ECLI:NL:RBROT:2022:8171

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 september 2022
Publicatiedatum
3 oktober 2022
Zaaknummer
C/10/631937 / HA ZA 22-47
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van een verzekeringsovereenkomst en schadevergoeding na onrechtmatige beëindiging

In deze zaak vordert eiseres, [naam eiseres], dat de gedaagde, National Academic Verzekeringsmaatschappij N.V., wordt veroordeeld tot nakoming van de verzekeringsovereenkomst en schadevergoeding wegens onrechtmatige beëindiging van de verzekering. Eiseres had een all-risk autoverzekering afgesloten voor haar voertuig, een Audi A3 Sportback, en stelt dat de schade die zij heeft geleden door een verkeersongeval onder de dekking van de verzekering valt. National Academic heeft de verzekering echter beëindigd, omdat zij van mening is dat eiseres opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt over haar opleiding bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres inderdaad een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven, maar dat niet is aangetoond dat dit opzettelijk was. De rechtbank oordeelt dat de beëindiging van de verzekering onrechtmatig was, maar dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij schade heeft geleden als gevolg van deze beëindiging. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.F. Koekebakker op 28 september 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/631937 / HA ZA 22-47
Vonnis van 28 september 2022
in de zaak van
[naam eiseres],
wonende te [woonplaats eiseres],
eiseres,
advocaat mr. R.J. Ouderdorp te Amsterdam,
tegen
de naamloze vennootschap
NATIONAL ACADEMIC VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde,
advocaat mr. N.P.H. Borm te Deventer.
Partijen worden hierna [naam eiseres] en National Academic genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 27 december 2021, met producties 1 tot en met 13;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 19;
  • de brief van 17 juni 2022 namens [naam eiseres], met de aanvullende producties 14 tot en met 17;
  • de brief van 20 juni 2022 namens [naam eiseres], met de aanvullende productie 18;
  • de mondelinge behandeling van 28 juni 2022.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
[naam eiseres] is eigenaar van het voertuig Audi A3 Sportback, met kenteken [kentekennummer] (hierna: het voertuig).
2.2.
[naam eiseres] heeft per 2 mei 2018 een all-risk autoverzekering (WA + volledig casco) afgesloten voor het voertuig bij National Academic (hierna: de verzekeringsovereenkomst).
2.3.
De verzekeringsovereenkomst is afgesloten op basis van een door [naam eiseres] ingevuld aanvraagformulier. Op het aanvraagformulier heeft [naam eiseres] op de in dit formulier gestelde vraag naar haar hoogst afgeronde opleiding ‘HBO’ geantwoord.
2.4.
Op de verzekeringsovereenkomst zijn de Algemene verzekeringsvoorwaarden (P2014.1) (hierna: de algemene verzekeringsvoorwaarden) en de Verzekeringsvoorwaarden autoverzekering (P2015.1) (hierna: de bijzondere verzekeringsvoorwaarden) van toepassing.
2.5.
In de algemene verzekeringsvoorwaarden is – voor zover relevant – het volgende bepaald:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen
(…)
d. Promovendum
Onder Promovendum wordt in de voorwaarden verstaan intermediair van National
Academic Verzekeringsmaatschappij N.V.. [postadres].
KvK [KvK-nummer]. National Academic Verzekeringsmaatschappij N.V. is de risicodrager van
de schadeverzekeringen (exclusief zorgverzekeringen) die worden aangeboden onder de
naam Promovendum.
(…)
Artikel 10. Einde van de verzekering
De verzekering eindigt:
(…)
f. door schriftelijke opzegging van Promovendum, waartoe zij het recht heeft, nadat gebleken is dat u of één van de verzekerden bij de totstandkoming van de overeenkomst, gedurende de looptijd van de overeenkomst of bij de melding van een onzeker voorval met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
(…)
Artikel 13. Algemene dekkingsuitsluitingen
Van dekking van de verzekering is uitgesloten schade:
(…)
c. als gevolg van opzet, roekeloosheid of merkelijke schuld van de verzekerde.
