Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals die zijn geadviseerd in het rapport d.d. 1 september 2022 van Reclassering Nederland;
- oplegging van de vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr), te weten dat de verdachte zich gedurende drie jaar zal onthouden van direct of indirect contact met [naam aangeefster] en met [naam slachtoffer 2], met bevel dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van 2 weken, met een totale duur van ten hoogste zes maanden;
- dat zal worden bevolen dat de op te leggen maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
- als bijkomende straf een beroepsverbod voor de duur van 5 jaren.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf en maatregel
8..Vorderingen benadeelde partijen/schadevergoedingsmaatregelen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.. Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), wegens immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 1] te betalen
€ 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 5.000,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
60 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), wegens immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 13 november 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam benadeelde 2] te betalen
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 november 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 500,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.