ECLI:NL:RBROT:2022:8293

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 september 2022
Publicatiedatum
5 oktober 2022
Zaaknummer
10/164403-22 en 18/153151-22 (ttrz gevoegd) vordering TUL VV: 13/132588-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een alleenstaande minderjarige asielzoeker tot jeugddetentie voor vermogensdelicten, waaronder diefstal met geweld en diefstal door middel van valse sleutels

Op 9 september 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een alleenstaande minderjarige asielzoeker, die werd beschuldigd van diverse vermogensdelicten, waaronder diefstal met geweld en diefstal door middel van valse sleutels. De verdachte, geboren op een onbekende datum en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Moghni. De officier van justitie, mr. A.P.G. de Beer, eiste een jeugddetentie van 69 dagen, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, die door hem waren bekend, en verklaarde deze zonder nadere motivering bewezen. De feiten betroffen onder andere diefstal van een mobiele telefoon en een ketting, waarbij geweld werd gebruikt tegen de slachtoffers. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte mee. De verdachte had eerder soortgelijke strafbare feiten gepleegd en was onder voogdij geplaatst. De rechtbank legde een jeugddetentie op van 60 dagen, waarvan een deel voorwaardelijk, en stelde voorwaarden aan de proeftijd. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de benadeelde partij, die materiële schade had geleden door de gepleegde feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte strafbaar was en dat er geen omstandigheden waren die zijn strafbaarheid uitsloten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/164403-22 en 18/153151-22 (ttrz gevoegd)
Parketnummer vordering TUL VV: 13/132588-22
Datum uitspraak: 9 september 2022
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte],
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
verblijvende op het adres [verblijfadres verdachte],
raadsman mr. R. Moghni, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 9 september 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd de onder de parketnummers 10/164403-22 en 18/153151-22 ten laste gelegde feiten bewezen te verklaren en de verdachte te veroordelen tot een jeugddetentie voor de duur van 69 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De onder de parketnummers10/164403-22 en 18/153151-22 ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het onder de parketnummers 10/164403-22 en 18/153151-22 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10/164403-22
1
hij op 2 juli 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, een mobiele telefoon (van het merk Samsung, type S9), die aan [naam 1], toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 2 juli 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, op de openbare weg, te weten het Kruisplein, een ketting, die aan [naam 2], toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [naam 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, , door
- de zakken van die [naam 2] te doorzoeken en
- ( met kracht) de ketting van de nek van die [naam 2] te trekken;
Parketnummer 18/153151-22
1
hij, in het tijdvak omvattende 18 juni 2022 en 19 juni 2022, te Groningen, tezamen en in vereniging met een ander, een jas (Parajumper) en een portemonnee met inhoud (onder meer twee pinpassen en
eenid kaart en een rijbewijs en airPods en een zonnebril en sleutels), die aan [naam 3] of [naam vereniging], toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij, op 19 juni 2022, te Groningen, meermalen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, geldbedrag
en, , die (telkens) aan [naam 3] of [naam vereniging], toebehoorden telkens heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich telkens de weg te nemen geldbedragen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door telkens contactloos met een bankpas van [naam 3] en [naam vereniging] te betalen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) daartoe niet gerechtigd waren/was;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
parketnummer 10-164403-22

1..diefstal door twee of meer verenigde personen;

2.
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die
diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg,
en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 18-153151-22

1..diefstal door twee of meer verenigde personen;