(…)
Artikel 16. Persoonsregistratie / Doelgroep
(…)
c. Op de premie van de verzekeringen van Promovendum wordt een korting verleend in verband met uw opleiding en/of uw beroep. Mocht u niet tot de doelgroep van Promovendum behoren, dan gelden afwijkende kortingen of toeslagen. Mocht in geval van schade blijken, dat in tegenstelling tot de door u bij het aangaan van de verzekering verstrekte informatie, u niet tot de doelgroep behoort, dan zal een aanvullende premie in rekening worden gebracht en het schadebedrag in die verhouding worden verlaagd. Indien Promovendum het risico in het geheel niet geaccepteerd zou hebben, dan ontvangt u in het geheel geen uitkering en wordt de polis per de schadedatum beëindigd.
(…)”
2.6.
In de bijzondere verzekeringsvoorwaarden is – voor zover relevant – het volgende bepaald:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen
(…)
r. Verzekerde
1. de verzekeringnemer;
2. de bestuurder;
(…)
Artikel 7. Uitsluitingen
Van de verzekering is de volgende schade uitgesloten:
(…)
c. schade veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder:
1. niet in het bezit is van een geldig voor het besturen van de auto voorgeschreven rijbewijs (inclusief het vereiste rijbewijs voor de eventueel aangekoppelde aanhanger);
2. op grond van een uitspraak van de rechter niet bevoegd is tot het besturen van de auto;
d. schade aan de auto of de schade als gevolg van de aansprakelijkheid van de schade aan de tegenpartij, terwijl de bestuurder daarvan tijdens de schade onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen.
Schade die door Promovendum op grond van wettelijke bepalingen aan de tegenpartij vergoed dient te worden en valt onder een van de genoemde uitsluitingen, wordt inclusief de te maken gerechtelijke kosten volledig verhaald op de verzekeringnemer en/of de bestuurder van de auto.
De onder c en d genoemde uitsluitingen gelden niet voor een verzekeringnemer die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich hebben voorgedaan zonder dat hij het wist of tegen zijn wil in en hem in redelijkheid geen verwijt valt te maken.
(…)
Artikel 9. Dekking van de verzekering
Beperkt cascoverzekering en cascoverzekering
a. Met inachtneming van hetgeen in de artikelen 1 t/m 8 wordt genoemd, dekt de verzekering schade aan of verlies van de auto door:
(…)
Uitsluitend bij cascoverzekering (all-risks)
9. aanrijding, botsing, slippen, omslaan, van de weg of te water geraken, kwaadwillige beschadiging (vandalisme), enig ander mits van buitenkomend onheil, ook wanneer een eigen gebrek van de auto de oorzaak is.
(…)
c. Boven het verzekerd bedrag voor de rubriek is het volgende standaard meeverzekerd:
1. voor € 2.500,- aan de auto bevestigde onderdelen en accessoires die niet tot de standaarduitvoering behoren;
(…)
Artikel 12. Schaderegeling
Zodra Promovendum kennis heeft van het schadebedrag waar u recht op heeft en in het bezit is gesteld van alle voor de schadeafwikkeling van belang zijnde stukken, wordt dat bedrag direct uitbetaald!
a. U ontvangt bij schade een bedrag dat als volgt wordt berekend:
1. In geval van schade aan de auto:
Als het technisch verantwoord is om de auto te repareren:
I De reparatiekosten;
II Het verschil tussen de waarden van de auto onmiddellijk voor en na de schade (zie artikel 12b), indien de reparatiekosten meer bedragen dan dat verschil. Indien u een uitkering op deze basis ontvangt, dan staat dit bekend als een economisch totaal verlies (economisch total -loss);
Als het technisch niet verantwoord is om de auto te repareren:
III Het verschil tussen de waarden van de auto voor en na de schade (zie artikel 12b). In dat geval spreken we van een technisch totaal verlies (technisch total -loss).
(…)
b. Waardebepaling onmiddellijk voor de schade of diefstal
(…)
2. Indien u volgens het kentekenbewijs niet de eerste eigenaar van de auto bent, geldt vergoeding op basis van aankoopprijs (occasionregeling):
(…)
III indien uw auto tussen een en drie jaar oud is, geldt een afschrijvingsregeling van 2% per maand of gedeelte van een maand. Over de eerste twaalf maanden wordt geen afschrijving berekend. Mocht de dagwaarde van de auto hoger zijn dan het hier berekende bedrag, dan geldt als waarde de dagwaarde.
