ECLI:NL:RBROT:2022:8292

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 september 2022
Publicatiedatum
5 oktober 2022
Zaaknummer
10/164410-22, 10/217479-22, 16/138410-22, 18/112784-22 en 18/113229-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van alleenstaande minderjarige asielzoeker voor diverse vermogensdelicten en belediging van een BOA

Op 9 september 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een alleenstaande minderjarige asielzoeker, die op dat moment preventief gedetineerd was in de Rijks Justitiële Jeugdinrichting Den Hey-Acker. De verdachte, geboren op een onbekende datum en niet ingeschreven in de basisregistratie, werd beschuldigd van meerdere vermogensdelicten, waaronder diefstal in vereniging, en belediging van een buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op verschillende data en locaties, waaronder Rotterdam en Drachten, diverse diefstallen heeft gepleegd, waarbij geweld is gebruikt tegen slachtoffers. De officier van justitie eiste een jeugddetentie van vier maanden, wat door de rechtbank werd toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, gezien zijn leeftijd en de ernst van de feiten, een onvoorwaardelijke jeugddetentie moest krijgen. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding van €150,00 toegewezen aan een benadeelde partij, die immateriële schade had geleden door de belediging van de BOA. De rechtbank heeft de verdachte als strafbaar verklaard en de opgelegde straf gemotiveerd op basis van de gepleegde feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummers: 10/164410-22, 10/217479-22, 16/138410-22, 18/112784-22 en
18/113229-22
Datum uitspraak: 9 september 2022
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren op [geboortedatum verdachte] te [geboorteplaats verdachte] ,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Rijks Justitiële jeugdinrichting Den Hey-Acker te [detentieadres] ,
raadsman mr. R.V. Paniagua, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 9 september 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.P.G. de Beer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van alle aan de verdachte onder de verschillende parketnummers ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van 4 maanden met aftrek

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De ten laste gelegde feiten zijn alle door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het de ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
Parketnummer 10-164410-22
1
hij op 2 juli 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen, een mobiele telefoon (van het merk Samsung, type S9), die aan [naam 1] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 2 juli 2022 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen, op de openbare weg, te weten het Kruisplein, een ketting, die aan [naam 2] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [naam 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door
- de zakken van die [naam 2] te doorzoeken en
- ( met kracht) de ketting van de nek van die [naam 2] te trekken;
Parketnummer 10/217479-22
hij op 27 augustus 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland tezamen en in vereniging met anderen, etenswaren [koekjes en/of melk en/of kip en/of bananen] en bier, dat/die aan [naam winkel] , toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 16/138410-22
hij op 5 juni 2022 te Utrecht opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 3] buitengewoon opsporingsambtenaar, aangesteld in domein 4 Openbaar Vervoer), gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die [naam 3] te bespugen;
Parketnummer 18/112784-22
1
hij, op 6 mei 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een ander, kledingstukken, die aan Primark, toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij, op 6 mei 2022 te Rotterdam, zich met geweld heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam agent 1] (hoofdagent bij politie Eenheid Rotterdam)) en [naam agent 2] (aspirant bij politie Eenheid Rotterdam), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten de aanhouding van de verdachte, door zijn, verdachtes, spieren aan te spannen en zijn, verdachtes, armen aangespannen voor zijn lichaam te houden en aan de haren van die [naam agent 1] te trekken;
Parketnummer 18/113229-22
hij op 4 mei 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland tezamen en in vereniging met een , een fles alcoholische drank, die aan [naam 4] , toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10/164410-22

1..diefstal door twee of meer verenigde personen;

2.
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die
diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg,
en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 10/217479-22
diefstal door twee of meer verenigde personen;
parketnummer 16/138410-22
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening;
parketnummer 18/112784-22

1..diefstal door twee of meer verenigde personen;

2..wederspannigheid;

