen drie (3) dagen na het in deze te wijzen vonnis een kopie van de volledige database uit het Platform in .sql.formaat aan Dream Bid verstrekt en daartoe alle noodzakelijke medewerking zal verlenen op straffe van een dwangsom van EUR 1.000,-- per dag dat DPDK niet of niet volledig aan dit bevel heeft voldaan;
v) DPDK te veroordelen om aan Dream Bid te vergoeden een bedrag van EUR 86.436,36 althans een vergoeding door uw rechtbank in goede justitie te bepalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid te weten 13 november 2020, subsidiair 2 februari 2021, meer subsidiair 23 februari 2021 en nog meer subsidiair de datum van de dagvaarding, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag waarop het bedrag volledig is betaald;
vi) DPDK te veroordelen om aan Dream Bid te vergoeden een bedrag van EUR 131.245,00 aan schade, althans een vergoeding door uw rechtbank in goede justitie te bepalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid te weten 13 november 2020, subsidiair 2 februari 2021, meer subsidiair 23 februari 2021en nog meer subsidiair de datum van de dagvaarding, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag waarop het bedrag volledig is betaald;
vii) DPDK te veroordelen om aan Dream Bid te vergoeden een bedrag van EUR 607.986,40 aan schade, althans een vergoeding door uw rechtbank in goede justitie te bepalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van verschuldigdheid te weten 13 november 2020, subsidiair 2 februari 2021, meer subsidiair 23 februari 2021 en nog meer subsidiair de datum van de dagvaarding, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag waarop het bedrag volledig is betaald;
viii) DPDK te veroordelen om aan Dream Bid te vergoeden een bedrag van EUR 3.400,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, althans een vergoeding door uw rechtbank in goede justitie te bepalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 januari 2021, subsidiair de datum van de dagvaarding, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag waarop het bedrag volledig is betaald;
ix) DPDK te veroordelen in de kosten voor het conservatoire derdenbeslag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het eerste beslag is gelegd namelijk 26 maart 2021 en subsidiair de datum van de dagvaarding, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag waarop het bedrag volledig is betaald;
x) DPDK te veroordelen in de proceskosten, waaronder vast recht en het salaris van de advocaat, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag waarop het bedrag volledig is betaald, alsmede om DPDK te veroordelen in de nakosten”.
Deed of Assignment’van 29 maart 2022, de vorderingen van IAI op DPDK uit hoofde van de Overeenkomst op basis van artikel 3:94 BW aan Dream Bid gecedeerd. Hieronder vallen ook de gestelde vorderingen op basis van de tekortkomingen van DPDK onder de Overeenkomst, zoals de vordering tot schadevergoeding, aldus Dream Bid. Omdat DPDK jegens IAI toerekenbaar is tekortgeschoten onder de Overeenkomst, vordert Dream Bid, nu na de cessie, een verklaring voor recht dat sprake is van een tekortschieten van DPDK en/of van verzuim onder de Overeenkomst en schadevergoeding (sub (i), (vi) en (vii)). De schadevergoeding in sub (vi) van € 131.245,00 is gelijk aan de door IAI aan DPDK betaalde facturen voor de ontwikkeling van het Platform op basis van de Overeenkomst. Daarnaast vordert Dream Bid in dit kader aanvullende schadevergoeding van € 607.986,40 (sub (vii)).
i) Dream Bid primair - voor zover uw Rechtbank van mening is dat IAI haar vorderingen uit hoofde van haar rechtsverhouding met DPDK rechtsgeldig heeft overgedragen aan Dream Bid - te veroordelen tot betaling aan DPDK een bedrag van EUR 463.222,82, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf de dag waarop Dream Bid in verzuim is komen te verkeren, zijnde 27 juli 2021, subsidiair zijnde 1 juni 2022, althans vanaf twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, tot aan de dag der algehele voldoening;
ii) Dream Bid subsidiair te veroordelen tot betaling aan DPDK van een door uw Rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag aan redelijk loon ex art. 7:405 lid 2 BW, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf de dag waarop Dream Bid in verzuim is komen te verkeren, zijnde vanaf 27 juli 2021, subsidiair zijnde 1 juni 2022, althans vanaf twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, tot aan de dag der algehele voldoening;
iii) Dream Bid te veroordelen tot betaling aan DPDK van een bedrag van EUR 108,875.80, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf de dag waarop Dream Bid in verzuim is komen te verkeren, zijnde 14 januari 2022, zijnde 30 januari 2022, zijnde 18 februari 2022, zijnde 30 april 2022, althans vanaf twee dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis, tot aan de dag der algehele vordering”.