(…)
Artikel 17. Verhouding Algemene verzekeringsvoorwaarden /
Bijzondere verzekeringsvoorwaarden
Op deze verzekering zijn ook de algemene verzekeringsvoorwaarden van Promovendum van toepassing. Mochten de algemene verzekeringsvoorwaarden en de onderhavige bijzondere verzekeringsvoorwaarden met elkaar in strijd zijn, dan geldt hetgeen in de onderhavige bijzondere verzekeringsvoorwaarden bepaald wordt.
(…)”
2.7.
Op 31 december 2018 heeft de partner van [naam eiseres], [naam 1], met het voertuig een verkeersongeval veroorzaakt.
2.8.
Op 2 januari 2019 heeft [naam eiseres] telefonisch het schadevoorval doorgegeven aan National Academic.
2.9.
Op 29 januari 2019 heeft National Academic de verzekering beëindigd. In de email van 29 januari 2019 van National Academic schrijft zij – voor zover relevant – het volgende:

Afwijkende opleiding
Wij hebben het diploma van uw hoogste genoten opleiding ontvangen. Hieruit blijkt dat deze afwijkt van de opleiding die u heeft opgegeven bij de aanvraag van de verzekering. Daarom hebben wij uw aanvraag opnieuw beoordeeld.
Herbeoordeling
Uitgaande van uw daadwerkelijke hoogst genoten opleiding, hadden wij uw aanvraag niet tegen de huidige premie geaccepteerd. Hierdoor is te weinig premie door ons ontvangen. Het tekort aan premie zullen wij verrekenen met uw schadeclaim. Wij beëindigen uw verzekering per 29 januari 2019. Het recht tot beëindiging van uw verzekering vindt u terug in artikel 10 lid f en artikel 16 lid c van onze algemene voorwaarden. (…)”
2.10.
In het proces-verbaal van 18 mei 2019 van het verkeersongeval heeft de politie – voor zover relevant – het volgende genoteerd:

Locatie ongeval
(…)
Locatienaam : A10 Li (Ring Zuid)
(…)
Plaats : Amsterdam
(…)
Maximum snelheid : 100 km per uur
(…)
VOA heeft forensisch technisch niet kunnen vaststellen wat de snelheid van verdachte
[naam 1] is geweest, daar waar de auto in brand in gevlogen en alles is verbrand.
Getuige [naam 2] verklaarde echter zelf 100km/h te hebben gereden en heeft de snelheid
van verdachte [naam 1] ingeschat als 150km/h.
Getuige [naam 3] verklaarde echter zelf 105km/h te hebben gereden en heeft de snelheid van
verdachte [naam 1] ingeschat als 160km/h, in ieder geval een waanzinnige snelheid.
(…)
Betrokkene bereed op 31 december 2018, omstreeks 18:45 uur, als bestuurder van een
motorrijtuig, een personenauto van het merk Audi en voorzien van het kenteken [kentekennummer],
de Rijksweg A10 te Amsterdam en veroorzaakte ter hoogte van hectometerpaal 19.8 een aanrijding met zware materiele schade en zwaar lichamelijk letsel, raakte het door betrokkene bestuurde motorrijtuig in brand en kwam het door hem aangereden motorrijtuig op zijn dak terecht en schoof enige meters door over het wegdek van de genoemde Rijksweg (…).
Betrokkene heeft hierna, volgens zijn eigen verklaring op advies van de passagier, de
plaats van het ongeval verlaten zonder behoorlijk de identiteit achter te laten en is
later met zijn vrouw, de eigenaar van het door hem bereden motorrijtuig, aangifte gaan
doen van diefstal van de auto en is hierop aangehouden.
Een van de getuigen verklaarde dat betrokkene met een hoge snelheid in een keer van links
naar rechts reed en leek het alsof hij ter hoogte van de plaats van het ongeval een
afslag wilde nemen die er niet is.