Parketnummer 18/113229-22
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte, 16 jaar oud, heeft in een tijdsbestek van een kleine vier maanden samen met medeverdachten diverse vermogensdelicten gepleegd, en daarnaast een belediging van een ambtenaar in functie en wederspannigheid gepleegd nadat hij was aangehouden vanwege winkeldiefstal.
Op 4 mei en 27 augustus 2022 pleegde de verdachte samen met een medeverdachte in Drachten winkeldiefstal waarbij zowel zij een fles sterke drank uit de winkel wegnamen.
Op 6 mei 2022 heeft de verdachte samen met een medeverdachte kleding gestolen bij de Primark in Rotterdam. Nadat hij was aangehouden heeft hij zich verzet.
Op 5 juni 2022 heeft de verdachte een BOA in zijn gezicht gespuugd, toen deze de verdachte in verband met het veroorzaken van overlast in de trein het treinstation uit geleidde.
In de nacht van 2 juli 2022, heeft de verdachte zich samen met meerdere medeverdachten op de openbare weg schuldig gemaakt aan diefstal in vereniging en aan diefstal met geweld van twee slachtoffers. Die nacht is de verdachte op straat samen met zijn medeverdachten naar twee toevallige voorbijgangers, de slachtoffers, toe gegaan. Zij hebben de slachtoffers aangesproken en vervolgens bij een van de slachtoffers een telefoon uit de broekzak weggenomen en bij het andere slachtoffer een ketting van de hals getrokken, waarna ze ervandoor gingen. Toen de slachtoffers achter hen aan gingen en omstanders om hulp riepen, zijn de verdachte en twee van zijn medeverdachten tegengehouden en uiteindelijk door de politie aangehouden. De goederen zijn echter niet meer teruggevonden.
Tenslotte heeft de verdachte op 27 augustus 2022, toen hij in een schorsing van zijn voorlopige hechtenis liep, in Drachten samen met medeverdachten winkeldiefstal gepleegd.
Met het plegen van de hierboven genoemde feiten heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben gehad voor personen. Bovendien heeft hij laten zien ook geen enkel respect te hebben gehad voor de persoonlijke eigendommen van de slachtoffers, en zich, net als zijn medeverdachten, uitsluitend door financieel gewin te hebben laten leiden. Daarbij heeft hij bij de slachtoffers financiële schade aangericht. De verdachte heeft bij het plegen van de feiten er helemaal niet bij stilgestaan wat hij de slachtoffers aandeed en wat de gevolgen voor hen zouden zijn. De rechtbank neemt dat de verdachte erg kwalijk.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 30 augustus 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van de deskundige op de terechtzitting
De Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 7 september 2022. Dit rapport houdt het volgende in.
De verdachte is een alleenstaande minderjarige vluchteling die sinds april 2022 in Nederland is. Sinds mei 2022 is hij meerdere malen in contact geweest met politie en justitie.
De voogd en jeugdreclassering hebben samen opgetrokken om een gedegen plan (met dagbesteding en hulpverlening) voor de verdachte te maken en hem ook meerdere malen op gemaakte afspraken en schorsingsvoorwaarden gewezen. Een gele kaart vanuit de jeugdreclassering heeft geen effect gehad omdat de verdachte een paar dagen later recidiveerde. De Raad kan dan ook niet anders stellen dan dat het allemaal weinig indruk op hem lijkt te maken en dat de schorsingsvoorwaarden de kans op herhaling van delinquent gedrag van de verdachte niet hebben kunnen verminderen.
De kans dat de verdachte opnieuw delinquent gedrag vertoont is zeer groot vanwege de hoeveelheid gepleegde delicten in korte tijd, zijn houding ten opzichte van de delictpleging en de hulpverlening. De Raad ziet weinig motivatie en wens tot verandering bij de verdachte, hij stelt zich onvoldoende begeleidbaar op. Zo heeft hij meerdere belangrijke afspraken gemist of kwam hij te laat bij dergelijke afspraken. Vond er een gesprek plaats dan was het lastig doordat de verdachte onder invloed was. Het is voor de verdachte lastig gebleken om zich te houden aan regels en afspraken, zowel binnen het AZC, als buiten en zowel met de voogd als met de jeugdreclassering. De Raad ziet voor nu geen mogelijkheden om de verdachte te laten begeleiden door de jeugdreclassering. Hoewel de verdachte nog nooit eerder strafrechtelijk veroordeeld is, kan de Raad niet anders dan om een onvoorwaardelijke jeugddetentie adviseren. Het Nidos zal betrokken blijven bij de verdachte en kan kijken wat hij nodig heeft om onder andere recidive te voorkomen.
[naam 5] , jeugdbeschermer bij Nidos en voogd van de verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat zij achter het advies van de Raad staat om de verdachte een onvoorwaardelijke straf op te leggen. Bij Nidos weten ze niet meer wat ze aan begeleiding nog kunnen inzetten voor de verdachte. Ook de jeugdreclassering heeft, samen met Nidos, alles geprobeerd. De verdachte heeft een gele kaart gehad en hij beloofde toen beterschap. Toch ging het kort daarna weer mis. Er zal geen hulpverlening meer worden ingezet en de verdachte afstraffen is de enige optie.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank heeft bij het bepalen van de aan de verdachte op te leggen straf ook rekening gehouden met
het grote aantal door de verdachte gepleegde feiten en het gegeven dat de verdachte tijdens zijn schorsing een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd. Ook is bij het bepalen van de aan de verdachte op te leggen straf meegenomen het feit dat de Raad en de voogd geadviseerd hebben de verdachte af te straffen aangezien het opleggen van een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden geen effect op het gedrag van de verdachte zal hebben.
De rechtbank is van oordeel dat de eis van de officier van justitie dan ook redelijk en passend is.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [naam benadeelde] , domicilie kiezende te [plaatsnaam], ter zake van het onder parketnummer 16/138410-22 tenlastegelegde feit.
De benadeelde partij vordert een bedrag van € 150,00 aan immateriële schade vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering.
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte bereid is een schadevergoeding aan de benadeelde partij te betalen en dat het door de benadeelde partij gevorderde bedrag redelijk is.
8.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door het onder parketnummer 16/138410-22 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van billijkheid worden vastgesteld op € 150,00, zodat de vordering tot dit bedrag zal worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 5 juni 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij (in overwegende mate) zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 150,00 vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht. Gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte zal geen gijzeling of vervangende jeugddetentie worden toegepast.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77i, 77gg, 180, 267, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

