ECLI:NL:RBROT:2022:8310

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 augustus 2022
Publicatiedatum
6 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/637628 / JE RK 22-1034
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging zorgregeling in het belang van minderjarigen met betrekking tot omgangsrecht en ondertoezichtstelling

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 augustus 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarigen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De kinderrechter heeft besloten dat de omgangsmomenten tussen de kinderen en hun vader voor de duur van de ondertoezichtstelling, die loopt tot 11 december 2022, worden stopgezet. Dit besluit is genomen op verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI), die ernstige zorgen heeft over de veiligheid van de kinderen in het contact met hun vader. De vader heeft aangegeven verslaafd te zijn aan alcohol en cocaïne, wat heeft geleid tot onvoorspelbaar en agressief gedrag. De moeder van de kinderen heeft ook haar zorgen geuit over de veiligheid van de kinderen, vooral omdat de vader zich in de nabijheid van hun woning heeft opgehouden.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de belangen van de minderjarigen en de noodzaak om de omgang te stoppen in het licht van de verslechterde situatie van de vader. De vader heeft zelf aangegeven dat hij eerst aan zijn eigen stabilisatie moet werken voordat hij weer contact met de kinderen kan hebben. De GI heeft aangegeven zich in te zetten voor een afscheidsmoment tussen de vader en de kinderen, maar dit moet op een veilige manier gebeuren. De kinderrechter heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld.

De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. De schriftelijke uitwerking van de beschikking is op 13 september 2022 vastgesteld. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens : C/10/637628 / JE RK 22-1034
datum uitspraak: 19 augustus 2022

beschikking wijzigen zorgregeling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind 1], geboren op [geboortedatum kind 1] 2011 te [geboorteplaats kind 1],

hierna te noemen [naam kind 1],

[naam kind 2], geboren op [geboortedatum kind 2] 2013 te [geboorteplaats kind 2],

hierna te noemen [naam kind 2].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder], hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader], hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader],

advocaat mr. S.G.G. Severs-Albersen, kantoorhoudende te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de tussenbeschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 11 juli 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- een briefrapportage van de GI van 12 augustus 2022;
- een brief van de advocaat van de vader van 15 augustus 2022.
Op 19 augustus 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de moeder,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam 1] (met de moeder) en [naam 2] (met de vader).
In verband met veiligheidsoverwegingen zijn op verzoek van de GI eerst de moeder samen met de jeugdbeschermer [naam 1] en daarna de vader, diens advocaat en de vertegenwoordigster van de GI, [naam 2], apart van elkaar gehoord.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind 1] en [naam kind 2] wordt uitgeoefend door de ouders.
Bij beschikking van 30 november 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind 1] en [naam kind 2]
verlengd tot 11 december 2022

Het aangehouden verzoek

De GI heeft verzocht de door de kinderrechter op 2 juli 2019 vastgestelde verdeling van de
zorg- en opvoedingstaken te wijzigen, in die zin dat de regie omtrent de omgang bij de GI
komt te liggen. Bij beschikking van 8 juni 2022 heeft de kinderrechter de zorgregeling zoals die is vastgesteld op 2 juli 2019 geschorst en het verzoek aangehouden, omdat – kortgezegd - het verzoek onvoldoende concreet was. Bij beschikking van 11 juli 2022 heeft de kinderrechter de beslissing op het verzoek opnieuw aangehouden, omdat – kortgezegd – er geen vaste jeugdbeschermer beschikbaar was en onduidelijk was of de GI de bezoeken kon begeleiden.
In de briefrapportage van 12 augustus 2022 is door de GI verzocht – naar de kinderrechter begrijpt - de omgang van de kinderen met de vader te stoppen voor de duur van drie maanden. Tijdens de behandeling ter zitting heeft de GI het verzoek gewijzigd in die zin dat verzocht wordt om de omgang te stoppen voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Reden hiervoor is dat de psyche van de vader de afgelopen periode verder is verslechterd. De vader heeft toegegeven dat hij verslaafd is aan alcohol en cocaïne. Er is sprake geweest van meerdere incidenten, waardoor de GI de veiligheid van de kinderen niet kan garanderen tijdens de begeleide omgang met de vader. De moeder heeft met de kinderen zelfs tijdelijk op een andere locatie verbleven, omdat zij zich thuis niet veilig meer voelde voor de vader. De GI maakt zich ernstige zorgen om de schade die dit alles toebrengt aan de kinderen. De kinderen moeten zich veilig kunnen voelen in hun eigen omgeving. De vader moet worden gestabiliseerd door de GGZ. De ketenaanpak dient van de grond te komen om de nodige maatregelen te kunnen treffen en na stabilisatie van de vader dient gekeken te worden naar wat mogelijk is met betrekking tot de omgang.
De vader heeft zelf aan de GI te kennen gegeven dat het beter is dat de kinderen helemaal geen contact meer met hem hebben. De vader wil wel graag nog een afrondend gesprek met hen voeren. De GI heeft meermalen getracht dit afscheidsmoment te organiseren maar vanwege meerdere incidenten met de vader is dat niet gelukt. Het gedrag van de vader is dermate onvoorspelbaar, dat het voor de GI moeilijk in te schatten is of een afscheidsgesprek veilig is voor de kinderen. De GI wil zich nog wel inzetten voor een afscheidsmoment maar weet nog niet hoe hieraan vorm gegeven zal worden. Dit kan mogelijk ook telefonisch of per brief plaatsvinden.