Betrokkene kon niet verklaren wat er precies was gebeurd, anders dan dat hij een tik
voelde, een rookwolk zag en daarna tot stilstand kwam bij de vangrail en gaf hij verder
aan een keer in het verleden lachgas te hebben gebruikt en de in het motorrijtuig
aangetroffen tank lachgas van zijn vrienden waren en hij hiervan zelf geen gebruik meer
van maakt vanwege het feit dat hij na het eerste gebruik in het verleden behoorlijke
hoofdpijn kreeg. (…)”
2.11.
In de aantekening van het mondeling vonnis van 30 maart 2021 van de politierechter van de rechtbank Amsterdam is het volgende bepaald:
“(…)
KWALIFICATIE
T.a.v. feit 1: overtreding van artikel 5 Wegenverkeerswet 1991
T.a.v. feit 2: overtreding van artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1991
GEPLEEGD
T.a.v. feit 1, feit 2: 31 december 2018
(…)
BESLISSING
(…)
T.a.v. feit 1:
Een taakstraf voor de duur van 20 uren subsidiair 10 dagen hechtenis.
t.a.v. feit 1:
Wijst de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij C.P. Martens van een bedrag van 2.225,29 euro (…).”

3..Het geschil

3.1.
[naam eiseres] vordert – samengevat – dat National Academic bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling aan [naam eiseres] van:
- een bedrag van € 27.306,00 aan dagwaarde van het voertuig, vermeerderd met de wettelijke rente;
- een bedrag van € 2.500,00 aan overige schade, vermeerderd met de wettelijke rente;
- de door [naam eiseres] geleden schade wegens onrechtmatige beëindiging van de verzekering, op te maken bij staat, vermeerderd met de wettelijke rente;
- de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
[naam eiseres] legt aan de eerste twee vorderingen nakoming door National Academic van de tussen partijen gesloten verzekeringsovereenkomst ten grondslag. De schade die [naam eiseres] heeft geleden aan het voertuig valt onder de dekking van de verzekeringsovereenkomst en dient door National Academic te worden vergoed. Omdat [naam eiseres] niet de eerste eigenaar van het voertuig is, geldt op grond van artikel 12 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden vergoeding op basis van de aankoopprijs. Het voertuig was op het moment van het ontstaan van de schade tussen de een en drie jaar oud waardoor een afschrijvingsregeling van 2% per maand geldt waarbij over de eerste twaalf maanden geen afschrijving wordt berekend. Dit betekent dat de dagwaarde € 27.306,00 bedraagt. Nu het voertuig total loss is verklaard geldt voormelde dagwaarde en niet de daadwerkelijke dagwaarde. Daarnaast geeft de verzekeringsovereenkomst dekking voor accessoires tot een bedrag van € 2.500,00.
3.3.
[naam eiseres] vordert verder vergoeding van schade die zij lijdt en heeft geleden als gevolg van het onrechtmatig eenzijdig opzeggen van de verzekeringsovereenkomst door National Academic. Naar de rechtbank begrijpt, stelt [naam eiseres] dat de opzegging van de verzekeringsovereenkomst onrechtmatig is omdat National Academic hieraan ten grondslag heeft gelegd dat zij opzettelijk onjuiste informatie over haar opleiding heeft verstrekt bij het aangaan van deze overeenkomst terwijl dit niet het geval is geweest. National Academic heeft verder volgens [naam eiseres] de verzekeringsovereenkomst niet kunnen beëindigen omdat zij niet binnen de termijn van artikel 7:929 BW van twee maanden na ontdekking actie heeft ondernomen.
3.4.
Het verweer van National Academic strekt tot afwijzing van de vorderingen van [naam eiseres] met veroordeling van [naam eiseres] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de kosten van de procedure, alsmede de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

Vorderingen tot nakoming verplichtingen verzekeringsovereenkomst

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van een gebeurtenis waarbij de verzekering de schade dekt, zoals genoemd in artikel 9 sub a lid 9 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden, waardoor [naam eiseres] in beginsel recht heeft op vergoeding van de schade als gevolg van de aanrijding.
4.2.
National Academic voert als verweer aan dat de gestelde schade van dekking is uitgesloten omdat het ongeval is te wijten aan merkelijke schuld van [naam 1] als bedoeld in artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden.