10.. Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.. Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder de parketnummers 10/164410-22, 10/217479-22, 16/138410-22, 18/112784-22 en 18/113229-22 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 4 (vier) maanden,
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [naam benadeelde] , te betalen een bedrag van
€ 150,00 (zegge: honderdvijftig euro)aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 5 juni 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 150,00(hoofdsom,
zegge: honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 juni 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.H.J. Stemker Köster, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. T. van den Akker en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E. Boekholtz, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 september 2022.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Parketnummer 10-164410-22
1
hij op of omstreeks 2 juli 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een mobiele telefoon (van het merk Samsung, type S9), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 2 juli 2022 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op of nabij de openbare weg, te weten het Kruisplein, een ketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- de zakken van die [naam 2] te doorzoeken en/of
- ( met kracht) de ketting van de nek van die [naam 2] te trekken;
Parketnummer 10/217479-22
hij op of omstreeks 27 augustus 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, etenswaren [koekjes en/of melk en/of kip en/of bananen] en/of bier, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam winkel] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 16/138410-22
hij op of omstreeks 5 juni 2022 te Utrecht opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 3] buitengewoon opsporingsambtenaar, aangesteld in domein 4 Openbaar Vervoer), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die [naam 3] te bespugen;
Parketnummer 18/112784-22
1
hij, op of omstreeks 6 mei 2022 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, kledingstukken, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Primark, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij, op of omstreeks 6 mei 2022 te Rotterdam, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam agent 1] (hoofdagent bij politie Eenheid Rotterdam)) en/of [naam agent 2] (aspirant bij politie Eenheid Rotterdam), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten de aanhouding van de verdachte, door zijn, verdachtes, spieren aan te spannen en/of zijn, verdachtes, armen aangespannen voor zijn lichaam te houden en/of aan de haren van die [naam agent 1] te trekken;
Parketnummer 18/113229-22
hij op of omstreeks 4 mei 2022 te Drachten, gemeente Smallingerland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een fles alcoholische drank, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.