2.
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te
nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels,
meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De vijftienjarige verdachte heeft zich in korte tijd schuldig gemaakt aan in totaal vier vermogensdelicten waarbij goederen en geld werden weggenomen door de verdachte en zijn mededader(s).
In de nacht van 18 op 19 juni 2022 heeft de verdachte samen met een medeverdachte in Groningen in een uitgaansgelegenheid een jas met daarin onder meer een portemonnee met pinpassen weggenomen. Vervolgens hebben de verdachte en twee medeverdachten in een eetgelegenheid en bij het NS station in Groningen diverse uitgaven gedaan door contactloos te betalen met de pinpassen uit de weggenomen portemonnee.
Twee weken later, in de vroege ochtend van 2 juli 2022, heeft de verdachte zich samen met meerdere medeverdachten op de openbare weg schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging en aan diefstal met geweld van twee slachtoffers. De verdachte is toen op straat samen met zijn medeverdachten naar twee toevallige voorbijgangers, de slachtoffers, toe gegaan met het plan om deze voorbijgangers te beroven. Zij hebben de slachtoffers aangesproken en vervolgens bij een van de slachtoffers een telefoon uit de broekzak weggenomen en bij het andere slachtoffer een ketting van de hals getrokken, waarna ze ervandoor gingen. Toen de slachtoffers achter hen aan gingen en omstanders om hulp riepen, zijn de verdachte en twee van zijn medeverdachten tegengehouden en uiteindelijk door de politie aangehouden. De goederen zijn echter niet meer teruggevonden.
Met het plegen van de bovengenoemde feiten heeft de verdachte er blijk van gegeven geen enkel respect te hebben voor de persoonlijke eigendommen van de slachtoffers, en zich, evenals zijn medeverdachten, uitsluitend door financieel gewin te hebben laten leiden. Daarnaast heeft hij bij de slachtoffers financiële schade aangericht. De verdachte heeft bij het plegen van de feiten er helemaal niet bij stilgestaan wat hij de slachtoffers aandeed en wat de gevolgen voor hen zouden zijn. De rechtbank neemt dat de verdachte erg kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 augustus 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder in Nederland is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 8 september 2022. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte is een alleenstaande minderjarige vluchteling en staat onder voogdij van Stichting Nidos. Sinds zijn schorsing uit de voorlopige hechtenis laat hij zien voldoende mee te werken. De Raad acht het van belang dat de verdachte begeleiding en ondersteuning krijgt, naast de ondersteuning die het Nidos hem biedt, om herhaling van strafbaar gedrag te voorkomen. De Raad heeft enige zorg over de haalbaarheid van de jeugdreclasserings-maatregel op lange termijn, dit vanwege de eerder zorgelijke houding van de verdachte en het feit dat er gedurende de schorsing nog niet veel is gevraagd van hem (bijvoorbeeld qua dagbesteding of hulpverlening). Hij is echter niet meer gerecidiveerd. Met betrekking tot onderhavige feiten adviseert de Raad een voorwaardelijk jeugddetentie met bijzondere voorwaarden. Hij heeft vaker politie en justitie contacten gehad en zal nog een taakstraf moeten doen. De verdachte heeft echter nog niet van deze strafrechtelijke interventie kunnen profiteren. Om deze reden adviseert de Raad niet opnieuw een taakstraf. De Raad is van mening dat de verdachte door de voorlopige hechtenis voldoende is geconfronteerd met de gevolgen van zijn gedrag.
Geadviseerd wordt aan de verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van het voorarrest op te leggen en een voorwaardelijk jeugddetentie onder de algemene voorwaarde dat de verdachte:
-zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
- zich in het kader van de maatregel Toezicht en Begeleiding gedurende een door de
gecertificeerde instelling te bepalen periode en op door de gecertificeerde instelling te
bepalen tijdstippen zal melden, zo frequent en zo lang die instelling dat gedurende de
proeftijd noodzakelijk acht en zijn medewerking verleent aan de daaruit voortvloeiende
afspraken;
- school of een dagbesteding heeft;
- meewerkt aan de hulpverlening die de jeugdreclassering noodzakelijk acht;
- wordt verplicht om mee te werken aan urinecontroles.
- verblijft op het AZC en zich houdt aan de huisregels.
[naam 4], jeugdbeschermer bij Nidos en voormalige voogd van de verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij de verdachte sinds de strafzitting op 10 juni 2022 kent. De verdachte is toen naar het AZC in Drachten verhuisd. Vanaf dat moment was er eigenlijk wekelijks een delict. Hij verbleef in het AZC met andere jongeren en wellicht versterkten ze elkaar in hun gedrag. De verdachte kreeg jeugdreclasseringsbegeleiding. In Ter Apel heeft hij echter geen startgesprek gehad. Teylingereind, waar de verdachte vervolgens vast kwam te zitten, gaf aan dat de verdachte zich daar, nadat zich daar een incident had voorgedaan, wel goed gedroeg en daarna alleen nog maar positief in beeld is geweest. De verdachte is gebaat bij structuur en in Ter Apel kon men hem dat destijds wegens de vakantie niet bieden. Op de locatie waar hij nu sinds kort verblijft kan hij een nieuwe start maken.