4.3.
National Academic onderbouwt haar verweer als volgt. Uit het proces-verbaal van de politie van 18 mei 2019 (r.o. 2.10) blijkt dat het rijgedrag van [naam 1] agressief, laakbaar en roekeloos was. Hierdoor is de aanmerkelijke kans op een ernstig ongeval en/of schade ontstaan, en die kans heeft zich verwezenlijkt. [naam 1] is immers met hoge snelheid en zonder te remmen op een auto voor hem gereden. [naam 1] is in dit verband ook veroordeeld voor overtreding van artikel 5 WVW zoals volgt uit de Aantekening mondeling vonnis (r.o. 2.11).
4.4.
[naam eiseres] voert in reactie op het verweer van National Academic aan dat National Academic geen beroep op merkelijke schuld toekomt en licht dit als volgt toe. De uitsluiting op grond van merkelijke schuld, zoals vermeld in artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden, staat niet in de bijzondere verzekeringsvoorwaarden vermeld. Artikel 17 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden bepaalt dat indien de algemene verzekeringsvoorwaarden en de bijzondere verzekeringsvoorwaarden met elkaar in strijd zijn, de bijzondere verzekeringsvoorwaarden gelden. In de uitsluitingen van artikel 7 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden wordt merkelijke schuld niet genoemd. Door deze tegenstrijdigheid is artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden niet van toepassing. In de bijzondere verzekeringsvoorwaarden wordt daarnaast een andere invulling aan het begrip ‘verzekerde’ gegeven dan in de algemene verzekeringsvoorwaarden, nu blijkens de bijzondere verzekeringsvoorwaarden ook de bestuurder daaronder kan vallen. Ook hierdoor kan artikel 13 niet één op één worden toegepast op de bijzondere verzekeringsvoorwaarden. Subsidiair voert [naam eiseres] aan dat in artikel 7 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden is vermeld dat uitsluiting van schade niet geldt indien de verzekeringnemer geen verwijt kan worden gemaakt (van het veroorzaken van schade door de feitelijk bestuurder in de in dat artikel genoemde gevallen). Hoewel National Academic op dit artikel geen beroep doet, kan hieruit worden afgeleid dat het de bedoeling van National Academic is dat de verzekeringnemer niet benadeeld mag worden door het onkundig besturen van de auto door de bestuurder, niet zijnde de verzekeringnemer. Als artikel 7 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden zo mag worden uitgelegd dan is het onredelijk bezwarend om het begrip ‘merkelijke schuld’ toe te passen op de bijzondere verzekeringsvoorwaarden.
4.5.
[naam eiseres] betwist daarnaast dat sprake is van merkelijke schuld. Uit de door de politierechter opgelegde straf in verhouding tot de maximale straf die kan worden opgelegd voor overtreding van artikel 5 WVW, kan niet geconcludeerd worden dat [naam 1] merkelijke schuld heeft gehad, maar eerder dat sprake is geweest van hinder. Een strafrechtelijke veroordeling zegt bovendien niets over de civielrechtelijke beoordeling. Het begrip ‘merkelijke schuld’ komt in het strafrecht ook niet voor. Daarnaast zijn op grond van de in het proces-verbaal opgenomen getuigenverklaringen de toedracht van het verkeersongeval en de snelheid waarmee [naam 1] reed niet vast komen te staan. Hierdoor kan niet worden geconcludeerd dat er sprake is geweest van merkelijke schuld.
4.6.
