In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 september 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Real Estate 010 B.V. en twee gedaagden, [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. De eiseres, Real Estate, had een ontruiming van de huurwoning geëist op basis van een noodbevel dat was afgegeven door de burgemeester van Rotterdam. Dit noodbevel was van kracht na een incident waarbij het gehuurde was beschoten en een explosief was aangetroffen in het portiek. De huurovereenkomst was gesloten met de rechtsvoorganger van Real Estate en gold voor onbepaalde tijd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bewijs was dat [gedaagde 1] betrokken was bij de beschieting of het plaatsen van het explosief. De rechter oordeelde dat [gedaagde 1] niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de hinder die was veroorzaakt, en dat er geen grond was om de huurovereenkomst te ontbinden. De vordering tot ontruiming werd dan ook afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan de gedaagden, aangezien Real Estate ongelijk kreeg in deze procedure.