Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
[naam minderjarige] ,
[naam moeder] ,
[naam vader] ,
Het procesverloop
- de moeder en de vader;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 augustus 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [voornaam minderjarige]. De minderjarige verblijft in een pleeggezin en is onder toezicht gesteld tot 17 december 2022. De kinderrechter heeft eerder op 10 juni 2022 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, die verlengd werd tot 17 augustus 2022. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing voor een periode van zes maanden te verlengen, omdat de ouders niet in staat zijn gebleken om hun situatie te stabiliseren en geen veilige opvoedsituatie kunnen bieden.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn de ouders verschenen, maar zij hebben niet voldaan aan de voorwaarden voor een thuisplaatsing. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders hard werken aan hun situatie, maar dat er nog veel onzekerheden zijn, zoals het ontbreken van een zelfstandige woonruimte en de noodzaak voor relatietherapie. De kinderrechter heeft de ontwikkeling van de minderjarige in het pleeggezin als positief ervaren, maar heeft geconcludeerd dat de verlenging van de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige.
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 17 december 2022 en verklaard dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak, door tussenkomst van een advocaat bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.