Met betrekking tot de toepasselijkheid van artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden overweegt de rechtbank als volgt. Uit artikel 17 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden volgt dat de bijzondere verzekeringsvoorwaarden naast de algemene verzekeringsvoorwaarden op de verzekeringsovereenkomst van toepassing zijn en dat (alleen) in het geval van strijdigheid (uitsluitend) de bijzondere verzekeringsvoorwaarden op dat punt gelden. In dit verband wijst de rechtbank ook nog op het voorwoord van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden waar staat vermeld: “Deze verzekeringsvoorwaarden geven – in aanvulling op, of in afwijking van de algemene verzekeringsvoorwaarden – zo duidelijk mogelijk weer wat u van de autoverzekering van Promovendum mag verwachten.”. Met de ruimere definitie van verzekerde in de bijzondere verzekeringsvoorwaarden wordt het bepaalde in artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden ook van toepassing op (onder meer) de bestuurder van de auto. Verder geldt dat in artikel 7 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden andere uitsluitingsgronden zijn opgenomen dan in artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden. Het betreft dus een uitbreiding en geen tegenstrijdigheid. Beide artikelen kunnen naast elkaar bestaan. Dit betekent dat ook schade die wordt veroorzaakt door de merkelijke schuld van de bestuurder, in dit geval [naam 1], is uitgesloten van dekking van de verzekering. Daarnaast volgt de rechtbank [naam eiseres] niet in haar stellingen met betrekking tot artikel 7 van de bijzondere verzekeringsvoorwaarden. In het slot van artikel 7 is bepaald dat schade niet wordt uitgesloten van dekking indien de verzekeringnemer geen verwijt kan worden gemaakt in het geval dat schade is veroorzaakt door de bestuurder die niet in het bezit is van een geldig rijbewijs, de bestuurder die op grond van een rechterlijke uitspraak niet bevoegd is om een voertuig te besturen of aansprakelijkheid van de tegenpartij wegens het rijden onder invloed. Die genoemde situaties doen zich in onderhavig geval niet voor. Voor merkelijke schuld is een dergelijke uitzondering niet gemaakt. Door [naam eiseres] is niet onderbouwd waarom dit onredelijk bezwarend is voor de verzekeringnemer. En de rechtbank ziet ook overigens niet in waarom dit onredelijk bezwarend zou zijn voor de verzekeringsnemer. De rechtbank is dan ook van oordeel dat artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden in onderhavig geval van toepassing is.
4.7.
Vervolgens komt de rechtbank toe aan de beoordeling van de vraag of sprake is van merkelijke schuld van [naam 1]. Voor merkelijke schuld moet blijkens (vaste) rechtspraak sprake zijn van een ernstige mate van schuld. Daarvan is ook sprake indien het gaat om een gedraging die, al is de verzekerde zich daarvan niet bewust, naar objectieve maatstaven een zodanig aanmerkelijke kans op schade met zich brengt dat de betrokken verzekerde zich van dat gevaar bewust had behoren te zijn en door zich van die gedraging niet te onthouden in ernstige mate tekortschiet in zorg ter voorkoming van schade. Niet vereist is opzettelijk handelen door een verzekerde of handelen dat daaraan grenst (Hoge Raad 4 april 2003, NJ 2004, 536).
4.8.
Door verschillende getuigen van het verkeersongeval is verklaard dat [naam 1] voorafgaand aan het ongeval met een snelheid van 150/160 km per uur reed. Dit, terwijl de toegestane snelheid op de betreffende weg 100 km per uur is. Ook heeft een van de getuigen verklaard dat [naam 1] met een hoge snelheid in een keer van links naar rechts reed en het leek alsof hij ter hoogte van de plaats van het ongeval een afslag wilde nemen die er niet was. Rijgedrag als dit brengt een aanmerkelijke kans op schade met zich mee. [naam 1] had zich hiervan bewust behoren te zijn en had zich moeten onthouden van dergelijke gedragingen in het verkeer. De aanmerkelijke kans op schade heeft zich in onderhavig geval ook verwezenlijkt met alle gevolgen van dien. Uit de veroordeling van [naam 1] wegens overtreding van artikel 5 WVW volgt dat de politierechter bewezen heeft geacht dat [naam 1] zich zodanig heeft gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat sprake is van merkelijke schuld als bedoeld in artikel 13 van de algemene verzekeringsvoorwaarden.
4.9.
Het voorgaande in aanmerking nemende, is de rechtbank van oordeel dat National Academic zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat sprake is geweest van merkelijke schuld waardoor de schade van [naam eiseres] van dekking is uitgesloten onder de verzekeringsovereenkomst. De eerste twee vorderingen zullen derhalve worden afgewezen.
Vordering tot schadevergoeding wegens beëindiging van de verzekeringsovereenkomst
4.10.