De standpunten van de belanghebbenden

De moeder
Door de moeder is ter zitting te kennen gegeven dat zij zich ernstige zorgen om de vader maakt. Zij ontvangt zeer beangstigende berichten van de vader. De vader is tijdens schooltijd naar de school van de kinderen gegaan, waardoor de kinderen zich ook op school niet veilig voelen. De moeder is met de kinderen sinds een week weer teruggekeerd naar haar eigen woning maar zij leeft voornamelijk binnen en de kinderen gaan onder begeleiding naar buiten. Zij heeft vernomen dat de vader nog steeds rond het huis loopt en rijdt. De moeder zou graag willen verhuizen maar zij is bang dat de vader dan naar haar nieuwe adres zal komen. De moeder benadrukt dat er duidelijkheid moet zijn voor de vader. Zij hoopt dat de vader zal stabiliseren. Niet alleen voor de kinderen en haarzelf maar zij gunt het de vader ook dat hij uit deze situatie komt.
De vader
De vader is van mening dat hij eerst aan zichzelf moet werken voordat de omgang kan worden hervat. Hij is verslaafd aan cocaïne en alcohol. Omdat dit nog enige tijd kan duren, wil de vader graag op korte termijn een afscheidsmoment met de kinderen om hen dit persoonlijk mede te kunnen delen. De medicatie die vader neemt voor de ADHD lijkt nu aan te staan. Daarnaast staat hij onder controle van een psychiater. De vader erkent dat zijn gedrag niet goed is geweest. De vader zal ook niet meer onaangekondigd naar de school van de kinderen gaan, omdat dat hij inziet dat dit storend is voor de kinderen. De vader geeft te kennen dat hij een goede band heeft met de school, hetgeen hij belangrijk vindt. De vader acht het van belang dat de kinderen hulp krijgen. Wanneer de vader is gestabiliseerd, wil hij graag in overleg met de hulpverlening naar een herstel van het contact toewerken.

De beoordeling

Op grond van artikel l:265g lid 1 BW kan de kinderrechter voor de duur van de ondertoezichtstelling op verzoek van de GI een regeling inzake de uitoefening van het recht op omgang wijzigen voor zover dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk is.
Op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is het naar het oordeel van de kinderrechter in het belang van [naam kind 1] en [naam kind 2] noodzakelijk dat een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken wordt gewijzigd in die zin dat de omgangsmomenten tussen [naam kind 1] en [naam kind 2] en de vader worden stopgezet voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 11 december 2022.
De ouders hebben al een lang en intensief traject achter de rug, waarbij door middel van intensieve therapie en afspraken is geprobeerd om te komen tot een verbetering van de onderlinge relatie. Vooral van de vader vroeg deze vorm van therapie veel. Het is uiteindelijk niet gelukt om tot een stabiele verbetering te komen. De vader is vanwege zijn verslaving de afgelopen periode meermalen over grenzen van de moeder en de GI gegaan. Door het agressieve en onvoorspelbare gedrag van de vader is het de GI ook nog niet gelukt een afscheidsmoment voor vader met [naam kind 1] en [naam kind 2] te organiseren.
De vader lijkt nu echter baat te hebben bij de medicatie voor de ADHD, is kalmer en laat zien over zelfinzicht te beschikken. Hij wenst de omgang met [naam kind 1] en [naam kind 2] pas weer te hervatten als hij stabiel is. De komende maanden wil de vader hard aan zijn zichzelf werken om te zorgen dat hij stabiliseert voordat de omgang weer kan worden opgestart.
De GI zal zich inzetten op korte termijn een afscheidsmoment tussen de vader en [naam kind 1] en [naam kind 2] te laten plaatsvinden. De GI is daarbij vrij in de wijze waarop zij dat afscheidsmoment willen laten plaatsvinden.

De beslissing

De kinderrechter:
wijzigt de bij beschikking van 2 juli 2019 door de kinderrechter vastgestelde regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken in die zin dat dat de omgangsmomenten tussen [naam kind 1] en [naam kind 2] met de vader worden stopgezet voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 11 december 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. K.J. Berke als griffier en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 september 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.