De verdachte heeft de aan hem bij een eerder vonnis opgelegde werkstraf nog niet gedaan.
De verdachte krijgt 13 september 2022 een leeftijdsonderzoek en dan zal er meer duidelijkheid komen over zijn werkelijke leeftijd. Als uit dat onderzoek zou blijken dat de verdachte meerderjarig is dan zal hij uitstromen naar de reguliere asielopvang, naar een andere locatie gaan en geen voogd meer hebben. De gevolgen voor de strafrechtelijke afdoening zullen zijn dat er dan geen jeugdreclasseringsmaatregel meer mogelijk is.
Mevrouw J.W. Huesken, jeugdbeschermer bij Nidos en de huidige voogd van de verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de verdachte eind augustus 2022 in de opvang in Helmond is ingestroomd. Er wordt hem daar veel structuur, duidelijkheid en aandacht geboden. De verdachte is er erg geliefd bij de jongeren en mentoren. Hij gaat volgende week starten met school en met Nederlands leren. Er zal gezorgd worden voor dagbesteding naast school, aangezien de verdachte onrustig wordt als er te weinig structuur is. De verdachte gebruikt geen verdovende middelen meer.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank zal een deel van de aan de verdachte op te leggen jeugddetentie voorwaardelijk opleggen, omdat het niet wenselijk wordt geacht de verdachte weer terug in detentie te plaatsen. Aan het voorwaardelijke deel van de straf zal de rechtbank, ondanks een advies van de Raad hiertoe, geen bijzondere voorwaarden verbinden. De verdachte komt uit een zogenoemd veilig land, waardoor de huidige status en toekomst van de verdachte in Nederland onzeker is. Eventuele aan de verdachte opgelegde voorwaarden zijn niet of nauwelijks uitvoerbaar.
Het aan de verdachte op te leggen voorwaardelijke strafdeel dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [naam benadeelde], wonende te [plaatsnaam], ter zake van de onder 18/153151-22 tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1261,25 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd toewijzing van de vordering voor wat betreft de kosten van de gestolen goederen en niet ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij met betrekking tot de gevorderde kosten in verband met het vervangen van sloten, aangezien deze kosten onvoldoende zijn onderbouwd.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen voor zover het betreft de betalingen die met de bankpas op naam van de benadeelde partij zijn gedaan. De verdediging heeft bepleit de vordering voor het overige af te wijzen, danwel niet ontvankelijk te verklaren aangezien
- van de betalingen bij de NS niet duidelijk is dat deze betalingen met de gestolen credit
card van de benadeelde partij zijn gedaan, en voorts niet duidelijk is dat die betalingen
door de verdachte en zijn medeverdachten zijn gedaan;
- de betalingen die zijn gedaan met de bankpas van de studentensportvereniging Tennisclub
Albertus Magnus niet vergoed dienen te worden aangezien de tennisclub geen benadeelde
partij is;
- van de kosten van het aanvragen van een nieuw rijbewijs en paspoort niet duidelijk is of
deze kosten een rechtstreeks gevolg zijn van de gepleegde feiten. Het is ook niet bekend of
het rijbewijs en het paspoort nog geldig waren;
- niet duidelijk is of de in de vordering genoemde autosleutel is weggenomen, aangezien er
alleen wordt gesproken over diefstal van een sleutel.
- de kosten voor het vervangen van sloten niet is onderbouwd.
8.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door de onder parketnummer 18/153151-22 onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbare feiten, rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de vordering ten aanzien van de kosten van de pinbetalingen die met de verschillende bankpassen en credit card zijn gedaan, en van de vervanging van het rijbewijs en het paspoort, genoegzaam zijn onderbouwd, zullen deze, ondanks de betwisting door de verdachte, worden toegewezen tot een bedrag van € 264,25.
Het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op de kosten van vervanging van een autosleutel en het vervangen van sloten is onvoldoende onderbouwd en levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de verdachte de strafbare feiten, ter zake waarvan schadevergoeding zal worden toegekend samen met (een) mededader(s) heeft gepleegd, zijn zij daarvoor ieder hoofdelijk aansprakelijk. Indien en voor zover de mededader(s) de benadeelde partij betalen is de verdachte in zoverre jegens de benadeelde partij van deze betalingsverplichting bevrijd.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 18 juni 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 264,25 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling of vervangende jeugddetentie worden toegepast.
Over een deel van de gevorderde schadevergoeding wordt in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen.