Op 29 januari 2019 heeft National Academic de verzekeringsovereenkomst beëindigd. [naam eiseres] stelt dat de beëindiging van de verzekeringsovereenkomst onrechtmatig is en dat National Academic is gehouden de schade die zij lijdt en heeft geleden schade te vergoeden.
4.11.
National Academic doet primair een beroep op artikel 10 sub f van de algemene verzekeringsvoorwaarden en stelt dat [naam eiseres] bij de totstandkoming van de verzekeringsovereenkomst opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
4.12.
De rechtbank oordeelt als volgt. Op grond van artikel 10 sub f van de algemene verzekeringsvoorwaarden heeft National Academic het recht om de verzekeringsovereenkomst op te zeggen in het geval dat bij de totstandkoming van de overeenkomst met opzet een onjuiste voorstelling van zaken is gegeven. Vast staat dat [naam eiseres] op het aanvraagformulier van de verzekering destijds desgevraagd heeft geantwoord dat haar hoogst afgeronde opleiding ‘HBO’ is. [naam eiseres] heeft eveneens erkend dat zij ten tijde van de aanvraag van de verzekering nog niet in het bezit was van een HBO diploma, maar nog bezig was met haat HBO-opleiding. Daarmee staat vast dat [naam eiseres] een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven bij de totstandkoming van de overeenkomst. Voor rechtsgeldige opzegging is echter tevens vereist dat komt vast te staan dat [naam eiseres] met opzet deze onjuiste informatie heeft verstrekt. National Academic heeft geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit de vereiste opzet aan de zijde van [naam eiseres] blijkt. Mede gelet op het verweer van [naam eiseres] dat zij dacht dat zij ‘HBO’ mocht invullen omdat zij met een HBO opleiding was gestart en reeds haar propedeuse had gehaald, kan niet worden vastgesteld dat [naam eiseres] opzettelijk de vraag over de opleiding onjuist heeft beantwoord. Het voorgaande brengt met zich mee dat National Academic de verzekeringsovereenkomst niet met onmiddellijke ingang mocht opzeggen op grond van artikel 10 sub f van de algemene verzekeringsvoorwaarden zoals zij dit heeft gedaan per brief van 29 januari 2019.
4.13.
Voor het geval de rechtbank tot het oordeel zou komen dat sprake was van een onrechtmatige opzegging, heeft National Academic als verweren aangevoerd dat er geen causaal verband bestaat tussen de onrechtmatige opzegging en de door [naam eiseres] gestelde schade, alsmede dat [naam eiseres] niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij schade heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige opzegging. De rechtbank overweegt als volgt.
[naam eiseres] heeft vergoeding van schade op te maken bij staat gevorderd. Voor toewijzing van deze vordering is voldoende dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is. In de dagvaarding stelt [naam eiseres] dat de schade bestaat uit het verschil tussen de premie die zij aan National Academic betaalde en de huidige verzekeringspremie die zij betaalt. Op de mondelinge behandeling is echter door [naam eiseres] verklaard dat het voertuig niet opnieuw is verzekerd en dat haar schade bestaat uit het misschien niet elders een vergelijkbare verzekering kunnen afsluiten omdat zij door National Academic in het externe verwijzingsregister is opgenomen. In reactie hierop heeft National Academic gesteld dat zij [naam eiseres] niet in het externe verwijzingsregister heeft opgenomen, omdat zij vindt dat [naam eiseres] – mede nu zij een juridische studie doet – dan wel erg wordt benadeeld. Deze stelling is door [naam eiseres] niet betwist. Naar het oordeel van de rechtbank heeft [naam eiseres] aldus niet aannemelijk gemaakt dat zij schade lijdt of heeft geleden als gevolg van de onrechtmatige opzegging door National Academic. De vordering zal derhalve reeds om deze reden worden afgewezen. He verweer ten aanzien van het causaal verband kan daarom onbesproken blijven.
4.14.
[naam eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van National Academic worden begroot op:
  • griffierecht € 2.076,00
  • salaris advocaat
Totaal € 3.518,00
4.15.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [naam eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van National Academic tot op heden begroot op € 3.518,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 14 dagen na het wijzen van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op 28 september 2022.
3304/1582