3..De verdere beoordeling
in conventie
rebuildnoodzakelijk was. Dit geldt ook als aangenomen moet worden dat de architectuur van het Platform als gevolg van door Dream Bid gewenste wijzigingen niet meer zou hebben voldaan, omdat in dat geval van DPDK, als redelijk zorgvuldig handelend IT-provider, verwacht had mogen worden dat zij Dream Bid hiervoor op een eerder tijdstip op duidelijke wijze had gewaarschuwd. In het tussenvonnis is geoordeeld dat DPDK niet duidelijk heeft gemaakt wanneer zij in dit kader Dream Bid concreet en op duidelijke wijze heeft gewaarschuwd en dat DPDK op dit punt haar stelling onvoldoende heeft geconcretiseerd (rov. 4.13 tussenvonnis). De rechtbank heeft bij dit alles nog overwogen dat het voorgaande ook geldt als aangenomen moet worden dat de
agile/scrum-methode ook van toepassing is op de Losse opdrachtovereenkomsten (rov. 4.14 tussenvonnis).
rebuildnoodzakelijk was. De gestelde waarschuwingen zijn daarvoor te algemeen van aard en evenmin kan uit hetgeen door DPDK is gesteld en uit de door haar overgelegde producties worden afgeleid dat zij tijdig zijn gedaan, dat wil zeggen dat het opvolgen ervan door Dream Bid zou hebben geleid tot een geslaagde lancering van het Platform op 13 oktober 2020.
rebuild, of (ii) een beëindiging van de samenwerking, redelijkerwijs kon afleiden dat DPDK niet meer zou nakomen (artikel 6:83 aanhef, onder c BW, vgl. tussenvonnis onder 2.16). De gevorderde ontbinding zal worden toegewezen.
tokens. Gebruikers van het Platform moeten vooraf tokens aanschaffen om te kunnen bieden op de op het platform aangeboden items. Ten tweede: uit misgelopen opbrengsten uit de verkoop van de betreffende items zelf. Dream Bid ontvangt van elk op de het Platform verkocht item een bepaald percentage van de verkooprijs. In haar productie-45 heeft Dream Bid toegelicht welke items volgens haar via het Platform geveild hadden kunnen worden en tot welke gemiste inkomsten dat aan haar zijde heeft geleid. Bij haar schadebegroting is Dream Bid er vervolgens van uitgegaan dat haar schade in dit kader kan worden begroot op 25% van de verkooprijs per verkocht item. Dit resulteert in het door haar gevorderde bedrag van
.Uit het arrest van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853, rov. 2.3), leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.
deze” facturen en dat de facturen daarom nu pas in het geding worden gebracht, maar uit de overgelegde facturen blijkt dat het grootste deel ervan betrekking heeft op het laatste kwartaal van 2021 met als factuurdatum nota bene 15 december 2021 (één dag na de mondelinge behandeling), zodat het van DPDK verwacht had mogen worden dat zij die facturen, zeker met een omvang van € 108.000,00, voorafgaand aan de mondelinge behandeling al onderwerp van het partijdebat had gemaakt.
Tyco/Delata)). Dit zou betekenen dat met de ontbinding van de SLA Dream Bid ook bevrijd zou zijn van de in dit kader door DPDK gestelde openstaande betalingsverbintenissen op basis van de SLA zodat de nakomingsvordering van DPDK ook daarop zou zijn afgestuit.