9..Vordering tenuitvoerlegging

9.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd
Bij vonnis van 10 juni 2022 van de kinderrechter in de rechtbank van Amsterdam is de verdachte ter zake van diefstal en opzetheling veroordeeld voor zover van belang tot een taakstaf bestaande uit een werkstraf van 60 uur, waarvan een gedeelte groot 20 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
De proeftijd is ingegaan op 24 juni 2022.
9.2.
Standpunt officier van justitie/Standpunt verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De verdediging heeft bepleit de vordering af te wijzen aangezien tenuitvoerlegging geen meerwaarde heeft. De straf is ook praktisch niet uit te voeren. Voorts wordt opgemerkt dat ook de bij dit vonnis opgelegde onvoorwaardelijke werkstraf nog niet door de verdachte is uitgevoerd.
9.3.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
In beginsel kan daarom de tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Er worden evenwel termen aanwezig geacht die last niet te geven, en de vordering af te wijzen. De verdachte heeft de bij het vonnis onvoorwaardelijk opgelegde werkstraf nog niet uit kunnen voeren en het nu ook tenuitvoerleggen van de voorwaardelijk opgelegde werkstraf heeft in dat licht geen meerwaarde.

10.. Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77i, 77x, 77y, 77z, 77gg, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

11..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder de parketnummers 10/164403-22 en 18/153151-22 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 60 (zestig) dagen,
bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie groot
21 (eenentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten wegens niet nakoming van na te melden voorwaarde;
stelt de proeftijd vast op
2 (twee) jarenonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst;
veroordeelt de verdachte hoofdelijk met zijn mededader(s), om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde], te betalen een bedrag van
€ 264,25 (zegge: tweehonderdvierenzestig euro en vijfentwintig cent), aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 18 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door de mededader(s) van de verdachte aan de benadeelde partij, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil , aan salaris voor de advocaat en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 264,25 (hoofdsom, zegge: tweehonderdvierenzestig euro en vijfentwintig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, waaronder begrepen betaling door zijn mededader(s), tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
wijst af de gevorderde tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 10 juni 2022 van de kinderrechter in de rechtbank van Amsterdam onder parketnummer 13/132588-22 aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke taakstraf, bestaande uit een werkstraf.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.H.J. Stemker Köster, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. T. van den Akker en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Boekholtz, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 september 2022.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10-164403-22
1
hij op of omstreeks 2 juli 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (van het merk Samsung, type S9), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 1], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 2 juli 2022 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of nabij de openbare weg, te weten het Kruisplein, een ketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de zakken van die [naam 2] te doorzoeken en/of
- ( met kracht) de ketting van de nek van die [naam 2] te trekken;
Parketnummer 18/153151-22
1
hij, in of omstreeks het tijdvak omvattende 18 juni 2022 en 19 juni 2022, te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een jas (Parajumper) en/of een portemonnee met inhoud (ondermeer twee pinpassenen/of id kaart en/of een rijbewijs en/of airPods en/of een zonnebril en/of diverse sleutels), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 3] en/of [naam vereniging], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, in of omstreeks het tijdvak omvattende 18 juni 2022 en 19 juni 2022, te Groningen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een jas (Parajumper) en/of een portemonnee met inhoud (ondermeer twee pinpassen en/of een id kaart en/of een rijbewijs en/of airPods en/of een zonnebril en/of diverse sleutels), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 3] en/of [naam vereniging], althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en) en/of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2
hij, op of omstreeks 19 juni 2022, te Groningen, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een geldbedrag, in elk geval (telkens) enig goed, dat/die (telkens) geheel of ten dele aan [naam 3] en/of [naam vereniging], in elk geval (telkens) aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) (telkens) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens) contactloos met een bankpas van [naam 3] en/of [naam vereniging] te betalen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) daartoe niet gerechtigd waren/was.